zondag 10 november 2013

In spinazie zit ijzer. Waar of niet waar?

"In spinazie zit ijzer," zei de meester van de zesde klas lagere school. Ik barstte in lachen uit. Hij hield ons wel vaker voor de gek. Jaren later begreep ik pas dat het echt waar was. waar/niet waar. Aan de godsdienstleerkracht van de gereformeerde kerk die onze openbare school bezocht vroeg ik: "Kon Jezus echt blinden genezen?" "Nou," legde hij uit, "Het was alsof de mensen als het ware door zijn ogen konden kijken." Toen vond ik het een acceptabel antwoord en legde ik mij er bij neer. Nu denk ik daar anders over. Ik geloof dat Jezus de blinden genas, in God's naam wel te verstaan. waar/niet waar

Bepaalde uitspraken van onze meesters en juffen en onze docenten vergeet ik niet meer. Ze zijn onuitwisbaar in mijn geheugen gegrift. Vraag me niet waarom en hoe. Maar één ding weet ik wel: er zijn leerkrachten waar ik nog weinig of zelfs niets meer van weet, en er zijn leerkrachten waarvan ik tot vandaag de dag nog onder de indruk ben. In zowel positieve als wel in negatieve zin. Het kan gaan om hun persoonlijkheid, hun manier van lesgeven, de liefde voor het vak, één of een paar van hun uitspraken of omdat ze er blijk van gaven dat ze in je geloofden, of juist niet in je geloofden.

Zo ben ik nooit de docent sociale geografie (aardrijkskunde) vergeten die mij in 4 VWO duidelijk maakte, dat ik het niet zou gaan redden. De reden: ik was niet goed in multiple choice. Hij zei: "Als je daar niet goed in was, dan had je geen inzicht en zou je geen VWO-diploma kunnen halen." Ik heb hem gemist tijdens de diploma-uitreiking, want ik had hem graag met mijn diploma om de oren geslagen. Die man heeft er namelijk voor gezorgd, dat ik jarenlang gedacht, dat ik eigenlijk dom was. Soms komt die gedachte nóg opzetten. Maar dat was natuurlijk niet waar.  waar/niet waar

Heel anders was de docent die ik in VWO 5 en 6 had. Behalve dat hij ook met ons in gesprek ging over en ons inzicht wilde verschaffen over de achtergrond van de actualiteiten m.b.t. de wereldproblematiek, toonde hij ook persoonlijke belangstelling. Hij was degene die mij zei: "Het is tijd dat je je vleugels uitslaat en het dorp achter je laat. Ga studeren, ga op kamers." Ik had een geweldige jeugd gehad in een beschermde, natuurrijke omgeving maar ik snakte er ook naar om 'zelfstandig' de wereld tegemoet te treden.
"Het is tijd dat je je vleugels uitslaat en het dorp achter je laat"
Andere positieve herinneringen gaan verder terug. Van alle leerkrachten van de lagere school herinner ik mij er twee het beste. De meester van de derde klas gaf me alle ruimte om mijn schrijftalent te ontwikkelen. Ik schreef toneelstukjes die opgevoerd werden ten overstaan van de hele school. Maar van de meester van de eerste klas (groep 3), die mij leerde lezen, weet ik nog de meeste details. Hij was ten eerste heel zachtaardig en had een prachtig handschrift. Op een dag gaf hij ons een tekenles. Hij gaf ons een tekenvel en een potlood. Terwijl we naar muziek luisterden, moesten we een tekening op papier maken. Ik vond het geweldig.

Minder enthousiast was ik op het moment dat ik ontdekte dat seks iets was waar je niet openlijk over sprak. Meester vroeg namelijk wie wist hoe kindjes gemaakt werden. Ik stak spontaan mijn vinger op, want dat had mama mij verteld. Toen ik om me heen keek en luisterde naar het gegniffel van mijn klasgenoten, kreeg ik in de gaten dat er zoiets als schaamte bestond.

waar/niet waar

Geen opmerkingen: