Hoe ouder ik word, hoe meer ik op mijn vader ga lijken. Behalve de uiterlijke kenmerken van het typische familiekinnetje dat met de ouderdom steeds duidelijker vooruit lijk te steken, gaat het bijvoorbeeld ook om de humor . Ik gebruik zelfs de uitgekauwde humor die mijn moeder duizenden keren moet hebben gehoord. "Gedraag je als een fatsoenlijk huisdier", "Breek je benen voorzichtig" en dat soort typisch bij mijn vader horende uitdrukkingen.
Vroeger vond ik het verbazingwekkend dat er altijd weer een glimlach om haar mond verscheen, als mijn vader voor de zoveelste keer dezelfde grap vertelde. "N'escalier pas dans l'esperance. Elle est encore semaine." De meeste Nederlanders begrepen het al niet, laat staan de Franstaligen. Ik vond het als puber uitermate irritant. Nu kan ik er weer smakelijk om lachen, gewoon, omdat het uit mijn vader's mond komt en ik blij ben met zijn vrolijkheid.
Ook vond ik het vroeger zo erg, dat als je hem een verhaal vertelde, hij in het midden ervan ineens begon te grinniken, terwijl het verhaal daar niet om vroeg. Dan bleek dat hij helemaal niet had zitten luisteren, maar weer in gedachten verzonken was. Hij had vaak de grootste lol in zichzelf. De laatste tijd hoor ik echter steeds vaker van mijn kinderen dat ik maar met een half oor luister. "Ik duw je scherm naar beneden hoor, als je nu niet luistert," roept mijn jongste. O nee, niet mijn scherm. Ik luister, echt! En alhoewel ik volgens mij niet constant dezelfde grappen herhaal, zoals mijn vader dat deed; ik lach wel vaak zelf het hardst op mijn eigen grappen. Ik ben ook dol op woordgrapjes en ik neem sommige van zijn teksten over. Ze doen het goed en public. Mijn kinderen kunnen het minder waarderen. Ik besef, dat ik steeds meer op mijn vader begin te lijken.
Keek ik vroeger op naar mijn vader die zonder zenuwen een podium betrad, een opening hier verrichtte en een opening daar, jaren later had ik ook geen moeite meer om een publiek, groot of klein toe te spreken. Alhoewel ik wel last van mijn zenuwen had, was het niet zo als vroeger, dat mijn verlegenheid mij dermate verstikte dat ik spontaan blokkeerde. Alle woorden vlogen mijn brein uit en lieten me staan met rood hoofd, stotterend en stamelend. Het was heel sneu voor het meisje van toen. Maar later heb ik de gêne overwonnen. Zoals hij genoot van de aandacht, heb ik er tegenwoordig niet zo veel moeite meer mee bij tijd en wijle in het middelpunt van de belangstelling te staan.
Wat het geheugen en brein betreft, kan ik echter niet aan mijn pa tippen. Die man heeft, net als mijn moeder overigens,een ijzersterk geheugen. Dat komt waarschijnlijk door hun actieve leven, de kruiswoordpuzzels die ze dagelijks maken, de fietstochten op hun elektrische fietsen door de bossen en over de heide, het jeu-de-boulen op het speciaal daarvoor aangelegde veldje achter in de tuin, het gezamenlijk zingen met de dorpelingen en hun maatschappelijke betrokkenheid in het algemeen.
Ik hoop dat ik ook op dezelfde manier oud mag worden als mijn pa. Behalve dat hij altijd zo vrolijk en actief is, is hij ook nog eens een knappe vent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten