zondag 27 oktober 2013

“Pak alles van ons af, maar niet onze Zwarte Piet!”

“Opgetogen arriveerden wij die dag ten paleize. Sophies broer Willem Alexander, die nu dus kroonprins was, had net zijn eerste kind gekregen en leidde voor het eerst de traditionele Sint-Nicolaas-avond. Ik was nog niet binnen of hij nam me apart, gniffelend als een kleine jongen. Hij was zo enthousiast…...Willem Alexander verfde dus mijn lippen en zette mij een pet op. De pofbroek paste mij, maar de zwartwollen maillot slobberde, zodat ik uiteindelijk met blote benen van achter het gordijn te voorschijn sprong.
Pas oog in oog met het gezelschap, dat gilde van schrik, drong tot me door waar ik aan begonnen was. Er werd geapplaudiseerd om de oorspronkelijkheid van Willems idee een echt Moortje op te voeren. Sophie keek mij verbijsterd aan, maar al snel begon de muziek weer te spelen. Precies zoals andere jaren sloegen de gasten voor Pieterman op de vlucht. Zwaaiend met een roe zat ik het gezelschap brullend en springend achterna, tot ik Kwame op mijn pad vond. Hij stond stokstijf te midden van het tumult met gebalde vuisten. Misschien huilde hij ook wel. In elk geval sloeg hij mijn muts van mijn hoofd, rukte als een gek aan mijn jak tot het scheurde, waarna hij weg holde. Ik wilde hem wel achterna, maar alle ogen waren op mij gericht. Ik mat me dus een gek accent aan en rolde net zo lang met mijn ogen tot ik iedereen weer aan het lachen had.” 


(December 1840. Uit de historische roman ‘de zwarte met het witte hart’ van Arthur Japin over twee Afrikaanse prinsjes die naar Nederland worden gehaald en te maken krijgen met racisme)

Prins Kwasi met twee van zijn kinderen. Java 1900

Wat mij opvalt is dat er in al die eeuwen niets veranderd is, al is het mogelijk dat Japin de boel flink aangedikt heeft. Ik weet niet wat ik erbij moet voelen. Het is een leeg gevoel, een gevoel van machteloosheid, een winterslaap.

Het feit is dat het land in rep en roer is waar het gaat om Zwarte Piet. Het is echter voornamelijk een blanke discussie tussen blanke voor- en tegenstanders. Het lijkt erop alsof de zwarte bevolking van Nederland zich koest houdt. Zou het zijn dat de schokkende waarheid tot ze is doorgedrongen: horen we er dan nog steeds niet bij? Hebben we ons nog niet genoeg aangepast? Moeten we net als Kwasi onszelf een gek accent aanmeten en als een gek rond dansen om ons publiek te vermaken?

Er valt een pijnlijke stilte in het debat. Maar het is een stilte die niet opgemerkt wordt door het overgrote en de ons horendol schreeuwende deel van de bevolking: “Blijf van ons feest af.”

Ik wou dat de Nederlanders dat zouden zeggen over hun spaargeld. Ik wou dat ze dat zouden zeggen over hun pensioengeld. Ik wou dat de Nederlanders de straat opgingen voor hun privacy. Ik wou dat ze zich druk maakten om de manschappen die naar oorlogsgebieden in de wereld worden gestuurd om de wapenindustrie te dienen. Of om de al maar langer wordende rijen bij de voedselbank. Maar niets van dit alles. Dat is allemaal van ondergeschikt belang. Het gaat nu om onze Zwarte Piet, en daar blijf je met de tengels van af!

Wie is eigenlijk Zwarte Piet, dat de mensen zo aan hem hechten? Een mythische figuur inmiddels waarvan niemand de achtergrond kent, want er zijn geen betrouwbare bronnen over hem. Hij zou een Ethiopische zwarte slaaf Piter geweest zijn vrijgekocht door de heilige Nicolaas op een slavenmarkt in Myra. Hij zou oorspronkelijk een demon geweest zijn die door de heilige gedwongen werd goede daden te verrichten. Hij zou een voorchristelijke godheid geweest zijn die zich moest onderwerpen aan de christelijke sint. Hij zou de bedwongen satan zijn, plaatsvervanger van de overwonnen Wodan, of diens helper Nörvi, de zwarte vader des nachts die ook een roe droeg als vruchtbaarheidssymbool*. Feit is dat hij pas in het midden van de negentiende eeuw er met de haren is bij gesleept en sindsdien onlosmakelijk verbonden lijkt met het Sinterklaasfeest.

Zwarte Piet bestaat dus eigenlijk niet - net als Sinterklaas - maar toch kunnen de Nederlanders niet zonder hem. Ze kunnen niet zonder de illusie. Ze klampen zich vast aan hun traditie alsof hun leven er van af hangt. Dat iemand zich door dit feest gediscrimineerd zou kunnen voelen, is aan dovemansoren gericht. Het gaat om de nationale trots van Nederland. Ineens staat Nederland als één man overeind. 

Dat gebeurt niet zo gauw in Nederland, dat deze trots gevoed wordt. Maar helaas is ook dit slechts een illusie, een leugen. Het volk voelt zich, net als ik, machteloos tegenover de crisis. In feite is de mythische Zwarte Piet nu hét symbool van de Nederland in crisistijd geworden. Als een kat in het nauw klinkt het: “Pak ons alles af, maar niet onze Zwarte Piet!”

* Wikipedia

Dit artikel was eerder gepubliceerd in De Stem van de Ummah










Geen opmerkingen: