vrijdag 19 juni 2015

Bang in het donker

De laatste tijd laat mijn geheugen me steeds vaker in de steek. Gisteravond stond ik met autopech in Rotterdam. Ik was vergeten om de autolichten uit te doen. Het rare was dat ik daar onderweg nog over nadacht. Ik zal het toch niet vergeten, dacht ik nog. Jawel dus. Vanmiddag wilde ik het huis-, tuin- en keukenafval in de container gooien, maar ik stelde het uit omdat ik daarvoor dan mijn hoofddoek weer op moest doen. Mijn man zette het alvast buiten voor de deur. “Niet vergeten hoor,” zei hij. Een uurtje later zag ik veel vogels in de tuin zitten. Het was een prachtig gezicht en ik genoot. Totdat ik ontdekte wat de reden van hun komst was. Ze hadden mijn afvalbak omver gekieperd. Stoute vogeltjes!

Onlangs plaatste ik al een bericht in de groep ‘Geneeskunde van de Profeet’ omdat ik nieuwsgierig was of er mensen waren met goede tips voor mijn vergeetachtigheid. Ik schreef het volgende:
Al vanaf mijn kindertijd ben ik bijzonder vergeetachtig. Mijn geheugen laat mij constant in de steek, in die mate dat ik nauwelijks verantwoordelijkheid meer durf te nemen voor bijvoorbeeld projecten, alhoewel ik daar wel toe geneigd ben. Ik heb het altijd proberen te 'bedekken', want als men er achter zou komen, zou men denken dat ik dom was. Maar dom ben ik niet.
Men zegt dat je zaken niet onthoudt, als het je niet interesseert, maar dat gaat niet op voor mij. Men zegt dat het door de stress komt, maar ik zit al twee jaar werkloos thuis, waardoor ik nauwelijks stress ervaar. Ook dat is de oplossing niet. Mijn geheugen lijkt te functioneren als een zeef, alhoewel dat niet klopt, want vaak als mensen mij iets uit willen leggen (over Koran of soenna) wist ik het eigenlijk al en komt het geheugen terug.
Koranverzen leren; momenteel ben ik bezig om samen met mijn kinderen juz amma te leren. Het leren gaat goed, maar omdat het er steeds meer en langere soera's worden, kan ik niet steeds alles herhalen en vergeet ik de laatst geleerden binnen een of twee weken voor een deel. Ik word daar best verdrietig van.
Wie heeft er tips voor mij hoe ik mijn geheugen kan verbeteren? Of moet ik me er gewoon maar bij neerleggen, dat het er niet in zit?’
Ik moet meer water drinken, anders krimpen mijn hersenen
Voeding
De tips blijven tot vandaag de dag binnenstromen. De een zegt dat ik verstandiger aan doe een raqi (gebedsgenezer) te bezoeken, want ik zou wel eens bezeten kunnen zijn. De ander adviseert om een orthomoleculaire arts te bezoeken, want het zou aan de voeding kunnen liggen. Er volgen meerdere voedingsadviezen, of eerder gezegd supplementenadviezen:  ik heb waarschijnlijk een tekort aan magnesium, vitamine B12, of  D6. Ginkgo zou ik ook kunnen innemen, want dat is goed voor het geheugen. En ik moet (nog) meer water drinken, anders krimpen mijn hersenen.
Ik vat de koe meteen bij de hoorns en koop vitamines, ginko en magnesium.  Ik slik ze braaf een paar dagen lang, maar vraag me af of de misselijkheid die ik de laatste dagen voel, daarmee te maken heeft. Ik heb de magnesium ook al een of  twee keer vergeten in te nemen. Niks voor mij, tabletten en pillen! En van al dat water drinken blijf ik maar naar het toilet rennen.
Zondigen
Van de week kreeg ik een nieuwe reactie van iemand die zegt dat het volgens de overlevering met het maken van zonden te maken heeft , en een ander geeft aan in een privébericht dat zij ergens heeft gelezen, dat het zou komen doordat we naar onze ontlasting kijken. Nou ja, denk ik. Dat gaat toch automatisch als je doortrekt! En wat de zonden betreft; er is inderdaad een overlevering waarin de profeet, vrede zij met hem, vertelt dat het kijken naar haram ons vergeetachtig maakt. Nu kan daar best iets in zitten, want op de een of andere manier ben ik in staat om binnen luttele seconden iemand van top tot teen te  ‘screenen’ en daarbij valt het oog ook wel eens op waar we niet naar mogen kijken, ook al duurt het heel eventjes. Ik zou het goed doen als jurylid bij ‘Style by jury’. Maar ik denk toch niet dat het door de zonden komt, want als kind was ik ook al vergeetachtig.
Men vraagt mij of ik soms onvrijwillig werkloos ben geworden, want daar zou het ook wel eens aan kunnen liggen. Nu, dat was vrijwillig, want we kwamen het overeen, alhoewel het niet voor niks was dat we niet meer samen wilden en konden werken. Maar na twee jaar tijd heb ik het toch wel verwerkt. Alhoewel ….soms kan ik flink verontwaardigd zijn als ik een ex-collega spreek en we oude koeien uit de sloot halen.  

Jeugdtrauma
Een nieuwe reactie: een zuster legt de link met mijn jeugd. Zou ik soms met een  jeugdtrauma te maken hebben gehad? Want dat kan ook vergeetachtigheid veroorzaken. Aangezien het begon in mijn jeugd, zal ik dit toch eens nader onderzoeken.  
Ik heb een prachtige jeugd genoten op het platteland van Drenthe. Ik groeide op op een boerderij in een stabiel gezin. Elke dag om drie uur ‘s middags aan de thee met mijn moeder, de dag doorkletsen. Mijn vader komt er ook vaak bij zitten, als het werk op het land het toelaat. Anders spring ik op de fiets met een fles thee en dan kijken we samen naar de horizon, die kilometers verderop zichtbaar is. Eerst hadden we nog koeien en kalveren, maar omdat mijn vader geen zoons had in de tijd van de schaalvergroting, verkocht hij de koeien en richtte hij zich op de landbouw. Ik speelde altijd in de tuin, in de schuur, op het hooi, in de bomen, op het dak. Ik vocht met de jongens die kwetsbare kinderen pestten en ik stookte vuurtjes samen met de buurtkinderen. Op zondagen wandelen in het bos, of fietsen over de heide en langs de wateren in het veengebied. Dat levert allemaal geen trauma’s op, integendeel, het zorgt voor een solide basis.
Ik heb een prachtige jeugd genoten op het platteland van Drenthe
Slaapwandelen
Maar toch dwalen mijn gedachten wel eens af naar het krielkipje van een meisje dat ik toen was. Er waren momenten dat ik erg bang was, bang in het donker. Eerst sliep ik bij mijn oudere zus, maar toen zij op een dag ziek was, en ik blijkbaar niet stopte met donderjagen, moest ik voor straf in de slaapkamer beneden slapen. En daar bleef ik ook slapen. Het was een ruime kamer, daar niet van, maar de gordijnen waren - om de kou buiten te houden - zo dik, dat als je ‘s nachts wakker werd, je zo blind als een mol was. Je zag er nog wel net de motieven op, maar daar was ik niet blij mee, want ik zag er een heks in. Het slaapwandelen was ook vervelend. Ik herinner me nog die ene keer dat ik wakker werd, terwijl ik rondliep en ik geen idee had waar ik was. Ik tastte en tastte, op zoek naar een lichtknop en de muur - waar geen eind aan leek te komen - totdat ik een deurklink te pakken had. Toen ik de deur open rukte, belandde ik van de lange gang in mijn ouders slaapkamer, die me verbaasd aankeken. Misschien dat ik daarom nog tot mijn elfde in bed plaste.
Maar ja, of dat nou een zo groot trauma opleverde, dat het mijn hersens aan heeft getast, dat weet ik niet. Tegenwoordig slaapwandel ik niet meer. Ik lees elke avond de laatste drie hoofdstukken van de Qur’an en strijk dan met mijn handen over mijn hele lichaam. Wel heb ik nog last van gezichten die me ‘s nachts aanstaren, net terwijl ik wakker word. Ze doen niks, maar ik wil dat ze weg gaan. Ik heb ontdekt dat het helpt om te zeggen: In de naam van God ga ik naar buiten en in de naam van God ga ik naar binnen en op Hem stel ik mijn vertrouwen’, alhamdoelillah (alle lof aan God)
Dement
Een van de groepsleden geeft tot slot nog aan, dat het zoveel tips zijn, dat ik door de bomen misschien het bos niet meer kan zien. Dat valt op zich wel mee, maar het klopt dat al die woorden en adviezen wel door het brein verwerkt moeten worden. Dat gebeurt in mijn geval op spontaan-chaotische wijze. Ik lees een advies en sla meteen aan het googlen, want op de een of andere manier hoop ik toch hét antwoord te vinden.

Ik weet niet of ik er ooit nog achter kom, wat er met mij en mijn brein aan de hand is. Tegen de tijd dat ik het antwoord weet, ben ik wellicht dement. Het zit in de familie. Het belangrijkste is volgens mij dat ik rust en regelmaat in mijn leven heb en goed voor mezelf zorg om mijn geheugen in conditie te houden. Zal ik remigreren naar het groene en Hoge Noorden?  

maandag 1 juni 2015

Struinen door de straten van Parijs

Het eerste wat ik deed in Parijs was een grote plant kopen die ik op mijn chambre de bonne zette. Zo haalde ik voor mijn gevoel toch een beetje ‘Nederlands groen’ in huis. Zeventigtwintig jaar geleden struinde ik door de straten van Parijs, vanuit het hart van de stad, waar mijn oppaskind naar school ging, terug wandelend naar République. Het afgelopen weekeinde keerde ik terug met maar één missie: mijn oude stekkie opzoeken waar ik gewoond had en wandelen in de gezellige wijk St. Michel en langs de Seine zoals ik dat vroeger deed.

Onderweg vanuit Nederland zingen we mee met Kenny B. “Mijn gevoel zegt mij dat wij vanavond samen kijken naar de Champs Elysees, de Notre Dame en naar de Seine. En daarna samen op la Tour Eiffel.” We gaan naar Parijs. Ditmaal niet op doorreis naar Algerije, maar gewoon een paar dagen genieten van de sfeer in de stad.


Rue Albert Thomas
Ik had Rue Albert Thomas onlangs al eens bezocht via Google Earth, maar ik kon het huis toen niet thuisbrengen. Maar live herkende ik de grote blauwe poort en de ramen met witte luiken ervoor meteen. Ik had me vergist in het nummer. Het was geen nummer 10, maar nummer 48. De supermarkt was verdwenen, evenals de groentezaak en de Iraanse tapijtenverkoper. Maar de bakkerij naast het metrostation Jacques Bonsergent bestond nog wel. Elke dag haalde ik daar mijn viennoise, een iets zoetere variant op de stokbrood, en bedekte deze rijkelijk met witte smeerkaas. Mijn au pair-familie at geen brood, want zo zei mevrouw Tonneau: ‘Daar word je dik van’. Ze aten om diezelfde reden geen pasta’s; en aardappelen lieten ze ook al staan. Ze aten magere naturel yoghurt waar je niet vol van werd en heel veel groenten. Drop die ik meenam na de kerstvakantie voor zoonlief, mocht hij niet opeten, want daar zat suiker in. Toch bleven moeder en zoon dik. Ik kookte mijn eigen kostje op de tweepitter in mijn kamer.

Destijds was ik naïef, nieuwsgierig en hunkerend naar het onbekende

Terwijl ik voor de poort sta en omhoog blik, verwacht ik op de een of andere manier dat mijn oppaskind Matthieu Tonneau zo dadelijk de deur uit komt, of zijn vader, of moeder. Maar dat gebeurt niet. Ik ben in Parijs, een wereldstad waar ik 27 jaar geleden in mijn eentje met een grote rugzak vol kleding en verwachtingen aankwam ‘om de wereld te ontdekken’. De tijden zijn veranderd, ik ben veranderd, maar ik ken hier niemand en niemand kent mij.

Naïef meisje
Toen was ik een naïef meisje, 21 lentes jong. Ik was open en nieuwsgierig, maar had werkelijk geen idee van de bedreigingen van de grote stad. En dan bedoel ik met name de anonieme mannen op straat, die achter me aan liepen, tegen me aan ‘reden’ in de bus; de potloodventers in de metro of op de boulevard en de oude tennisleraar en apotheker die wel een jong bloempje lustten, terwijl ik dacht dat we ‘gewoon vrienden’ konden zijn. Ik heb er mijn lesje wel geleerd, alhamdoelillah! Ik ben zo dankbaar dat Allah mij Zijn Bescherming heeft geboden in Parijs en dat hij mijn man op mijn pad bracht, die mij liet kennis maken met de islam.





Nu kijk ik met heel andere ogen naar dezelfde stad. Naast al de historische bezienswaardigheden is het eigenlijk vooral ‘mensen-kijken’ waar ik nooit genoeg van krijg. Zet mij neer op een bankje bij de Notre Dame of bij de Eiffeltoren, en ik geniet van alle mensen die rond lopen, foto’s maken en laten maken; vaak in allerlei posities, alsof ze de toren ‘onder de duim hebben’ of met gespreide armen. Een grote gespierde Senegalees zegt met een brede glimlach ‘salaam alaikoem’ als mijn zoon mij vraagt even om te kijken naar een optreden streetdance die hij en zijn vrienden weg geven. Het is een andere ‘salaam alaikoem’ als de verkopers even verderop. De ene salaam klinkt als ‘vrede en broederlijke liefde’, de andere klinkt als ‘kom kijken en vooral kopen’.


Geïntegreerd
Ik ontmoet nergens angstige of veroordelende blikken. Ik zie slechts mensen die allemaal op de een of andere manier struggelen met hun bestaan, die gelaten hun lot ondergaan of gewoon genieten van het leven. Daklozen die, de roes uitslapend, uitgestrekt onder de bankjes liggen op uitgevouwen kartonnen dozen, Antilliaanse vrouwen die lijken te zijn geïntegreerd in de Franse cultuur. Ik tel slechts maximaal één of twee Afrikaanse bonte jurken en dan ook nog zonder de daarbij behorende tulband. Ook is de felheid van destijds uit hun ogen en manier van spreken, evenals de littekens van messengevechten op hun wangen. Waren er vroeger nauwelijks gesluierde vrouwen, die lopen er nu meer rond, zelfs vrouwen die volledig in het zwart gekleed gaan, en dat in het Parijs van de aanslag op Charlie Hebdo. Alleen bij de Notre Dame neem ik drie militairen in vol ornaat waar, waardoor de realiteit zich even aan me opdringt.  

Hier leven de migranten op elkaar gepakt in appartementen die zijn ingericht met inklapbare en invouwbare Ikea-meubels


In de nacht slapen we bij mijn man’s tante, in een veel te klein 2-kamer-appartementje, waar je bijna letterlijk je kont niet kan keren om op het toilet zitting te kunnen nemen. Daarbij komt nog dat zijn tante een hamsteraar is geworden, die geen afstand kan nemen van de door haar gekochte spulletjes. In deze wijk vind je nagenoeg geen Fransen. Hier leven de migranten op elkaar gepakt in appartementen die zijn ingericht met inklapbare en invouwbare Ikea-meubels. De straten zijn nu echter wel zijn schoongeveegd van prostituees en drugshandelaren, waardoor het zowaar een nette, leefbare buurt is geworden. Ik slaap op de harde grond op een paar dubbelgevouwen dekens, omdat mijn dochter bang is voor de grijze glurende kat des huizes die zich overdag schichtig bovenop de kast verschuilt, maar in de nacht op rooftocht gaat zoals haar natuur verlangt. Ik hoor de tante van mijn man meerdere keren ‘Chanel’ tot de orde manen als ze weer eens door de kamer sluipt en ook op het bed springt. Het gevolg is dat ik na twee geradbraakte nachten enorme wallen onder mijn ogen heb.


Spanning en sensatie
Eigenlijk is Parijs niet heel erg veranderd in al die jaren. De trots van de Fransen op hun eigen taal en cultuur lijkt onverminderd groot. Geen enorme veramerikanisering zoals in Nederland, alhoewel grote warenhuizen als Tati en Monoprix gedeeltelijk uit het straatbeeld zijn verdwenen. Ook hier heeft de crisis toegeslagen. Het is veelal Frans wat er op de radio klinkt. Het klinkt me als muziek in de oren, want de Franse taal is heel melodieus en vol ritme. Ik besef dat we Nederland in feite weg geven, alsof onze taal, cultuur en historie niet waardevol genoeg zijn. Toch word ik hier niet melancholiek van; ik constateer het slechts. Net zoals ik constateer dat de wijze waarop wij mensen de wereld beschouwen altijd bij ons terugkomt zoals een boemerang. Destijds was ik naïef, nieuwsgierig en hunkerend naar het onbekende, waardoor ik naast beschutting ook spanning en sensatie naar me toe kreeg geslingerd. Nu ben ik milder, heb ik meer levenservaring en geniet ik meer van alles om me heen.


Geen spanning en sensatie dit keer. Alhoewel dat niet helemaal klopt: op de laatste avond heb ik couscous gekookt voor het nichtje van mijn man die hoogzwanger is, omdat ze daar zo naar taalde. Ze heeft echter nog maar twee happen genomen, of ze krijgt spontaan weeën. Voor de grap zeggen we nog: “Ben je van plan te bevallen of zo,” maar het is serieus. De weeën volgen elkaar steeds sneller op. Die nacht wordt het tweede kleinkind van mijn man’s tante geboren. Jenna is haar naam. Te vroeg geboren, maar klaarblijkelijk al net zo nieuwsgierig als haar ‘grote broer’ Nahil die al heel vroeg kon lopen terwijl ondertussen ook al een paar tandjes doorbraken, wat volgens het consultatiebureau niet kon. Met een grote gretigheid om de wereld te ontdekken, net zoals ik 27 jaar geleden.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het digitale magazine De Stem van de Ummah