maandag 29 september 2014

De eigen identiteit, deel II: de generatieklik

Is er sprake van een generatiekloof tussen de eerste, tweede en derde generatie
moslims in Nederland of hebben de jongere generaties van de verschillende puzzelstukjes een nieuwe mooie puzzel samengesteld? Is er sprake van een brei, of een fusie? Van een generatiekloof of een -klik? In dit deel aandacht voor de grote uitdaging die er voor onze jeugd ligt om de wijsheid van hun voorouders te benutten en om de problemen die generaties lang zijn doorgegeven op te lossen.

Zou het niet geweldig zijn als wij als mens in staat zouden zijn om ons te bevrijden van de gruwelen van het verleden? Dat wij geen oorlogen meer voeren, omdat wij hebben gezien dat oorlogen alleen maar voordeel opleveren voor de wapenhandelaren en de grote machthebbers in de wereld, die het gewone volk bespelen? Dat wij inzien dat sommige eeuwenoude tradities zoals bloedwraak en eerwraak alleen maar meer ellende opleveren en dat wij besluiten te breken met deze tradities? Ik noem nu zeer zware problemen, maar het kan ook om allerlei tradities, normen en waarden gaan die binnen een bepaald gezin heersen.  


Fouten uit het verleden
Het is geen illusie om te breken met tradities, groot of klein, het is mogelijk. Elk mens is in staat om de fouten uit het verleden te corrigeren en om aan zijn eigen kinderen andere, bevrijdende waarden en normen door te geven. In deze tijd van bewustwording moeten wij ons realiseren dat wij onze kinderen kunnen behoeden voor de fouten die wij hebben gemaakt. Niet door hen te beschermen of te beperken, maar door hen de begeleiding en vervolgens de ruimte en het vertrouwen te geven om zich te kunnen ontwikkelen naar eigen mogelijkheden.


Als ik binnen mijn eigen biculturele gezin kijk, zie ik dat onze kinderen ondanks de soms bijna onoverbrugbare tegenstellingen tussen mijn man en ik een eigen weg hebben gekozen om hiermee om te gaan. Ze neigen soms naar het een, soms naar het andere, maar nog vaker gaan ze er heel anders en met een grote souplesse mee om. Zo heb ik van huis uit, vermoed ik, de graag aan de verwachtingen willen voldoen-factor mee gekregen. Ik wil graag aardig gevonden worden. Ik voel mij enorm verantwoordelijk voor het wel en wee van andere mensen. Ik draag soms de last van de hele wereld op mijn schouders. De vader van mijn kinderen heeft echter ‘lak’ aan anderen. Het interesseert hem echt niet wat anderen van hem denken. Hij voelt zich in hoge mate verantwoordelijk voor zijn eigen gezin en zijn familie, maar voelt zich niet geroepen de wereld te redden.  




Blending
Onze kinderen hebben dat relaxte van hun vader, de een wat meer dan de ander. Ze hebben een zelfvertrouwen dat hen door de puberteit heeft geloodst zonder grote noemenswaardige problemen, Godzijdank. Wat ze van mijn genen hebben overgenomen is dat ze stuk voor stuk sociaal en inschikkelijk zijn en zich makkelijk aanpassen in verschillende situaties. Ze hebben onze beide beste kanten door elkaar gemixt en hebben er een smakelijke milkshake van gemaakt.


Bij zo’n blending gaat er ook wel eens wat mis overigens. Als dat niet zo was, viel er niets meer te leren. Zo komen alle vier de kinderen bijna dagelijks net niet te laat, net als hun vader. Zo hebben drie van de vier best wel eens last van faalangst, terwijl dit helemaal niet nodig is, net als hun moeder. Daarnaast zijn er ook nog zaken die nog niet uitgekristalliseerd zijn. Mijn man heeft bijvoorbeeld de concurrentie-factor mee gekregen. De broers in het gezin hebben lang geprobeerd elkaar te overtroeven, om in de gunst bij de ouders te komen. De ouders hebben duidelijk hun voorkeur laten blijken voor de een of de ander, wat tot jaloezie en soms zelfs wrok heeft geleid. Bij ons thuis was er sprake van volledige gelijkwaardigheid. Mijn ouders hebben nooit een van de kinderen voorgetrokken. Ikzelf heb dit overgenomen van mijn ouders: ik heb gewoon geen voorkeur. Mijn man steekt zijn voorkeur niet onder stoelen of banken, alhoewel hij veel minder uitgesproken is dan zijn ouders en hij zijn lieveling niet voortrekt. De grap is dat de andere kinderen die voorkeur zelfs benutten door hun zusje in te zetten om dingen gedaan te krijgen. In elk geval hoop ik dat mijn kinderen dit ‘voorkeursgedrag’ niet zullen kopiëren en plakken. Dat ze de andere kant hebben gezien, zou hun hierbij ‘over de drempel’ kunnen helpen. De keus is echter aan hen.

Een generatie helen
Ik denk dat elk mens elke dag weer de mogelijkheid heeft om te breken met belemmerende tradities of belemmerend gedrag. De kunst is dat de mens dit doet zonder de anderen in de familie voor het hoofd te stoten. Hij moet ervoor zorgen dat oude puzzelstukjes die niet meer passen, vernieuwd worden, zodat de puzzel weer héél wordt. Verder moet de mens de woorden van de wijzen onder zijn voorouders herinneren waar hij ook is, omdat hij is wie hij is mede dankzij hen en hun genen. Als de mens deze klik kan maken, heelt hij zichzelf en zijn generatie en maakt hij de wereld weer een stukje beter en beschaafder.

Lees ook deel I de generatiekloof

vrijdag 19 september 2014

Ik doe de gordijnen dicht

Het is inderdaad een groot probleem als je graag alles wil begrijpen wat er om je heen gebeurt en wat er met jou gebeurt. Het is namelijk onmogelijk. 


Het is lang niet altijd te bevatten waarom mensen je onrecht aan doen. Is het jaloezie? Is het omdat ze op je neerkijken? Je kan je afvragen hoe ze hun snode plannen smeedden, alleen of samen met anderen. Je kan je erover verbazen waarom mensen kwaad willen doen. Je kan er jaren over nadenken, zoals ik heb gedaan.

Maar wat een verspilde moeite. Die mensen worden er niets beter van. Die mensen hebben door mijn gepieker hun lesje niet geleerd. Ik zelf word er ook niets beter van - alleen maar grijzer - en heb er klaarblijkelijk ook maar weinig van opgestoken.

Ik bleef maar op zoek naar antwoorden. Waarom is het gebeurd? Waarom had ik nog pijn? Ik heb cursus zus en cursus zo gevolgd en verschillende boeken en artikelen gelezen, waarop mijn man wel eens zei: "Hou toch eens op met je psychologische onzin." Mannen zijn soms zo heerlijk simpel wat dat betreft.

Vandaag echter liet een dierbare vriendin mij de navelstreng doorknippen die mij met deze mensen verbond. Ze zei: "Stel je voor, dat deze mensen voor je deur komen staan met spandoeken met erop geschreven: Sorry, we hadden het verkeerd, terwijl jij binnen zit met je man en kinderen. Wat zou je dan doen?" Ik zei met volle overtuiging: "Ik doe de gordijnen dicht."


woensdag 17 september 2014

De eigen identiteit: de generatiekloof (deel I)

Is er sprake van een generatiekloof tussen de eerste, tweede en derde generatie moslims in Nederland of hebben de jongere generaties van de verschillende puzzelstukjes een nieuwe mooie puzzel gemaakt? Is er sprake van een brei, of een fusie? Van een generatiekloof of een -klik? In dit deel aandacht voor de veranderende samenleving en de eigen identiteit.


Jongeren die opgroeien tussen twee culturen. Jaren geleden waren er tig discussieprogramma’s op radio en tv over jongeren die op straat en op school heel ander gedrag vertoonden dan thuis. De Nederlanders gingen er terecht van uit dat de meeste moslimpubers er eigenlijk graag bij wilden horen. Ze wilden net zo vrij zijn als de Nederlandse jeugd. Zij wilden het liefst ook muziek luisteren, zij wilden ook verkering, zij wilden ook uitgaan. Een aantal jongens wilden nog meer. Zij droomden van het grote geld dat zij op een makkelijke, snelle manier konden verdienen. Ze kwamen vaker in aanraking met de politie dan de gemiddelde Nederlander. De ouders keken machteloos toe. Het was de schuld van de school, de schuld van de maatschappij, de schuld van de politie, etc. De meisjes droomden waarschijnlijk van dezelfde dingen, maar hun grootste droom was die van onafhankelijkheid. De makkelijkste weg om die te bereiken was door te studeren.



Tijden veranderen
Maar tijden zijn veranderd. Vooral na 11 september. Doordat de ‘verkaasde’ jongeren in de gaten hadden, dat ze ondanks hun aanpassing, er eigenlijk nog steeds niet ècht bij hoorden, verlangden ze naar een eigen identiteit. Ze beseften dat ze nooit maar dan ook nooit hun eigen afkomst konden verloochenen. Hun roots waren belangrijk. Er was echter nog iets anders wat daar nog bovenuit stak. De verdwaalde jongeren en zij die hun afkomst trouw waren gebleven, realiseerden zich, dat zij bovenal moslim waren. Het werd een houvast voor veel jongeren. Sommigen zagen de religie als de manier om zich af te zetten tegen de samenleving, anderen vonden een ongelooflijke rust in het geloof zoals ze niet eerder hadden ervaren. Eenmaal gekozen voor de moslimidentiteit verdwenen de hormonale verlangens naar de achtergrond.


De samenleving maakt zich zorgen over de verschillende groepen jongeren. Zij die criminele activiteiten ontplooien, aangezien zij vaker in aanraking komen met de politie dan de gemiddelde Nederlandse autochtoon.  En zij die zijn doorgeschoten in de naleving van de regels van de islam. Regels die in feite slechts 10 procent van het geloof uitmaken, maar voor deze jongeren eerder 90 procent beslaan. Eigenlijk kunnen we daarmee stellen dat ook deze jongeren zijn ontspoord. En opnieuw kijken de ouders toe en doen alsof hun neus bloedt, alsof zij deze kinderen niet eigenhandig hebben opgevoed.




Krampachtig
Toch denk ik dat we als samenleving niet al te krampachtig tegenover deze jongeren moeten staan. Als ik denk aan mijn eigen jeugd, woonden er een paar flinke deugnieten in de buurt. Deugnieten is zwak uitgedrukt, het waren gewoon rotjongens, die bushokjes kapot maakten, brievenbussen vernielden, in de struiken van voortuinen sprongen totdat de takken afbraken, cocaïne snuifden, met hun brommers rondscheurden, brutaal en grof waren en vaak op het hoekje van de straat stonden. Maar uiteindelijk zijn die jongens stuk voor stuk getrouwd en werden het allemaal keurige burgers, uitzonderingen daargelaten. Welnu, ik ga er vanuit dat de meeste moslimjongeren die nu op het verkeerde pad zijn of juist zijn doorgeschoten op het ‘goede pad’ uiteindelijk ook allemaal tot bezinning zullen komen. Ze zijn pubers die nog te veel bezig zijn met overleven en die hun weg nog moeten vinden, zowel in de samenleving als wel in de wereld. Het zijn wel jongeren die begeleiding behoeven van de juiste personen. Het zijn jongeren die voorbeeldfiguren nodig hebben, vanuit hun eigen gemeenschap en op scholen.


Ik denk dat de samenleving te ver is doorgeschoten met het feminisering. Als twee jongens nu op de vuist gaan, kan je er van uitgaan dat één van hen aangifte zal doen bij de politie. Als het ene kind het andere kind bij de kruis vat - zoals jongens uit baldadigheid soms doen - dan volgt er heden ten dage een heel traject waarbij jeugdhulpverlening wordt ingeschakeld. Vroeger gaf je zo’n ventje een schop onder zijn achterste of een dreun in zijn gezicht en dan was de affaire geregeld. Op school wordt het personeel op het hart gedrukt om elke misstap van elk kind te noteren in een aparte map. Als een personeelslid iets vermoedt van mishandeling of misbruik moet dit meteen gemeld worden bij de juiste instantie. Nu is zo’n melding in sommige gevallen zeker een noodzaak, maar een misverstand, miscommunicatie of misgunnen kunnen heel grote en onwenselijke gevolgen hebben, zoals een uithuisplaatsing.


Ruimte nodig
Elke jongere bevindt zich in zijn puberteit tussen twee culturen, de cultuur op straat en de cultuur thuis. Voor de moslimjongere houdt dat een dubbele moeilijkheid in. Ik pleit daarom voor ruimte voor elke jongere om ‘zijn eigen spel’ te ontwikkelen op het voetbalveld van het leven, met aan de zijlijn zijn ouders als  trainer en coach. In het volgende deel ga ik in op de uitdaging van het leven met en tussen verschillende culturen.

Lees ook deel II de generatieklik

maandag 1 september 2014

De grootste illusionist

De mens is de grootste illusionist in zijn eigen leven. We laten aan de buitenwereld niet zien wat ons bezig houdt. We zijn lang niet altijd waarachtig. Zelfs als er iets mis gaat, doen we of het een onderdeel van de show is. We laten niets merken, want the show must go on! Wie houden we eigenlijk voor de gek?



Ik heb zo juist een cursus afgerond met betrekking tot het helen van de fitra. Niet dat de cursusleider bekend is met het begrip fitra - zij is geen moslim - maar in principe komt wat zij bedoelt op hetzelfde neer. De fitra gaat over onze authenticiteit, onze pure oorspronkelijke staat als mens met de neiging tot het goede en, zoals door God bedoeld. De cursus is afgerond, maar ik heb nog veel te leren. God stuurt ons die lastposten op ons pad die de beste leermeesters zijn die je maar kan bedenken. En Hij zal ze blijven sturen, totdat het kwartje valt, want Hij is o zo geduldig. In de cursus zijn er vele ingrediënten aangereikt, maar zoals met alles wat onderwezen wordt: de mens moet zich de stof wel eigen maken. Nu wil ik dat heel graag, maar ik moet nog veel oefenen. Maar het zal me lukken, inchAllah, want waar een wil is, is een weg, en oefening baart kunst.

Ruimte
Wat voor mij geldt, geldt in principe voor alle mensen, aangezien we op de wereld zijn gezet om  te vallen en weer opstaan. Als kind worden we geboren met bepaalde talenten. Als er opvoeders in de buurt zijn - ouders en leerkrachten - die deze talenten ontdekken en ons de ruimte geven, kunnen wij ze volop ontwikkelen en kunnen wij daarmee andere mensen van dienst zijn. Maar talenten worden niet altijd gezien. Het kind wordt in een keurslijf gepropt van normen en waarden. We leren als kind hoe we ons moeten gedragen en hoe we moeten voldoen aan verwachtingen en wensen van de volwassenen in onze omgeving. Zo gaan niet alleen talenten verloren, maar raakt een kind ook in verwarring en kan hij ontevreden of ongelukkig worden, wat uiteindelijk op volwassen leeftijd kan uitmonden in een ziekte of een kwaal. Gelukkig hebben wij in deze tijd zo veel kennis voorhanden - zowel wereldse kennis als wel kennis uit de Qur’an en Sunna -, waardoor wij in staat zijn om onszelf te bevrijden van de lasten van het verleden en waardoor wij kunnen herstellen wat 'kapot' is.  

Nu kan je het geven van ruimte ook in een bredere, maatschappelijk context plaatsen. Nederland is een multiculturele samenleving waar universele normen en waarden gelden, maar waar ook verschillende culturen met verschillende normen en waarden naast elkaar leven. Als mensen uit deze verschillende culturen elkaar ontmoeten, kunnen hun normen en waarden met elkaar botsen als ze elkaar de ruimte niet geven. Over en weer kunnen we elkaar als een bedreiging zien in plaats van dat we de andere cultuur als verrijking ervaren. Onze eigen normen en waarden zijn zo zo logisch voor ons, dat we niet open staan voor andermans normen en waarden. We zullen elkaar dan ook nooit kunnen overtuigen van ons ‘gelijk’, als de ander er niet open voor staat. God zegt in de Qur’an, dat er geen dwang is in de religie, en dat geldt ook voor normen en waarden waarvan wij overtuigd zijn. Pas als iemand de moeite neemt werkelijk te luisteren naar een ander, zal er een vruchtbare ontmoeting plaats vinden van mens tot mens. Ruimte geven in een land als Nederland is daarom van groot belang. Dat dienen de kinderen al te leren op de basisschool en van hun ouders.

Geen erkenning
Maar goed, wat als je die ruimte niet krijgt? Wat als je wordt gediscrimineerd in de winkel door een winkelbediende. Helpt het dan dat je door de winkel gaat roepen dat je het recht hebt om ‘hier’ te zijn en dat je een klant bent als alle anderen? En wat als je leidinggevende je geen erkenning geeft voor het werk dat je deed, terwijl je het werk met hart en ziel deed? Zal het dan helpen dat je gaat zitten mokken, dat je in de weerstand gaat zitten, of dat je jezelf ziek meldt? Zal de leidinggevende jouw vlijt dan wel erkennen? Kan je de winkelbediende dwingen om jou te respecteren of te accepteren? We weten, dat dit niet zo werkt. Toch is dat wat we vaak doen als mens, want we weten niet beter. We herhalen wat we hebben geleerd, wat we al kennen, of het nu effectief is of niet. Meestal gaan de emoties met ons aan de haal of liever gezegd laten wij toe dat we door emoties overmand worden. Wij worden dan de emoties, in plaats van dat wij de regie voeren over de emoties. We vinden de ander achterlijk, egoïstisch of ondankbaar, maar in feite houden we onszelf gewoon voor de gek. We zijn onze eigen grootste illusionist. De werkelijkheid is immers de waarheid, ook al is die onrechtvaardig en snoeihard. Je wordt namelijk niet erkend; je wordt niet gerespecteerd.

In plaats van dat we boos zijn dat de ander ons niet erkent, kunnen we deze erkenning beter aan onszelf schenken. Verbeter de wereld, begin bij jezelf zijn geen loze woorden, als je daadwerkelijk aan jezelf gaat werken. Je bent niet de zon, waar de aarde om heen draait. Je bent het stof dat makkelijk weg geblazen kan worden. Op jouw werk betekent dat: voor jou tien anderen. In je huwelijk betekent dat: je kan worden ingeruild voor een ander. In je familie betekent dat: als je binnenkomt, valt het gesprek stil. En als je kinderen het huis uit zijn, komen ze nauwelijks meer bij je langs. Dat is de ene, bittere kant van het scenario van levensverhaal. De andere, zoete kant is dat je beseft dat God speciale aandacht aan jou heeft geschonken toen Hij je schiep. Jij bent uniek en je hoeft niemand na te doen. Je hoeft niemand te overtuigen, behalve je zelf. Als jij in je oerkracht, in je fitra gaat staan, door gewoon je ding te doen, dan trek je mensen naar je toe in plaats van dat je ze afstoot. Niet dat jouw doel is dat de mensen naar jou toe komen, maar het gaat vanzelf, want de mensen willen van jou leren en van jou genieten, omdat jij zo authentiek, zo waarachtig bent.

Opnieuw beginnen
Zou dat niet geweldig zijn? Aan ons is de keuze. Het is geen illusie. Niets is onmogelijk. We kunnen elke dag opnieuw beginnen. We kunnen elk moment het scenario van ons verhaal herschrijven, als we tot (nieuwe of oude) inzichten komen. Als we leven in het verleden en daar last van hebben, gaan we in de pijn staan en helen we onszelf door anderen en onszelf te vergeven. We blijven niet in de pijn hangen, door te blijven doen wat we altijd al deden, maar we pakken het anders aan. We nemen de verantwoordelijkheid over ons leven door niemand, maar dan ook niemand iets kwalijk te nemen. We worden volwassen, als we ophouden met anderen de schuld te geven van onze ellende. We worden wijs, als we geen verwachtingen meer hebben ten aanzien van anderen en als we de baas worden over onze emoties.

Pas als wij onze plek innemen, als kind van onze ouders, als vrouw, man, als moeder, vader zullen we anderen van dienst zijn en kunnen we de wereld een beetje helpen verbeteren. Alles begint bij onze intentie.