dinsdag 28 januari 2014

Het effect van woorden: alsof de hemel mij begroette

De Japanse dr. Masaru Emoto onderzocht het effect van woorden, gevoelens, muziek en gebed op water. Volgens hem zorgen positieve woorden na bevriezing voor een mooi kristal en leiden negatieve woorden tot vormeloosheid. We geven volgens hem, als we vol positieve gevoelens zijn, dit gevoel door aan het water dat we drinken. Maar dit geldt ook voor negatieve gevoelens als boosheid en frustratie. Je slikt ze in en ze maken je ziek. 





Het doet mij denken aan genezing door middel van het uitspreken van Koranverzen boven water en dit (aan de zieke te) drinken (geven). Of aan het uitspreken van een gebed voordat we gaan eten, ook al is het in de meest simpele vorm namelijk door 'Bismillahir Rahmanir Rahiem'  (in de naam van Allah, de Barhmartige, de Genadevolle). 

Water heeft volgens Emoto een geheugen. Andere onderzoeken bevestigen dat water informatie oppikt, waarneemt en in het geheugen opslaat. http://www.youtube.com/watch?v=ILSyt_Hhbjg In feite kunnen we hieruit begrijpen dat water leeft, net zoals alle elementen om ons heen. Alles om ons heen leeft, is dienstbaar aan de mens. En het is aan ons hoe wij met deze dienstbaarheid, dit geschenk aan ons om gaan.

Toen ik nog meer filmpjes zocht met als zoekwoord Masaru Emoto, stuitte ik ook op een filmpje waarbij de maker met het gegeven wilde spotten. Hij denkt dat hij een bewijs levert dat wat Emoto stelt, nep is. Hij plakt het woord liefde op een flesje water en laat dit wekenlang staan. Op een gegeven moment treedt er schimmelvorming op. Behalve dat Emoto de materie diep invroor, waardoor zich kristallen gingen vormen, bewijst hij wat mij betreft alleen maar hoe zijn eigen spotternij een negatief effect heeft op het water. Want als wij de woorden zonder de bijbehorende intentie uitspreken, zal het effect niet positief zijn.

Woorden hebben een effect op water. Maar dat niet alleen. Emoto heeft ook onderzoek gedaan naar het effect van woorden op rijst en komt hierbij tot dezelfde conclusies. Dit in gedachten houdend, probeer ik nu ook (met nog meer) liefde de maaltijd te bereiden. 

Met het inzicht betreffende de kracht van woorden, probeer ik nu mijn tong zuiverder te houden. Toen ik laatst, nadat ik iets negatiefs las in de krant 'idioot' riep, maakte mijn dochter mij er op attent. Zij vond dat ik niet mocht schelden. En ik realiseerde me dat ze gelijk heeft. Ik moet op mijn woorden letten. Ik moet mijn woorden nog meer wegen, voordat ik ze uitspreek. Ook was ik deze week in gesprek met een wijze, voor mij dierbare vriendin en ik maakte een opmerking over een kennis. Zij maakte mij er op opmerkzaam dat woorden veel kapot kunnen maken en dat ze er niet zo van gediendt was. Ze had gelijk. Ik wist het ook wel. De profeet, vrede zij met hem, heeft ons meermaals gewaarschuwd voor het effect van woorden. Aicha, de vrouw van de profeet, maakte een opmerking over Safiyyah om aan te geven dat zij kort was. Hij zei haar toen: “Je hebt een woord gezegd dat de kleur van het water van de oceaan zou veranderen als het ermee zou worden gemengd.” 

Woorden hebben effect op eten en drinken, op mensen, en dus zelfs op de oceaan! Dit weekeinde stapte ik op de fiets en sprak mijn gebed uit: 'Bismillah tawakaltoe 'ala Allah, la hauwla wa la quwata ila billah'  (In naam van Allah, ik vertrouw op Allah, er is geen macht of kracht behalve bij Allah). Vervolgens werd mijn hart gevuld met een nog groter, een holistisch bewustzijn. Een bewustzijn dat ik wel vaker ervaar als ik in de natuur rond loop. Ik ben onderdeel van dit heelal. Ik en het heelal horen bij elkaar. Het leek alsof de hemel mij begroette, alsof de lucht die ik inademde mijn lichaam zuiverde, alsof de bomen met me mee waaiden en alsof die ene vogel speciaal voor mij zo hard zong.
  




Ik realiseer me dat ik dit bewustzijn wil vast houden. Het is hetzelfde verlangen als naar de overgave in het gebed. Dit is het geluk waar ik naar blijf streven, mijn leven lang. Het komt niet als vanzelf naar me toe. Ik moet ernaar verlangen,  maar ook er naar leven. We moeten immers zaaien voordat we kunnen oogsten.

zaterdag 25 januari 2014

Hoofddoekje op het voetbalveld? Dat hoort toch niet!

Hij passt, de bal wordt weer terug gespeeld. Hij rent naar voren, komt alleen voor het doel te staan. Ik houd mijn adem in als hij schiet en hij........scoort net niet. "AAAAAAAAAAAAArrgggghhhhh!" klinkt een hoge stem die alle andere stemmen overstijgt. Ik kijk opzij. Let iemand op mij? Alleen mijn buurvrouw gniffelt. Ik was het namelijk die daar zo hard gilde. Een hoofddoekje op het voetbalveld? Dat hoort toch niet!



Ik hoor eigenlijk bedeesd te blijven, bescheiden, onopvallend, in de luwte, het liefst verscholen achter mijn echtgenoot. Of nog beter: eigenlijk hoor ik daar niet eens op het veld te staan, langs de kant van de lijn, waar ook allemaal mannen staan die mij kunnen zien én horen. Als mijn man een keertje gaat kijken, ga ik echt niet mee. Hij zou zich waarschijnlijk behoorlijk generen.

Toch blijf ik komen. Ik ga naar het voetbalveld om mijn kind aan te moedigen die daar speelt. Ik doe dat bij mijn jongste zoon en deed het bij mijn oudste zoon, die zo'n tien jaar geleden voetbalde bij dezelfde voetbalvereniging. Er is slechts één verschil: ik ben niet meer één van de weinigen!

Ik zie nu vele moslimmoeders met hoofddoeken de teams aanmoedigen. Wellicht niet allemaal zo fanatiek als ik het doe, maar toch, ze staan er, met of zonder hun mannen, maar vóór hun zonen (of dochters natuurlijk). En behalve dat ze er staan, zie ik ook steeds vaker dat ze een actieve(re) rol spelen voor de teams, zoals moeders die chauffeur zijn, moeders die wat te drinken halen, moeders die de spelers toespreken.

En over wat hoort of niet hoort: ik vind dat wij, moslimmoeders met of zonder hoofddoek daar horen te staan, langs de kant van de lijn. Omdat onze kinderen ons nodig hebben. Ons gejuich, onze aanmoediging, onze troost, onze adviezen.

Als ik rond loop op het voetbalveld, kan ik maar één conclusie trekken: de integratie is volledig geslaagd op het voetbalveld!




zaterdag 18 januari 2014

Godsvrees

Taqwa wordt doorgaans vertaald met Godsvrees, maar zo ervaar ik Taqwa niet. Vrees is angst. Als reciteurs huilen bij het reciteren van de Koran, is het doorgaans bij een vers over de bestraffing van de hel. Ik zelf huil veel eerder om verzen over de Genade van God. Ik ben niet bang voor God. Waarom zou ik bang moeten zijn? Hij is Rechtvaardig. Hij zou mij nooit en te nimmer onrechtvaardig behandelen. 

Als ik bang ben, ben ik bang voor mezelf. Bang voor mijn eigen ondankbaarheid. Bang voor mijn eigen onachtzaamheid, gierigheid, gulzigheid, tactloosheid, hypocrisie. Ik ben bang dat ik, ondanks al mijn streven om een goed mens te zijn, fouten* zal maken, waardoor ik God's Ridha (Tevredenheid) verlies, waardoor God niet meer van mij houdt. 

Tegelijkertijd heb ik hoop. Hoop op de Genade Gods, die mij in al mijn onbehouwenheid aanschouwt en glimlacht. Hoop dat ik dié goede daden verricht die Mijn Schepper tevreden stellen en die mij vrede in mijn hart bezorgen. Hoop dat op een dag Hij het gehoor is waarmee ik hoor, het gezicht waarmee ik zie, de hand waarmee ik aanraak en de voet, waarmee ik loop.* 

Daarom vind ik de beste vertaling van het begrip Taqwa: Godsontzag. Ontzag behelst namelijk niet alleen maar het woord respect, maar toont ook mijn aanbidding, mijn bewondering, mijn hoop. God is mijn Held, mijn Redder, mijn Vriend, mijn Trooster. Zo iemand zou je nooit willen teleurstellen. Je zou je kapot schamen alleen al bij de gedachte. En dat is Taqwa voor mij. 




* Fouten en goede daden zoals omschreven in de volgende heilige overleveringen (Een hadith qudsi bevat de woorden van Allah die ons overgeleverd zijn door de Profeet - vrede en zegeningen zij met hem. Deze woorden maken geen deel uit van de Koran): 





Betreffende de fouten die wij vaak onbewust maken:

Op gezag van Aboe Hurairah(moge Allah tevreden met hem zijn), die zei, dat de Boodschapper van Allah (moge hij de zegeningen en vrede van Allah krijgen) zei: Allah (de Almachtige en de Verhevene) zal op de Dag der Opstanding zeggen:


"O zoon van Adam, Ik voelde mij ziek en jij hebt Mij niet bezocht." Hij zal zeggen: "O Heer, en hoe had ik U moeten bezoeken terwijl U de Heer der werelden bent?" Hij zal zeggen: "Wist je niet dat Mijn dienaar, die en die, ziek is geworden en je hem niet bezocht had? Wist je niet dat als je hem bezocht had, je Mij bij hem aangetroffen zou hebben? O zoon van Adam, Ik heb je om eten gevraagd en je hebt Mij niet gevoed." Hij zal zeggen: "O Heer, en hoe had ik U moeten voeden , terwijl U de Heer der werelden bent?" Hij zal zeggen: "Wist je niet, dat mijn dienaar, die en die, jou om voedsel had gevraagd en je gaf hem niet te eten? Wist je niet dat als je hem gevoed had, je dat zeker bij Mij gevonden had. O zoon van Adam, Ik vroeg je om Mij te drinken te geven en je hebt Mij niet te drinken gegeven." Hij zal zeggen: "O Heer, hoe had ik U te drinken moeten geven want U bent de Heer der werelden." Hij zal zeggen: "Mijn dienaar die en die, heeft je om drinken gevraagd en je hebt hem niet te drinken gegeven. Als je hem te drinken had gegeven dan had je dat zeker bij Mij gevonden."
                                                                                                                                     (Dit is overgeleverd door Moeslim)

Over de goede daden: 

Op gezag van Aboe Hurairah(moge Allah tevreden met hem zijn), die zei dat de Boodschapper van Allah(moge hij de zegeningen en vrede van Allah krijgen) zei: "Allah (Almachtige, de Verhevene) heeft gezegd:

"Wie zich vijandig toont jegens iemand die aan Mij is toegewijd, daar zal Ik mee in oorlog zijn. Mijn dienaar komt nader tot Mij met iets waar Ik meer van houd dan de religieuze verplichtingen, die Ik hem heb opgelegd, en Mijn dienaar komt steeds dichterbij door extra vrijwillige goede daden waardoor Ik meer van hem ga houden. Als Ik van hem houd, dan ben ik zijn gehoor, waarmee hij hoort, en ben zijn gezicht waarmee hij ziet, zijn hand waarmee hij aanraakt en zijn voet, waarmee hij loopt. Als hij (iets) van Mij vraagt, dan geef Ik het hem beslist, en als hij bij Mij toevlucht zoekt, dan sta Ik het hem beslist toe. Ik aarzel over niets meer dan over (het opeisen van) de ziel van Mijn toegewijde dienaar; hij haat de dood en Ik haat het om hem te kwetsen."
                                                                                                                               (Dit is overgeleverd door Al-Boechari)

Over de hoop en de Genade van God de twee volgende heilige overleveringen:

Op gezag van Aboe Hurairah (moge Allah tevreden met hem zijn), die het van de Profeet(moge hij de zegeningen en vrede van Allah krijgen), (gehoord) heeft, die zei: 

Allah de Almachtige zegt: "Ik ben zoals Mijn dienaar denkt, dat Ik ben. Ik ben bij hem als hij Mij noemt. Als hij Mij in zichzelf noemt, dan noem Ik hem in Mijzelf, als hij Mij in een gemeenschap noemt, dan noem Ik hem in een gemeenschap, die beter is. En als hij zich een handbreedte naar Mij toe wendt, dan wend Ik Mij een armlengte naar hem toe, en als hij zich een armlengte naar Mij toe wendt, dan wend Ik Mij met de wijdte van uitgespreide armen naar hem toe. En als hij naar Mij toe komt lopen, dan kom Ik naar hem toe rennen."
                                  Dit is overgeleverd door Al-Boechari(ook door Moeslim, at-Tirmidhi en Ibn Maadjah)

Op gezag van Aboe Hurairah (moge Allah tevreden met hem zijn), die het van de Profeet (moge hij de zegeningen en vrede van Allah krijgen) (gehoord) heeft, die zei:

Allah (de Geprezene en de Verhevene) heeft een extra aantal engelen, die uitzwermen om op zoek te gaan naar bijeenkomsten waar Allah's naam wordt aangeroepen; zij zitten daar en vouwen hun vleugels om elkaar, en zij vullen dat wat tussen hen en de laagste hemel is.
Als de mensen in de bijeenkomst vertrekken, staan ze op en rijzen ten hemel. Hij zei: "Dan vraagt Allah(de Almachtige, de Verhevene) hen (hoewel) Hij alles over hen weet:'Waar komen jullie vandaan?' " En zij zeggen:"Wij komen van Uw dienaren op de aarde; zij verheerlijken U, zij loven U, zij getuigen dat er geen god is behalve U, zij prijzen U, en zij vragen (gunsten) van U." Hij zegt: "En wat vragen ze van Mij?" Zij zeggen: "Zij vragen van U Uw Paradijs." Hij zegt: "En hebben zij Mijn Paradijs gezien?" Zij zeggen: "Nee O Heer." Hij zegt: "En hoe zou het zijn als zij Mijn Paradijs hadden gezien!" Zij zeggen: "En zij vragen Uw bescherming."Hij zegt: "Waartegen vragen zij Mijn bescherming?" Zij zeggen: "Tegen het hellevuur, O Heer." Hij zegt: "En hebben zij het hellevuur gezien?" Zij zeggen: "Nee." Hij zegt: "En hoe zou het zijn als zij Mijn hellevuur gezien hadden!" Zij (de engelen) zeggen: "En zij vragen om Uw vergeving." Dan zegt Hij (Allah): "Ik heb hen vergeven en heb hen geschonken waar zij om gevraagd hebben, en Ik schenk hen een schuilplaats tegen datgene waartegen zij Mijn bescherming vroegen." Hij zei (de profeet): Zij (de engelen) zeggen: "O Heer onder hen is die en die, een heel zondige dienaar, die slechts voorbij kwam en bij hen is gaan zitten." Hij (de profeet) zei: En Hij Zegt: "En Ik schenk (ook) aan hem Mijn vergiffenis; degene die bij zulke mensen zit, zal niet lijden."
                                            Dit is overgeleverd door Moeslim( ook door Al-Boechari, at-Tirmidhi en an- Nasaï)

donderdag 9 januari 2014

Werken of thuisblijven

Werken of thuisblijven. Het lijkt het alsof ik een keuze heb. Die heb ik ook, althans gedeeltelijk. Niet dat de banen voor het oprapen liggen. Ik bepaal echter uiteindelijk wel zelf of ik op een bepaalde vacature reageer of niet. Alhoewel het UWV er wel druk op legt, want ik ben verplicht elke week te solliciteren. Gelukkig betekent dit niet dat ik elke week een sollicitatiebrief moet schrijven. Ik kan ook een activiteit uit voeren waaruit blijkt dat ik op zoek ben naar werk, zoals mezelf inschrijven bij een uitzendbureau. Het lot wil dat er de ene week wel drie interessante vacatures voorbijkomen en de week erop geen enkele.

Werken of thuisblijven betreft ook mijn keuze om als moeder in een gezin met kinderen thuis te blijven of aan het werk te gaan. Ik heb na mijn studie nauwelijks stil gezeten. Als 'een zondagskind' rolde ik van de ene geweldige baan in de andere. Nu heb ik voor het eerst 'een sabbatical', alhoewel dat in mijn geval een eufemisme voor werkloosheid is. Ik geniet zo van het contact met de kinderen. Ik heb nu toch meer aandacht voor ze. En mijn huishouden is sinds ik thuis ook beter op orde, alhoewel ik nooit een geweldige huisvrouw zal worden. Maar het belangrijkste is dat ik geen slapeloze nachten meer heb vanwege alles wat ik morgen en de weken erop nog moet regelen en van wat ik gisteren niet zo handig had aangepakt. Met het effect dat ik nu dan eindelijk met meer concentratie en minder frustratie mijn gebeden kan verrichten.

Het eerste half jaar kwamen er best wat ambitieuze banen en projecten op mij af, die het allemaal net niet bleken te zijn. Achteraf gezien ben ik er blij om, want ik had de rust in hoofd, hart en handen heel hard nodig. Zoals we altijd dienen te zeggen: God weet het beter. Hij wist dat ik eerst uit moest rusten.
Het tweede half jaar was ik vooral bang om opnieuw in een wespennest verzeild te raken. Dat mocht ik mezelf nooit meer aandoen. Nooit meer braaf zitten en poot ophouden, nooit meer mezelf voor het karretje laten spannen, nooit meer over mijn eigen grenzen heen gaan. Ik ben te waardevol.

Toch ben ik na al dat uitrusten een beetje rusteloos. Mijn hart is wel tot rust gekomen, maar ik heb zo'n gevoel dat mij iets te wachten staat. Een opgewonden gevoel heeft zich meester gemaakt van mij. Alsof er binnenkort iets spannends gaat gebeuren, waar ik me op verheug, maar waar ik ook wel wat zenuwachtig voor ben. Ik weet alleen niet wat. Alsof ik aangenomen word voor een boeiende functie, waar ik veel voldoening uit zal halen. Een droombaan.


Ik hoop op een baan waarin ik mij ei en mijn energie kwijt kan en waarbij ik iets kan betekenen voor andere mensen. Een baan, waar de ruimte is voor creativiteit en een werkplek waar vertrouwen heerst in de werknemers, zodat ze zich kunnen ontwikkelen. Geen verzurende werkplek waar men alleen maar op ja-knikkers zit te wachten, die vervolgens in de wandelgangen lopen te roddelen en te klagen. Maar een werkplek waar de flow overheerst, waar de mensen elkaar inspireren. Ik hoop ook op weinig en korte werkdagen, zonder vergaderingen, studiedagen of bijeenkomsten in de avond, zodat ik op tijd thuis ben voor mijn kinderen.

Keep dreaming, zul je misschien zeggen. Ik doe net alsof er werkgevers op mij zitten te wachten. Maar nee, het is niet zo zeer, dat ik daar overtuigd van ben. Ik realiseer me dat het best nog een tijdje duren zal, voordat er weer iets op mijn pad komt. En dat vind ik helemaal niet erg. Ik ben geduldig en ik verveel me thuis geen moment. Ondertussen blijf ik echter heerlijk dromen.