vrijdag 12 juli 2013

De schrijver die ik ben

Al vanaf het moment dat ik kon lezen, begon ik ook met schrijven. In de derde klas van de lagere school (groep 5) schreef ik mijn eerste toneelstukken die ten overstaan van de hele school werden opgevoerd. In de puberteit schreef ik gedichten die ik ook opgestuurd heb naar een uitgeverij, maar waar ik nooit meer iets van terug hoorde.  Alles met de hand of met de ouderwetse  typemachine, want computers waren er nog niet in mijn jeugd. Later wisselde ik de mechanische in voor een elektrische typemachine. Het was heerlijk typen op die machine, maar wat slurpte dat ding een patronen! Ze waren nog duur ook voor een arme student als ik.


Na de middelbare school ging ik naar de CAJ, de Christelijke Academie voor de Journalistiek in Kampen dat later werd omgedoopt tot HICO, Hoger Informatie en Communicatie Onderwijs en na die omdoping verhuisde de opleiding naar Zwolle, waar nog zo'n 1000 andere studenten rondliepen. Mijn God, wat ben ik blij, dat ik die emigratie gemist heb. Ik heb nooit van massa gehouden. Ik denk dat ik tot mijn dertigste in mijn dromen regelmatig te laat op school kwam, zonder agenda en geen idee waar ik naartoe moest. En dan ging het over mijn middelbare schoolperiode op een school met 1200 leerlingen. Verdwaald! Vreselijk gevoel! 

Helaas blonk ik niet uit op de opleiding journalistiek. Ik vond het zo lastig om binnen de kadertjes te passen. Als ik een informatief artikel moest schrijven werden mijn artikelen te saai en als ik een opinieartikel moest schrijven kon ik geen argumenten bedenken. Pas in het laatste jaar begon ik wat op te bloeien als journalist. Mijn bloed ging sneller stromen toen 'de literaire journalistiek' aan bod was. Hier had ik op gewacht. En terwijl ik stage liep bij het Nieuwsblad van het Noorden kreeg ik te horen dat mijn literaire artikel over mijn oma die dement was, gepubliceerd werd in de reader van het vak Nederlands. Apetrots was ik. Eindelijk iets van een erkenning. Zo jammer dat ik die reader niet bewaard heb.

Met hetzelfde gemak als ik alles van de opleiding in de vuilnisbak kieperde, heb ik mijn dagboeken verbrand. Stel je voor dat mijn kinderen dat ooit eens zouden lezen. Ze zouden denken dat ik een drama-queen was , depressief of gestoord, al jarenlang hopeloos verliefd,  dan op de een, dan op de ander. Vandaar dat ik alles op een hoop gooide en fikkie ging stoken, wat ik vroeger als kind een fantastische en spannende activiteit vond. Jaren later heb ik er wel spijt van gehad, want nu weet ik niet meer wat toen mijn gedachten waren over het leven en over mezelf.

In 2008 startte ik een blog. Daar plaatste ik in het begin met name gedichten op. Niemand die ze las, want ik had nog geen idee hoe dat allemaal werkte. Vervolgens kwam ik in een razend drukke en verantwoordelijke baan terecht, waarbij al mijn aandacht volledig opgeslorpt en vereist was. Weg was de creativiteit, weg was de vrijheid die ik zo hard nodig had om mijzelf te kunnen uiten. Ik heb het vier jaar volgehouden. Ik heb me bijna te pletter gewerkt. Om, Godzijdank, op tijd wakker te worden. Ik kan niet anders zeggen dat ik ondanks het feit dat ik een dromer en idealist ben, toch altijd met beide benen op de grond heb gestaan. En voor die nuchtere blik op het leven ben ik mijn ouders dankbaar. 

De eerste weken dat ik thuis kwam te zitten, heb ik geschilderd. Vele schilderijen, allemaal abstract, want ik ben nooit een ster geweest in tekenen. Maar ik vind ze mooi, omdat mijn gevoel er in zit. Het was min of meer mijn eigen kunstzinnige therapie. Daarna heb ik mij gestort op het schrijven, vol overgave. En ik ben van plan dit niet meer op te geven. Schrijver is wat ik ben.


Geen opmerkingen: