Fatima Mernissi schreef het in een van haar boeken, hoeveel voordeel zij er van had dat zij Koranonderwijs had genoten. Zij kon hierdoor alles beter onthouden, zo meende zij. Iedereen weet dat het uit het hoofd leren van de Koran puur stampwerk is.
Wat voor voordeel hebben wij van stampen? We worden er niet intelligenter van. Maar ook niet dommer. Is iemand die goed kan stampen intelligent? Of ben je pas intelligent als je het stampwerk niet nodig hebt? En wie of wat bepaalt wat intelligent is?
Ik zat in de zesde klas toen we een kennisspel deden op de lagere school. We werden in groepjes ingedeeld en kregen allemaal vragen over verschillende kennisgebieden. Ik heb het onthouden, omdat het anders was dan anders en daarom spannend, maar ik heb het vooral onthouden omdat ik die dag faalde. Voor zover ik weet stond ik voor het eerst van mijn leven met mijn mond vol tanden. Ik had het ze nog zo gezegd, maar ze wilden niet luisteren. "Nee, ik ken die plaatsnamen niet. Kies iemand anders," zei ik tegen de andere leden van het groepje. Maar ik moest en zou naar voren, want ik haalde immers altijd tienen voor topografie.
Dus trad ik met tegenzin en schoorvoetend naar voren en wees de een na de andere verkeerde plaats aan met de aanwijsstok die ik van de meester in mijn handen kreeg geduwd. Assen lag ineens in Groningen en Haarlem in Zuid-Holland. Mijn groepje nam het mij kwalijk dat ik bijna geen enkel antwoord goed had. Ze begrepen er niets van. Het was de eerste keer dat ik begreep dat stampen voor mij eigenlijk geen zin had. Wel nut, maar geen zin. Ik had er op enig moment profijt van, maar daarna waaide de kennis weg zoals de bladeren in de herfst van de bomen vallen, mij achterlatend als een kale boom.
Nu zal Fatima Mernissi met 'stampen' waarschijnlijk iets anders bedoelen dat wat ik hierboven beschreef. Als zij over het inoefenen van de Koranverzen spreekt, dan is dat van een heel ander kaliber dan het eenmalig leren opdreunen van een aantal naamplaatsen. Bij mij leidt eenmalig stampen ertoe dat ik nagenoeg alle kennis weer kwijt ben binnen een paar weken. Bij mijn kinderen werkt het overigens anders. Mijn jongste maakte laatst de topotoets zonder dat we geoefend hadden - hij was namelijk vergeten om mama te vertellen dat hij weer een toets had - , maar haalde toch een hoog cijfer. Hij had het gewoon onthouden van de keer ervoor, gaf hij aan. Ook mijn jongste dochter kan nauwgezet het proces beschrijven van hoe het bloed wordt rond gepompt in het lichaam, nadat mijn oudste dochter haar dat één keer heeft onderwezen. Ik zat er bij, en ik keek ernaar. Als ze mij na een paar weken zou vragen om dit proces te beschrijven, zou ik het alleen in grote lijnen kunnen navertellen, of zou ik alleen enkele details goed kunnen beschrijven en niet het hele proces. Mogelijk moet ze het mij om de paar weken opnieuw vragen het te herhalen, zodat het langzamerhand beklijft.
Ondanks het feit dat veel kennis net zo gauw mijn hoofd weer uit was als het er in ging, heb ik toch al mijn diploma's gehaald zonder ook maar één keer te blijven zitten. Ik leerde door te stampen. Mijn kortetermijngeheugen hielp me al die jaren door het onderwijs heen. Althans dat is mijn veronderstelling. Ook meende ik dat ik vast niet zo intelligent was vanwege mijn gebrekkige langetermijngeheugen. Er zijn vele begrippen waarvan ik de betekenis pas op latere leeftijd heb leren onthouden. Ik onthield ze pas, toen ik er in de dagelijkse werkelijkheid mee te maken kreeg en de woorden betekenis kregen. Plaatsnamen bijvoorbeeld onthoud ik bijvoorbeeld beter als ik langs, door of in plaatsen kom. En zo ook het rijtje Duitse voorzetsels dat de derde naamval krijgt. Ik heb het zo vaak moeten toepassen, dat het keurig is opgeslagen in mijn geheugen.
Ik vind het hoe dan ook verkeerd, dat de nadruk altijd op het IQ moet liggen. We hebben niet alleen maar IQ nodig om een samenleving in te richten. We hebben o.a. ook het Emotioneel Quotiënt en Spiritueel Quotiënt nodig. Dat stelt ook wijlen Stephen Covey in het laatste boek van zijn hand 'de achtste eigenschap'. 'Ontdek je eigen stem, draag deze uit en help ook anderen hun eigen stem te ontdekken en uit te dragen. Dit maakt dat je het beste in jezelf naar boven haalt en zo de meeste creativiteit, kracht en resultaten boekt. Dit geldt voor mensen persoonlijk, maar ook voor de creativiteit en resultaten in organisaties', schrijft hij.
Er zijn vele manieren om te leren. Op de basisschool waar ik als laatst werkte, leerden we de kinderen dat je behalve rekenknap ook taalknap kon zijn, of muziekknap, natuurknap, beeldknap, beweegknap, mensenknap en zelfknap. Hier bloeiden sommige kinderen van op, die altijd het gevoel hadden toch niets te snappen. Een kind dat moeite had met rekenen, blonk uit in topografie. Een ander kind was een kei in presenteren. Een derde kind bemiddelde altijd als er ruzie was. Weer een ander kind werd altijd als eerst gekozen met sporten. Ik heb ook een achterneefje met het syndroom van Down die geen muzieknoten kan lezen, maar wel virtuoos de accordeon bespeelt. Hij is overduidelijk muziekknap. De psycholoog Howard Gardner stapte af van de gangbare gedachte over intelligentie en ontwikkelde hiertoe zijn theorie van Meervoudige Intelligentie. Volgens hem kan de mens veel meer dan alleen lezen, schrijven en rekenen en kan je op veel verschillende manieren intelligent zijn. Door de kinderen aan te moedigen de verschillende intelligenties te ontwikkelen, kunnen ze worden omgezet in levensvaardigheden. Het gaat dus om de Q'en die wij nodig hebben om een maatschappij te doen welslagen.
Bij mijn kinderen is de visueel-ruimtelijke intelligentie goed ontwikkeld. Ze zijn dus beeldknap, want beelddenkers. Zij leren door zich ergens een beeld van te vormen. Bij een toets zien zij de beelden op hun netvlies en kunnen de kennis hierdoor reproduceren. Mijn oudste dochter herinnert zich tijdens de toets het bladzijdenummer, de zin ervoor en de zin erna en kan zo de kennis oplepelen.
Dat heb ik dus niet. Ik moest het altijd hebben van stampwerk. Zo ben ik in feite door de hele middelbare schoolperiode gerold. Ik ging vaak wel net met de hakken over de sloot over, maar ik heb het toch voor elkaar gekregen.
Het speelt me nog parten dat ik dingen slecht onthoud. "Hoeveel heb je voor die camera betaald?" vroeg laatst de winkelbediende toen ik een objectief voor de camera kocht. Ik had werkelijk geen idee meer. "Ongeveer dan," vroeg hij. Ik deed een wilde gok: "180 euro?" "Nou dan heb je hem echt heel goedkoop gekocht." Ik wist meteen dat ik er flink naast zat. Waarschijnlijk was het zelfs 280 euro, dacht ik bij mezelf. En er meteen achteraan dacht ik: niet te geloven dat ik zelfs niet meer weet hoeveel geld ik uitgegeven heb. Of zou het komen omdat ik niet aan geld hecht?
Ik ben er een aantal jaren geleden al eens mee naar de dokter geweest, omdat ik me af vroeg of ik soms al vroeg dementeerde. Maar ik ging voornamelijk omdat ik eigen doktertje speelde en op het internet een beschrijving van vroege dementie meende te herkennen. De dokter zei echter, dat het een hormonale kwestie was en dat het met stress te maken had. Ik geloofde haar wel. En ik geloofde haar niet. Ik had 'het probleem' immers al van jongs af aan. Aan de andere kant ervoer ik ook veel stress en besefte ik dat van stress het bloed niet meer goed door het lichaam stroomt en dus ook niet door mijn hersens. Een wijze vriendin zei me dat ik gewoon "niet meer kon en hoefde te dragen dan nodig was." En dat vind ik een goede reden, waar ik mij bij neer probeer te leggen.
Ik accepteer min of meer dat mijn geheugen functioneert als gatenkaas en soms zelfs als een vergiet. En ik accepteer dat ik op een andere manier leer dan de meeste mensen. Ik onthoud door te ervaren, het liefst zintuiglijk. Ik weet niet wat voor Q daar bij hoort. Ik ben in elk geval zelfknap, mensenknap, muziekknap, en taalknap, wat goed past bij mijn creativiteit als schrijver. In feite beschikt elk mens in min of meerdere mate over de verschillende quotiënten. Het is ook mogelijk om de ene intelligentie waar je minder goed in bent te ontwikkelen door middel van een andere intelligentie. Men zegt dat de intelligentie niet meer toeneemt na ons achttiende levensjaar, en dat de intelligentie in de puberteit zelfs al minder hard toeneemt. Maar dan heeft men het dus alleen over het IQ. We komen immers na ons achttiende tot zo veel nieuwe inzichten. Ik merk bijvoorbeeld dat ik de laatste tijd steeds beeldknapper word en ik ben er van overtuigd, dat ik daardoor ook op rekenkundig vlak vooruitgang zou kunnen boeken. Ik zeg: zou. Want ik voel niet echt de behoefte om rekenknapper te worden. Het onthouden van kennis heeft daarom ook zeker met belangstelling te maken.
Toch vraag ik me nog altijd af, hoe het kan dat mijn geheugen zo 'gebrekkig' is.