vrijdag 30 augustus 2013

Meer moeder dan ik dacht

Iemand deed de voordeur open. Het kon niet mijn man zijn, dus moest het mijn dochter wel zijn. Jawel. Ze was terug gekomen, terwijl ze onderweg was naar Groningen, waar ze op kamers gaat. Ik had haar even daarvoor gebeld, en ik had haar meegedeeld, dat ik niet blij was dat ze zonder overleg een hele dag naar Groningen ging, dat ik me niet betrokken voelde, en ik maakte haar nog heel wat andere verwijten. Ze kwam binnen en ging naast me zitten op de bank. “Wat is er nou?” vroeg ze, alsof zij de moeder was en ik het kind. En de tranen sprongen opnieuw in mijn ogen.

“Ik weet het niet, kind. Ik heb het gevoel dat ik al die jaren er niet voor je was. Ik heb altijd gewerkt. Mogelijk heb ik niet genoeg aandacht aan jullie besteed. Dat je daarom zo weinig beneden komt als je thuis bent. Dat ik je steeds moet roepen om een klusje te doen.” “Welnee, mam,” antwoordt ze. “Al de kinderen zijn tegenwoordig zo. Dat weet je toch. Geef ze een pc en weg blijven ze.” Ik moest het beamen. Al de kinderen blijven graag op hun kamer. Zei mijn moeder ook niet tegen mij vroeger, dat ik zo ongezellig was, dat ik niet in de woonkamer kwam. Om televisie te kijken, terwijl ik net een boek las. Een boek is overigens wel veel beter dan die pc, maar dat is weer iets anders.

“Ben je ontevreden dan over ons als kinderen?” vraagt ze. “Als je kijkt naar de dien (het geloof) of de doenja (het wereldse leven)?” Mijn antwoord niet afwachtend, vervolgt ze: “Als je kijkt naar de doenja en je vergelijkt ons als gezin met andere gezinnen, ben je dan ontevreden?” Eigenlijk was het een retorische vraag, want beiden wisten we het antwoord al. Wij hebben namelijk niets te klagen. Ik mag in mijn handen knijpen met zulke kinderen. Alhoewel ze wel heel erg lui zijn. En dat zeg ik dan ook. “Ja maar je weet ook dat geen mens, en dus ook geen kind gelijk is,” geeft ze als repliek.” Als je kijkt naar mima (oma). Die had negen kinderen, en geen kind is gelijk. Van haar drie dochters is er eentje een echte aanpakker, eentje kan er ook wel wat van en de derde is lui. Die zal nooit iets uit zichzelf doen. Maar ja, nu ze nog ongetrouwd bij haar moeder is achtergebleven, moet ze wel koken en het huishouden doen. Ja toch? En je weet ook dat je jongste waarschijnlijk wel een aanpakker is. Niet dan?”
raisingyusuf.wordpress.com
Ze kijkt me weer vragend aan met haar grote ogen van ‘mama wat is er nou?’ en ik snik: “Ik weet niet wat er met mij aan de hand is.” “Ik heb je toch eergisteren nog gezegd dat ik dinsdag ofwel woensdag naar Groningen zou gaan i.v.m. een vergadering met de andere meiden. Ik heb het toch ook aan papa verteld,” gaat ze haar verhaal verder. Ik kan me het niet herinneren dat ze dat heeft verteld. “Misschien moet je het dan nogmaals herhalen,” zeg ik. Ik weet wel, dat ik soms te veel in mijn eigen gedachtenwereld zit om goed te kunnen luisteren. En ik irriteer me er ook aan, dat ze nu vaker dan voorheen akkoord krijgt van papa in allerlei zaken, waar ze voorheen mijn toestemming vroeg, alleen maar omdat ze weet dat haar vader haar steeds meer is gaan vertrouwen. Ze raadt mijn gedachten. “Ik vertel je juist de laatste maanden veel meer, meer dan ooit,” gaat ze weer verder. Ik weet dat het waar is. Maar waarom voel ik me zo verdrietig dan? Ik zeg: “Jij hebt altijd overal argumenten voor. Ik voel wat ik voel. Ik heb geen uitleg. Ik heb geen argumenten.”

Later op de dag, als mijn dochter na ons gesprek alsnog onderweg is naar Groningen, chat ik met een vriendin. Zij maakt het zelfde mee. Haar dochter gaat niet op kamers, maar gaat trouwen. We komen tot de slotsom dat we simpelweg niet verdragen dat onze dochters onafhankelijk worden. We kunnen er niet tegen dat onze dochters het huis uit gaan en ons achter laten. Mijn dochter is het afgelopen jaar een paar keer per week op en neer gereisd naar Groningen omdat ze daar is gaan studeren. Ik heb zelf gestimuleerd dat ze op kamers zou gaan. Haar vader was eerst tegen, maar is overstag. Hij ziet dat ze serieus is en vertrouwt haar. Ik ben toch gevoeliger en meer moeder dan ik dacht.

Behalve dat ik haar zal missen, heb ik de afgelopen periode ook nagedacht over mijn rol als vrouw in deze maatschappij en in ons gezin. Meer dan 20 jaar lang heb ik me uit de naad gewerkt. Meer dan 20 jaar wilde ik van nut zijn voor de maatschappij. De laatste vier jaar als schoolleider. Ik heb bewezen dat ik het kan. Ik heb mijn verantwoordelijkheid met grote passie gedragen. Maar als mens kostte het me bijna mijn gezondheid. Ik dacht op een gegeven moment: is dit het nu allemaal waard? Ik ben een vrouw, ik ben een moeder. Ik hoef niet eens te werken van God. Voor wie doe ik dit? Als ik vertrek, zullen ze nog even aan me denken, maar daarna zullen ze me vergeten, want dan komt er wel weer iemand anders die zich ook aan zijn of haar taak kwijt zoals ik dat deed. Ik werkte omdat ik er toe wilde doen en omdat ik mijn echtgenoot wilde ondersteunen. Maar ik heb besloten dat het anders moet. Twee dagen per week werken vind ik meer dan genoeg. En ik doe alleen maar werk dat ik echt wil. Voor de rest wil ik thuis zijn en genieten van mijn kinderen. Zolang het nog kan. De eerste gaat al de deur uit….

Geen opmerkingen: