Sommige mensen had ik liever niet willen ontmoeten.
De hypocrieten, de leugenaars, de bedriegers, de hartenbrekers en niet te vergeten te lafaards.
En over die laatste groep wil ik het graag hebben: de lafaards, die overigens ook over eigenschappen kunnen bezitten van eerder genoemde categorieёn vanwege het feit dat mensen nu eenmaal niet in hokjes gestopt kunnen worden. Alhoewel ik sommige mensen graag een nacht lang in een hondenhok had willen zien gedurende de nachten dat ik wakker lag van de kopzorgen die zij mij bezorgden.
Ik ben ervan overtuigd dat ik deze mensen moest ontmoeten omdat ik een les te leren had. Op de een of andere manier word ik getriggerd door wat deze mensen zeggen of doen. Die grote, dominante vrouw bijvoorbeeld moest mij waarschijnlijk helpen om mijn gebrek aan zelfvertrouwen in eigen kunnen te overwinnen. En die ene schrikaanjagende man moest op mijn pad komen om er o.a. voor te zorgen dat ik bewust zou worden van de communicatie-tactieken van boemannen en boevrouwen. Met trots mag ik bekend maken, dat ik er in geslaagd ben om mij zelf te ontwikkelen, met God's hulp en de adviezen van lieve vrienden en/of professionals op het gebied van communicatie.
Maar het gaat hier niet om mij. Het gaat er om wat deze mensen klaarblijkelijk zijn vergeten. Althans dat is mijn bescheiden veronderstelling. Ze zijn vergeten dat ook zij een les te leren hadden. God geeft de mens zo veel kansen om te leren, om zichzelf te ontwikkelen, te verbeteren. Men kan de kans grijpen....of men kan hem laten liggen. Het gevolg is wel dat er kleine littekens op je hart zullen ontstaan. Naar mijn mening hebben zij de kans laten liggen om van mij te leren.
De grote, dominante vrouw had van mij kunnen leren dat een mens met passie zaken kan laten bloeien als je hem of haar de tijd en vooral de ruimte geeft. En die schrikaanjagende boeman had van mij kunnen leren dat mensen die weerstand bieden in feite de beste bedoelingen hebben en in feite heel trouw zijn. Maar ze hebben de kansen niet gegrepen. Integendeel: ze probeerden over me heen te walsen. Eerst lukte het, maar later niet meer. Ze hebben hiermee niet alleen mij geen kans gegeven, maar ze hebben ook de schaduwkant van zichzelf geloochend. Ze verbloemden hun diepste angsten en wilden daar niet mee geconfronteerd worden. Daarom noem ik ze ook laf.
Ik ben niet verdrietig dat ik deze mensen ben tegen gekomen. Het was goed voor me. De verontwaardiging die ik eerder zo diep ervoer tot in mijn tenen, heeft plaats gemaakt voor een lichte ergernis en ironie. God heeft het zo gewild. Daarom weet ik ook dat je met lafaards maar een ding kan doen: lafaards laat ik los. Ze hebben mij niet nodig om 'leeg' te lopen.