Werken of thuisblijven. Het lijkt het alsof ik een keuze heb. Die heb ik ook, althans gedeeltelijk. Niet dat de banen voor het oprapen liggen. Ik bepaal echter uiteindelijk wel zelf of ik op een bepaalde vacature reageer of niet. Alhoewel het UWV er wel druk op legt, want ik ben verplicht elke week te solliciteren. Gelukkig betekent dit niet dat ik elke week een sollicitatiebrief moet schrijven. Ik kan ook een activiteit uit voeren waaruit blijkt dat ik op zoek ben naar werk, zoals mezelf inschrijven bij een uitzendbureau. Het lot wil dat er de ene week wel drie interessante vacatures voorbijkomen en de week erop geen enkele.
Werken of thuisblijven betreft ook mijn keuze om als moeder in een gezin met kinderen thuis te blijven of aan het werk te gaan. Ik heb na mijn studie nauwelijks stil gezeten. Als 'een zondagskind' rolde ik van de ene geweldige baan in de andere. Nu heb ik voor het eerst 'een sabbatical', alhoewel dat in mijn geval een eufemisme voor werkloosheid is. Ik geniet zo van het contact met de kinderen. Ik heb nu toch meer aandacht voor ze. En mijn huishouden is sinds ik thuis ook beter op orde, alhoewel ik nooit een geweldige huisvrouw zal worden. Maar het belangrijkste is dat ik geen slapeloze nachten meer heb vanwege alles wat ik morgen en de weken erop nog moet regelen en van wat ik gisteren niet zo handig had aangepakt. Met het effect dat ik nu dan eindelijk met meer concentratie en minder frustratie mijn gebeden kan verrichten.
Het eerste half jaar kwamen er best wat ambitieuze banen en projecten op mij af, die het allemaal net niet bleken te zijn. Achteraf gezien ben ik er blij om, want ik had de rust in hoofd, hart en handen heel hard nodig. Zoals we altijd dienen te zeggen: God weet het beter. Hij wist dat ik eerst uit moest rusten.
Het tweede half jaar was ik vooral bang om opnieuw in een wespennest verzeild te raken. Dat mocht ik mezelf nooit meer aandoen. Nooit meer braaf zitten en poot ophouden, nooit meer mezelf voor het karretje laten spannen, nooit meer over mijn eigen grenzen heen gaan. Ik ben te waardevol.
Toch ben ik na al dat uitrusten een beetje rusteloos. Mijn hart is wel tot rust gekomen, maar ik heb zo'n gevoel dat mij iets te wachten staat. Een opgewonden gevoel heeft zich meester gemaakt van mij. Alsof er binnenkort iets spannends gaat gebeuren, waar ik me op verheug, maar waar ik ook wel wat zenuwachtig voor ben. Ik weet alleen niet wat. Alsof ik aangenomen word voor een boeiende functie, waar ik veel voldoening uit zal halen. Een droombaan.
Ik hoop op een baan waarin ik mij ei en mijn energie kwijt kan en waarbij ik iets kan betekenen voor andere mensen. Een baan, waar de ruimte is voor creativiteit en een werkplek waar vertrouwen heerst in de werknemers, zodat ze zich kunnen ontwikkelen. Geen verzurende werkplek waar men alleen maar op ja-knikkers zit te wachten, die vervolgens in de wandelgangen lopen te roddelen en te klagen. Maar een werkplek waar de flow overheerst, waar de mensen elkaar inspireren. Ik hoop ook op weinig en korte werkdagen, zonder vergaderingen, studiedagen of bijeenkomsten in de avond, zodat ik op tijd thuis ben voor mijn kinderen.
Keep dreaming, zul je misschien zeggen. Ik doe net alsof er werkgevers op mij zitten te wachten. Maar nee, het is niet zo zeer, dat ik daar overtuigd van ben. Ik realiseer me dat het best nog een tijdje duren zal, voordat er weer iets op mijn pad komt. En dat vind ik helemaal niet erg. Ik ben geduldig en ik verveel me thuis geen moment. Ondertussen blijf ik echter heerlijk dromen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten