maandag 8 april 2013

Ik ben een eigenwijze moslim



De mens gedraagt zich als een kuddedier. Als er één schaap over de dam is volgen er meer. Zo is het met mensen ook. Als een vooraanstaand lid van de gemeenschap een stap zet, voelen anderen de vrijheid om ook een stap te zetten. Ik behoor nu zelf ook al meer dan 20 jaar tot ‘de kudde van moslims’, al hoewel ik soms het liefst net doe of ik er niet bij hoor, omdat ik me – geheel onterecht - schaam voor het asociale gedrag van sommigen van mijn broeders en zusters. Maar waar ik al die jaren moeite mee blijf houden is dat er binnen de gemeenschap ook nog weer allerlei onderverdelingen worden gemaakt in subgroepen en binnen die subgroepen weer andere subgroepen. Voor geen goud behoor ik tot een subgroep van een subgroep. 

Al van jongs af aan heb ik grote moeite met de hokjesgeest. Op de openbare lagere school duwden we elkaar niet in hokjes, voor zover ik me kan herinneren. Ik was altijd aan het ravotten in de grote tuin van onze boerderij, klom in de appelbomen, sprong vanaf de zolder in de schuur op de hooimijt en vocht met jongens die groter waren dan ik. Ik had kortom een prachtjeugd.

Op de middelbare school kwam het besef dat ik uit een dorp kwam en zij uit een groter dorp. Ik werd door een paar rotjochies uitgelachen vanwege mijn dialect. Mijn vriendin van de lagere school kwam in een andere klas terecht en ging om met moederlijke meisjes, waar ik niet tussen paste. Er waren meisjes die alleen maar giechelden, de giecheltrientjes, waar ik niet tussen paste. En er waren de zwartjakkers die dansten op U2 in de disco alsof ze hun contactlenzen zochten en in het zwart gekleed waren, waar ik niet tussen paste. Ik wilde namelijk moederen, giechelen, dansen en zwarte kleding dragen wanneer ik dat wou en niet om ergens bij te horen. Waardoor ik dus eigenlijk nergens bij hoorde.

Na deze ‘verloren’ periode – waarvan ik wel veel geleerd heb door alle traumatische ervaringen - kwam ik terecht op de school voor journalistiek. Daar had ik een vriendengroepje waar ik veel lol mee trapte. Toen ik echter in een geloofscrisis terecht kwam, was er niemand die voor me klaar stond, zoals ik hen wel opving als ze zich niet lekker voelden. Weer had ik het gevoel er alleen voor te staan. Moslims kende ik toen nog niet. We hadden welgeteld één Turk op de hele opleiding zitten, maar hij was communist en we lagen elkaar gewoon niet. In mijn zoektocht naar zingeving bezocht ik verschillende kerken, maar ik wist niet hoe gauw ik er weer vandaan moest vluchten. Ik voelde me er niet thuis.

Pas toen ik mijn huidige moslimman ontmoette en hij mij vragen over God stelde en aangaf dat mijn antwoorden zijn antwoorden waren, kwam ik langzamerhand tot het inzicht, dat ik moslim was. Vooral na een briefwisseling met een studente theologie waarmee ik in hetzelfde studentenhuis had gewoond, was ik overtuigd. Ik vroeg haar namelijk: hoe denken jullie op de opleiding over Mohammed? En zij antwoordde mij: wij geloven niet dat hij een profeet is, maar wij geloven wel dat het Licht van God door hem scheen. Zij heeft het nooit geweten, dat haar antwoord tot het keerpunt in mijn leven leidde. Eindelijk hoorde ik ergens bij. Ik was een moslim. Ik aanvaardde alle consequenties die daarbij hoorden. Ik zette mijn ‘wagen’ in de eerste versnelling en ging op weg om de auto nooit meer in zijn achteruit te zetten.

Maar er zit me iets dwars. Ik kan het tot vandaag de dag niet verkroppen als mensen met trots op sociale media roepen dat ze salafist zijn en aannemen dat zij tot een groep van uitverkorenen behoren. Als zij jou een vraag stellen, willen ze alles met daliel –met bewijs - terwijl ik geen wandelend boek ben. Ik vind het ook moeilijk te verdragen dat er soefi’s blindelings hun sheiks volgen in de veronderstelling dat hij het bij het juiste eind heeft, en zij dus ook. Ik begrijp de verleiding om iemand te volgen, om het gevoel te hebben van saamhorigheid, van zorgzaamheid. Maar daar zit vaak ook sociale controle aan vast, waardoor leden van zo’n subgroep zich geroepen en soms zelfs dwongen voelen tot het verrichten van bepaalde handelingen die eigenlijk tegen hun gevoel indruisen. Zoals bijvoorbeeld het buitensluiten van leden die een keer een afwijkende mening er op na houden of die kritische vragen stellen.

Ik ga ervanuit dat elke groepering wel weer ingrediënten heeft die correct en nastrevenswaardig zijn, maar dat de ingrediënten samen de beste salade maken. Ik luister naar elke geleerde die mij weet te raken met zijn of haar woorden, waarvan de waarheid tot mij doordringt, maar ik zal nooit blind volgen. Ik lees boeken en struin het internet af om te onderzoeken hoe iets werkelijk in elkaar zit. Ik weiger daarom ook om in een hokje gestopt te worden.

Soms ben ik streng voor mezelf en zou je mij salafist kunnen noemen, soms lukt het mij om ergens tussen hemel en aarde te zweven in mijn gebed en lijk ik wel een soefi. Soms kan ik me moeilijk neerleggen bij een statement en zou je mij als een kritische vrijdenker kunnen betitelen. Soms ben ik diep verontwaardigd als er ergens onrecht op de wereld geschiedt en zou je mij als extremist kunnen typeren. Maar al deze ingrediënten heb ik in mij zitten en maken mij de mens die ik ben, met al mijn talenten en met al mijn tekortkomingen. En ik ga er tevens van uit dat ook alle andere mensen een allegaartje van ingrediënten zijn. Daarom geef ik mijzelf altijd en immer de opdracht om niet in hokjes te denken, niet te oordelen en al helemaal niet te veroordelen.

Daar staat echter wel iets tegenover: ik verwacht zelf ook in mijn waarde te worden gelaten. Het enige hokje waar je mij in mag stoppen is het hokje van de islam. Ik ben een mens die in alle vrijheid ervoor gekozen heeft om zich over te geven aan Allah. Ik ben een eigenwijze moslim.

Dit artikel is eerder verschenen in de eerste editie van Moslim Vandaag Exclusief



Word lid van MoslimVandaag en ontvang elke twee weken de MoslimVandaag Exclusief in je e-mailbox voor slechts € 20,- per jaar.

© Moslim Vandaag

Geen opmerkingen:

Een reactie posten