Met lezen begon ik al in mijn prilste jeugd. Ik weet nog dat ik een 9 had voor lezen in de eerste klas en dat ik met de grotere kinderen mee mocht lezen van de tweede. Zoiets vergeet je je hele leven niet. Vooral niet, als je op latere leeftijd leest, dat uit onderzoek is gebleken dat kinderen die veel gelezen hebben, later vaak hoger op de maatschappelijke ladder terecht komen. Mijn kinderen worden van dit soort uitspraken koud noch warm. Het zal ze een worst zijn. Ze houden niet zo van lezen. Zij houden meer van de schermen, de grote en de kleine schermen wel te verstaan: televisie, computer, Nintendo DSi en last but not least de mobiele telefoon. En hun vader; die zou het liefst willen dat ik alle boeken de deur uit doe. Mooi niet! Ik wil een wandbrede en -hoge boekenkast met als vensterbank een zithoek inclusief mooi uitzicht, helemaal alleen voor mij!
"Kom toch gezellig in de woonkamer," riep mijn moeder mij in mijn jonge jaren, terwijl ik net midden in een avontuur was gedoken van Cissy van Marxveld over Joop ter Heul. Het was een van de boeken die mijn moeder vroeger ook gelezen had. Aangezien ik veel van lezen hield, schonk zij de boeken aan mij. Mijn jongste dochter, die nu 12 jaar is, heeft al aangegeven dat zij ze graag weer van mij wil ontvangen....later. Zo nu en dan lees ik haar ook nog voor. Ze vindt het geweldig, vooral als ik haar daarna nog lekker instop. Ze doet haar oogjes toe en ik zie haar genieten. Mijn moeder stoorde me dus als ze mij riep om gezellig te doen. En ik was dan ook verontwaardigd dat ik ze met zijn allen naar het scherm zag zitten kijken, toen ik mij eindelijk bij hen voegde. Heel gezellig, ja!
Voor mij was elk boek een kijkje in een andere wereld, in de wereld van iemand anders. Het maakte mij niet uit of het een jeugdroman was, het meidenblad 'Tina', stripverhalen van Suske en Wiske of een boek over de oorlog. Van de man van de bibliobus die voor kwam rijden bij onze lagere school mocht ik al boeken lezen die eigenlijk nog niet geschikt waren voor kinderen van mijn leeftijd. Het ging om de boeken met een C op de rug. Boeken, bijvoorbeeld over de WO II. Omdat ik altijd zo enthousiast reageerde als hij aan kwam rijden en altijd weer om boeken verlegen zat, liet hij mij mijn gang gaan. Ik zie me nog met mijn vingers langs de rijen met boeken gaan. Met rode wangen en oortjes las ik zaken die nog niet voor mij bestemd waren. Zoals dat ene boek waarin nazipraktijken werden vermeld: mannen die gemarteld werden door ze met gespreide benen op een boomstam te laten vallen. OMG! Het is net alsof ik de pijn kon voelen, alhoewel 'k geen jongen ben natuurlijk. Het maakte zo'n indruk op me, dat het in mijn geheugen gegrift staat.
Toen mijn ouders de Summa-encyclopedie aanschaften, maakten zij van mij het gelukkigste kind op aarde. Urenlang nestelde ik mij in de werkkamer van mijn vader en bestudeerde ik de ene bladzijde na de andere. Ik wilde alles weten over de indianenvolkeren; over de zigeuners; de zwarte bevolking van Amerika. Andere culturen hebben mij altijd al bezig gehouden. Nederlanders vond ik maar...saai.
Vervolgens begon het schrijven. Op mijn achtste of negende schreef ik verschillende toneelstukjes toen ik in de klas zat bij meester Jagt; de meester met maar een arm; de meester bij wie wij een keer blikjes aan zijn uitlaat hadden gebonden die verschrikkelijk lawaai maakten toen hij weg reed; de meester die mij de boel liet opruimen toen een kind uit de klas had gebraakt. Maar vooral de meester die in mij geloofde, waarbij hij zo ver ging, dat mijn toneelstukjes ingestudeerd werden door een groepje kinderen en wij dit mochten laten zien aan de hele school.
Ook op de middelbare school schreef ik vele gedichten en verhalen, vooral over verliefdheid, want ik was de hele tijd verliefd op onbereikbare figuren. Dat was namelijk het spannendst en tegelijkertijd het veiligst. Niemand zou mij afwijzen. Toen het eigenlijk de bedoeling was om zakelijke teksten te schrijven met argumenten om mensen te overtuigen van mijn gelijk, slaagde ik er altijd in om als er vijf titels op het bord stonden om uit te kiezen, met vier zakelijke titels, ik de titel koos waarbij ik een verhaal kon schrijven. Zelfs met mijn eindexamen voor het vak Nederlands kreeg ik het voor elkaar om in korte tijd een heel verhaal te schrijven, inclusief slot. Ik haalde er mijn cijfer mee omhoog.
Verpest werd ik op de Christelijke Academie voor de Journalistiek in Kampen, althans op het gebied van schrijven, want voor de rest had ik er een geweldige studententijd. Ik kon namelijk niet binnen de kadertjes werken. Ik slaagde er niet in om zakelijke teksten te schrijven. Ik haalde magere zesjes en zes-en-halfjes, alhoewel ik wel in de gaten had dat jonge vrouwen met hun charmes de cijfers mogelijk nog een beetje op konden krikken. Maar daar had ik toen nog helemaal geen zin in. Mijn creativiteit en inspiratie raakten in het slop in die jaren, en keerde pas terug toen in het laatste jaar het onderwerp 'de literaire journalistiek' was. Toen kon ik eindelijk weer mijn ei kwijt en schreef ik een artikel over mijn oma die dement was. Het kwam in een reader terecht die gebruikt werd voor studenten.
Voorgelezen worden, lezen, schrijven. Ze zijn met elkaar verbonden. Niet dat ik zelf ben voorgelezen, in elk geval niet dat ik mij kan herinneren. Mijn moeder was meer een verteller. Volgens mij verzon zij ze ter plekke, die verhalen. Ik zal het nog eens navragen, hoe ze dat toch voor elkaar kreeg. En als mijn moeder mij welterusten kuste en weg liep, riep ik haar terug: "Nog één kusje, de allerlaatste." Als zij dan terug kwam - en dat deed ze altijd - greep ik haar bij de beide benen vast. Dat was ons slaapritueel.
Het verhalen vertellen, het voorlezen, het lezen en het schrijven hebben allemaal bijgedragen aan mijn algehele ontwikkeling. Ik ben hoog op de maatschappelijke ladder terecht gekomen, zoals door de onderzoekers bevestigd. Maar dat heeft me niet het geluk gebracht dat ik wel ervaar met het lezen van een boek of met het schrijven van een artikel, een gedicht of een verhaal. Ik heb mij daarom voorgenomen mijn twee oude liefdes weer nieuw leven in te blazen.
En die boekenkast, die komt er wel hoor!