zaterdag 27 april 2013

De lieve vrede willen bewaren: bang voor conflicten

Leven met tieners deel V

De lieve vrede willen bewaren koste wat kost is het antwoord van een passieve ouder, die er op gebrand is conflicten te vermijden en vooral door te gaan met een leven dat schijnbaar voortkabbelt. Het kan echter ook het antwoord zijn van een moeder die oververmoeid is geraakt vanwege het feit dat haar familieleden geen rekening met haar (gevoelens) houden.

Conflicten vermijden heeft als voordeel dat onplezierige en mogelijk gewelddadige en kwetsende confrontaties worden voorkomen. Maar er kleeft tevens een heel groot nadeel aan conflictvermijdend gedrag, namelijk dat je als ouder je eigen gevoelens en behoeftes opoffert ten gunste van je gezinsleden. Dit leidt tot gevoelens van frustratie, kopzorgen en vooral het gevoel een mislukkeling te zijn. Je voelt je als een deurmat waar iedereen maar over heen loopt.

Pleaser
Als je telkens alleen maar bezig bent mensen te pleasen, is de kans groot dat je veel verantwoordelijkheid van hen overneemt. Besef, dat je je kinderen daarmee absoluut niet helpt. Ben je steeds bezig om ze helemaal in de watten te leggen, terwijl ze daar niet eens om vragen? De tiener laat zich het allemaal welgevallen, lijkt het wel. Als jij om een gunst vraagt, zijn er vaak talloze excuses, waardoor je het uiteindelijk toch maar weer zelf doet.

Als je je hier in herkent, is de kans aanwezig dat je een trauma ontwikkelt. Je voelt je namelijk een slachtoffer, een martelaar. Het is namelijk oneerlijk hoe je behandeld wordt, vind je. Je maakt vaak duidelijk dat je moeite hebt dat jij steeds alles moet doen. Je klaagt tegenover je man en kinderen dat het zo niet langer kan. Maar ja, als je ondertussen 'vrolijk' blijft doorgaan met doen wat eigenlijk anderen hadden moeten doen, zal er niets veranderen. Je toont vluchtgedrag. Ondanks jouw goede intenties, kan je tiener op deze manier geen gezonde relatie met jou opbouwen. Je tiener zal zich namelijk gefrustreerd voelen, en schuldig ten opzichte van jou, niet gewaardeerd, niet geliefd en ondankbaar bovendien.


Verontwaardiging
Maar ook zal je zoon of dochter verontwaardigd zijn, omdat je hem of haar niet echt serieus lijkt te nemen. Hoe meer waardering jij wenst, hoe minder hij of zij je die waardering zal geven. Hoe vreemd het ook klinkt: hun verontwaardiging zal verder toenemen, omdat jij ze eigenlijk hun vrijheid en onafhankelijkheid ontneemt. En jouw verontwaardiging zal toenemen, omdat jouw kinderen opgroeien met de gedachte dat ze doen wat ze willen en werkelijk overal mee weg komen.

Grenzen stellen
Als de grenzen voor een tiener niet duidelijk zijn, dan zal hij of zij zich onzeker voelen over wat nu wel of niet toegestaan is en dan zal je zoon of dochter de grenzen opzoeken. Zo zit de mens nu eenmaal in elkaar. Als grenzen worden opgezocht, komen er altijd conflicten van. Maar dat is geen ramp. Dat is geen teken van mislukking. Het is een teken dat er vooruitgang geboekt kan worden.

Je tiener heeft een duidelijk voorbeeld nodig in zijn leven. Hij of zij kan zijn eigen grenzen in het leven beter aanvoelen als de ouders duidelijke grenzen aangeven.

Dat wil niet zeggen dat je overal bovenop moet zitten. Sommige ouders zijn behoorlijk agressief. Zij willen altijd alles in de hand houden. Maar hierdoor zal de jongvolwassene niet leren om een gezonde discipline te ontwikkelen en zichzelf duidelijke grenzen te stellen. Het is nu eenmaal jouw taak als ouder om je tiener te leren om de controle over zijn of haar leven te houden. Dit heeft automatisch tot gevolg dat jij als ouder dus een deel van de controle zal verliezen. Niets om je zorgen over te maken.

Andere denkbeelden
Iets onder controle hebben betekent echt niet dat je elke keer de discussie moet winnen van je tiener. Je hoeft niet altijd je gelijk te halen. Dat is onredelijk. Als je met een volwassen vriend of vriendin in discussie bent, dan ben je het ook niet altijd eens. Je vrienden zijn geen kopie van jou. Ze houden er soms totaal andere denkbeelden op na. Maar als je het niet met ze eens bent, zet je ze niet automatisch buiten de deur.

Zo zou je ook naar je kinderen moeten kijken. Je tiener zou ook deze vrijheid gegund moeten worden. Je hebt hun gedachten toch niet onder controle. Je kan ze wel aanmoedigen om naar jouw standpunt te luisteren en te geloven wat jij denkt dat goed is, maar meer dan dat kan je niet doen. Je kunt ze niet dwingen om te denken zoals jij denkt.


Win-win
Als je niet bereid bent toe te geven dat je kind een volwassene wordt met zijn of haar eigen denkbeelden, moet je niet verbaasd zijn als je kind niet graag thuis is. Het kind toont dan misschien wel braaf gedrag, omdat het van hem of haar verwacht wordt, maar ondertussen verlangt het naar een eigen, onafhankelijk leven. Of je zoon of dochter toont juist opstandig gedrag, omdat hij of zij zich niet gehoord voelt. In beide gevallen kan hij of zij niet wachten om het ouderlijk huis te verlaten. Zo had je je dat toch niet voorgesteld, toen je kindje net geboren was?

Wees daarom niet verontwaardigd als je kind heel anders over zaken denkt dan jij. Wees niet teleurgesteld als je kind een ander pad gaat volgen dan jij in gedachten had. Verplaats je eens in de schoenen van je kind, alsof het je vriend zou zijn geweest. Luister met volle aandacht naar wat hij of zij te vertellen heeft. Tot slot moet je conflicten niet vermijden. Praat met je zoon of dochter en ga voor een win-win-situatie.

bron: vertaling en bewerking van 'living with teenagers; a guide for muslim parents' van Ruqaiyyah Waris Maqsood (Ta-Ha publishers)





donderdag 25 april 2013

Je hoeft als ouder niet perfect te zijn

Leven met tieners deel IV

Veel ouders streven perfectie na. Ouders zijn zo bang dat 'ze' hun falen en fouten in de gaten zullen hebben. Dat 'ze' daardoor kritiek zullen leveren en op hen neer zullen kijken. Maar wie zijn 'ze' in hemelsnaam?

Dit is een heel moeilijke vraag om te beantwoorden. Het gaat niet zo zeer om de buren, want de meeste mensen zijn niet zo onder de indruk van wat hun buren over hen denken. Gaat het om hun eigen ouders die zich overal mee bemoeien? We komen in de buurt, maar zij spelen niet de belangrijkste rol. Gaat het om vrienden en kennissen? Ja, nu is het raak. Vaak gaat het om de kennissen die dezelfde achtergrond en cultuur hebben, zoals 'de Marokkaanse gemeenschap' of 'de Turkse moskee'. In veel van onze gemeenschappen worden andere leden namelijk goed in de gaten gehouden. Volwassen leden van de gemeenschap die niet werken, hebben genoeg tijd om te roddelen en elke fout en mislukking van jou en je gezin op te merken.

De vraag is of jij als ouder je gek laat maken door wat de gemeenschap van jullie gezin denkt? Of laat jij je  leiden door je eigen en door de islamitische principes? Tieners zijn zich er bijzonder bewust van dat ouders zich vaak drukker maken als een fout wordt gemaakt voor het oog van de gemeenschap, of dat het thuis plaats vindt. Pas als buitenstaanders hun oordeel zouden kunnen vellen, gaan de ouders zich echt zorgen maken.



Schijnheilig
Het trieste gevolg is dat tieners hun ouders maar schijnheilig vinden, als zij druk maken om en zich  laten leiden door 'de gemeenschap'. Zij voelen zich tekort gedaan en gekwetst. Zijn de buitenstaanders belangrijker voor mijn ouders dan hun eigen kinderen? Het gevolg kan zijn dat de tiener opstandig wordt, want "als mijn ouders toch niet echt om mij geven, waarom zou ik dan doen wat zij zeggen?"

Ouders hoeven echter niet perfect te zijn. Het kan niet vaak genoeg herhaald worden. Hoe hard je ook je best doet: perfect zal je nooit worden. Allah heeft ons als mensen inderdaad 'de beste vorm' gegeven, maar wij zijn ook haastig, vergeetachtig en feilbaar. Ieder mens in de wereld maakt fouten; doet dingen zonder na te denken; zegt of doet dingen waar hij of zij achteraf spijt van heeft.

Hoe harder en onverbiddelijker jij je als ouder, hoe moeilijker het zal worden voor je kinderen om tijdelijk van die norm af te wijken - en vergeet dan ook jezelf niet!

Niet verantwoordelijk
Veel volwassenen hebben de aangeprate overtuiging dat zij verantwoordelijk zijn om van hun kinderen gelukkige, nuttige volwassenen te maken die een leven vol vervulling leiden. Maar als dat je streven is als ouder, zal je veel stress ervaren. Want dat zal je namelijk nooit voor elkaar krijgen. Elk mens draagt zelf de verantwoordelijkheid voor zijn eigen succes en falen.

De islam is hier heel duidelijk over. Elk individu is verantwoordelijk voor zijn eigen goede of slechte gedrag en uiteindelijk zal niemand, maar dan ook niemand die verantwoordelijkheid overnemen. De Quran herhaalt keer op keer het feit dat we op de Dag des Oordeels alleen voor Allah staan, met onze eigen lusten en onze eigen lasten. Niemand zal zich kunnen verschuilen achter iemand anders.

"Wie de goede weg volgt, volgt deze slechts voor zichzelf. En wie dwaalt, dwaalt slechts af tot eigen nadeel; en niemand wordt belast met de last van een ander...." (Quran 17:15)

Dit proces begint al bij de geboorte. Natuurlijk kunnen we een klein onschuldig kind nergens de schuld van geven, maar voor je het weet wordt het kind een volwassene. We weten dat als het kind een tiener wordt, de engelen zullen aanvangen met het schrijven van zijn of haar boek (met daden).

"En we hebben de daden (het lot) van ieder mens om zijn nek gehangen; Wij zullen hem op de Dag der Opstanding een boek brengen, dat hij opengeslagen zal aantreffen. Er wordt dan gezegd: lees zelf je boek; jouw boek is afdoende op deze dag als afrekenaar tegen jezelf." (17:13-14)

Het juiste voorbeeld geven
De taak van de ouders als opvoeders is net als de taak van de profeet, vrede zij met hem: namelijk het geven van het juiste voorbeeld. Een omgeving creëren waarin de kinderen hun eigen karakters, vaardigheden en potenties kunnen ontwikkelen. Die omgeving dient gezond en veilig te zijn - met duidelijke grenzen - en met de mogelijkheid om te leren en kennis op te doen.


Strenge ouders
Het evenwicht hierin is heel belangrijk. Bied je je tiener geen veilige en stabiele leefomgeving, dan doe je je kind tekort. Dan spreken we van verwaarlozing. Maar ben je streng, en geef je je tiener weinig ruimte, ook dan doe je je kind tekort. Strenge of strenggelovige ouders kunnen het zichzelf en hun pubers heel zwaar maken. Zij zijn er vaak van overtuigd dat er maar een één manier is om de dingen te doen. En als de norm van de tiener hier van afwijkt, ontstaat er een conflict. Ouders durven de controle niet los te laten, omdat ze zien dat hun kinderen fouten maken, of althans wat zij als fouten beschouwen. Maar ouders zullen moeten
accepteren dat kinderen zich alleen maar kunnen ontwikkelen als ze fouten mógen maken.

Je eigen jeugd
Daarom is het wellicht handig voor jou als ouder om terug te denken aan je eigen jeugd. Heb jij als tiener veel fouten gemaakt? Of ging alles van een leien dakje?  Waren jouw tienerjaren ook niet vol met vele genânte situaties, met falen, met teleurstellingen en frustraties, met dromen die aan diggelen geslagen werden door de harde realiteit? Vertelde jij soms wel alles aan je ouders? Luisterde jij wel altijd naar je ouders en deed je alles wat en zoals ze dit opdroegen, in tegenstelling tot jouw eigen kind? Natuurlijk niet!

Je dient je dus te realiseren, dat het nodig was om de fouten te maken. Zodat je ervan kon leren. Houd deze gedachte altijd in je achterhoofd en je zult je meer ontspannen worden, omdat je geen perfecte ouder hoeft te zijn.

bron: vertaling en bewerking van 'living with teenagers; a guide for muslim parents' van Ruqaiyyah Waris Maqsood (Ta-Ha publishers)

dinsdag 23 april 2013

Tiener moet leren verantwoordelijkheid te dragen

Leven met tieners deel III

Het is een groot verschil om ouder te zijn van een kleuter of van een tiener. Als ouder van een tiener heb je compleet andere vaardigheden nodig. Hebben kleine kinderen vooral veiligheid en duidelijkheid nodig; een tiener moet van jou als ouder leren om verantwoordelijkheid te dragen. 

Kleine kinderen hebben geen  idee van wat er in de wereld om hen heen gebeurt. Ze hebben nog geen levenservaring opgedaan en ze hebben de bescherming en ondersteuning van de ouders nodig Soms kan je als ouder geen uitleg geven waarom je wil dat je kleuter zich op een bepaalde manier gedraagt; dan volstaat het om gewoon maar te zeggen wat je kind moet doen.

Met tieners gaat dat heel anders. In plaats van dat je je gedraagt als 'sergeant majoor', moet je nu leren onderhandelen. Het is nodig vaardigheden te ontwikkelen, zoals goed communiceren, overtuigen met wijsheid, compromissen sluiten en vertrouwen geven.

De belangrijkste taak van elke tiener is om te leren hoe hij in zijn eentje moet overleven in de grote mensenwereld. Op een dag zullen je kinderen immers het ouderlijk nest verlaten en dan moeten ze in staat zijn zonder hun ouders te overleven. Het is niet de bedoeling dat de ouders zich vastklampen aan het kind, omdat ze nu eenmaal zo veel om hem geven en hem willen verwennen zo lang hij thuis is. Het is juist de taak van de ouders om hun kind te helpen om op zichzelf te vertrouwen. Liefde is ook loslaten. Je tiener moet leren onafhankelijk te worden van zijn ouders.

Het is niet eenvoudig, als je merkt dat je kind behalve een andere smaak ook andere wensen heeft die mogelijk met die van jou botsen. Maar in plaats van je zorgen te maken over de botsing, kan je je als ouder beter een andere vraag stellen. Heb jij bij het 'inrichten' van je leven en je omgeving rekening gehouden met de wensen van je tiener, of heb je het vooral zo praktisch, aangenaam en efficiёnt mogelijk voor jezelf gemaakt? Vraag je zelf dus af in hoeverre jij een voldoende bijdrage hebt geleverd aan de ontwikkeling van de persoonlijkheid van je dierbare tiener.

Laten we ons concentreren op de rol van de moeder en nog specifieker op de rol van de moeder en het huishouden. Sommige moeders zijn enorm efficiёnt en gedisciplineerd op het gebied van het huishouden. Zo hebben ze een ochtendprogramma waarbinnen bepaalde dagelijkse klussen gedaan moeten zijn. Ze hebben een dag-, een week- of zelfs een maandprogramma, waar ze zich nauwgezet aan houden en dat ze soms routinematig volgen. Werkende moeders moeten het helemaal van efficiёncy hebben. Zij doet het huishouden vaak nog naast het werk, als er geen hulp in de huishouding is.


We zoomen nu nog verder in, namelijk op één onderdeel van het huishouden: de was. Moeder wast niet alleen haar eigen spullen, maar ook de kleding, het beddengoed en de handdoeken van het hele gezin. Mogelijk helpt vader en hangt hij de was op, als de was gedraaid is. Mogelijk zorgt hij er in ieder geval voor dat zijn was netjes in de wasmand terecht komt. Maar het is ook mogelijk dat hij vroeger enorm verwend is als kind en dat hij nooit een hand heeft hoeven uitsteken van mama. Toen hij ging trouwen heeft zijn vrouw er een paar keer over gezeurd en geklaagd, maar op een gegeven moment heeft ze waarschijnlijk in wanhoop toegegeven aan zijn grillen. Hij deed het immers niet expres. Hij dacht er niet eens aan. Het gevolg is dat ze zijn broeken, hemden, zijn ondergoed, zijn sokken, en zijn handdoeken overal vandaan kan halen om in de wasmand te gooien - van achter de stoel, van  onder het bed, vanuit de hoek van de slaapkamer etc.

Als kinderen tieners worden, is een van de eerste zaken die opvalt dat ze veel luier zijn geworden. Ze kijken de boel een beetje aan. Als zij zien dat mama uiteindelijk toch alles van de grond opraapt, zullen ze hun gedrag niet aanpassen. Mama zou gerespecteerd moeten worden, maar om de een of andere reden heeft zij er voor gekozen om de huisvrouw te zijn voor het hele gezin. Ze kiest er dus zelf voor, of ze er blij mee is of niet.

Vaders zouden zichzelf ook af moeten vragen wat hun aandeel hier in is. De profeet, vrede zij met hem, gebruikte zijn vrouwen nooit als bediendes. Zijn vrouwen verrichtten van harte huishoudelijke taken, omdat ze van hun man en kinderen hielden, maar het huishoudelijk werk werd niet als 'soenna' voor de vrouw beschouwd en de profeet, vrede zij met hem, stak ook zelf zijn handen flink uit de mouwen op huishoudelijk gebied. Naast zijn zware taak als religieus leider van de moslims, nam hij hiervoor de tijd. Hij waste en repareerde zijn eigen kleding, molk het vee en maakte zijn kamer schoon. Welke moslimman zal dit voorbeeld vandaag de dag nog volgen?


Bij het opvoeden en begeleiden van een tiener is het belangrijk dat zij leren een aandeel te leveren in het huishouden. We moeten niet vergeten dat zij straks de volgende generatie zijn en weer het voorbeeld voor hun kinderen zijn. Geen enkele zoon of dochter zou op moeten groeien met het idee dat het okay is de moeder als bediende te behandelen. Dit gaat volledig in tegen de geest van de islam. Moeders worden juist als meest gerespecteerde familieleden beschouwd.

Nagenoeg alle moslims kennen de overleveringen van de profeet, vrede zij met hem, aangaande het respect tegenover de moeder. Toen hem werd gevraagd wie er het meest geёerd moest worden in de wereld, antwoordde hij: "Je moeder." Toen gevraagd werd wie daarna het meest geёerd moest worden, zei hij nogmaals: "Je moeder."  Pas na de derde keer kwam de vader in beeld. Zo belangrijk is de moeder in de islam.

Zoals gezegd zal de moeder zelf ook niet tevreden zijn als ze als bediende wordt beschouwd. Toch is het ook haar eigen schuld dat de situatie niet verandert. Moeders menen namelijk dat ze het alles zelf veel sneller en efficiёnter kunnen dan hun mannen en kinderen. Zij nemen niet de ruimte om afspraken te maken met hun mannen over de verdeling van de klussen en ze nemen niet de tijd om hun kinderen te leren hoe ze moeten wassen, vouwen en strijken. Behalve dat de kinderen zo de technieken en de routine van huishoudelijke klussen niet onder de knie krijgen, zullen ze ook niet in de gaten hebben hoe vermoeiend huishoudelijke taken kunnen zijn. Ze zullen daarnaast niet begrijpen dat mama behalve hun sympathie ook hun hulp nodig heeft. Moeders moeten daarom niet toestaan, dat hun kinderen de hele dag televisie kijken en snacks eten, terwijl zij zelf de hele dag bezig zijn met het opruimen van hun troep en het schoonmaken van het huis.



Als kinderen klein zijn, hebben ze natuurlijk verzorging nodig en zullen ze nog niet veel zelf kunnen doen. Maar zodra ze in staat zijn om hun eigen kamer op te ruimen, moet een ouder daar op inspelen. De houding van de ouder ten opzichte van het kind moet daarom veranderen. En als het kind groter wordt, kan het meer en andere klussen doen. Het maakt niet uit dat de was minder goed gevouwen is dan je gewend bent. Het maakt niet uit, dat het langer duurt voordat het eten klaar is. Als je ze als ouder niet de gelegenheid biedt om te  leren, wanneer zullen ze het dan moeten leren? Als ze het huis uit zijn?

In sommige huishoudens hebben tieners moeite met klusjes, zoals afstoffen, stofzuigen, afwassen. En al helemaal met 'vieze' klusjes, zoals de vuilnisbak schoonmaken of het toilet reinigen. Niet alleen jongens trekken hun neus op voor de klusjes. Veel ouders vinden het niet zo nodig, dat hun kinderen helpen zo lang ze nog thuis wonen. Maar als uw zoon of dochter later gaat trouwen, moet hij of zij wel een heel huishouden kunnen managen. Onze dochters zullen later waarschijnlijk ook aan het werk gaan. Zij zijn hier opgegroeid en zullen van hun man verwachten dat hij ook zijn deel in het huishouden doet. Maar als hij dit niet geleerd heeft en verwacht dat de vrouw, de moeder, alles voor hem doet, kan dit voor grote problemen in het huwelijk zorgen.

Het hoeft echter helemaal geen tragedie te worden zoals hierboven beschreven. Het is eenvoudig om meisjes en jongens te leren dat het soenna is om huishoudelijke klussen te doen. Culturele normen en waarden die bepalen dat mannen te goed zijn voor huishoudelijke klussen, moeten radicaal overboord gegooid worden ten gunste van de islamitische normen en waarden.

Daarom is de boodschap aan de mannen en vaders is: houd je aan de soenna en neem de profeet, vrede zij met hem, als voorbeeld, ook op huishoudelijk gebied. En de boodschap aan vrouwen en moeders is: neem je kind aan de hand en leer hem koken, wassen en strijken ter voorbereiding op zijn onafhankelijkheid.

bron: vertaling en bewerking van 'living with teenagers; a guide for muslim parents' van Ruqaiyyah Waris Maqsood (Ta-Ha publishers)

maandag 22 april 2013

Wat is er mis met mijn kinderen?

Leven met tieners deel II

Er is zoveel mis met je jonge tiener, dat je geen idee hebt welk gedrag je het eerst of het liefst aan zou willen pakken. Als ik je zou vragen om een lijst te maken met alles waaraan jij je ergert, dan heb je misschien de hele dag nodig.

Nu is geen van je vrienden foutloos en jijzelf evenmin. Als je je bewust wordt van je eigen tekortkomingen of die van je vrienden, dan ben je het misschien met me eens dat er zeker tekortkomingen tussen zitten waar je moeite mee hebt. Toch geef je hierdoor niet minder om jezelf of om je vrienden.

Als we drie specifieke tekortkomingen van onszelf of in onze vrienden kunnen benoemen, zonder dat we er veel moeite mee hebben, dan zullen we ontdekken dat het niet zo moeilijk is om ook andere tekortkomingen te aanvaarden. De meeste mensen hebben niet meer dan drie grote tekortkomingen; de rest is niet zo van belang. En van ons allemaal mag best verwacht worden dat we een zekere mate van fouten van onze geliefden tolereren zonder dat we hen de rug toekeren. Als je kennissen meer dan drie grote tekortkomingen hebben, dan is het waarschijnlijk dat het op een gegeven moment de vriendschap verwatert, omdat we ons te veel ergeren of ons schamen.

Als het om tieners gaat, lijkt de 'regel van drie' echter moeilijker toepasbaar. Er lijkt geen eind aan de lijst te komen die ze fout doen of waar je een hekel aan hebt. Menig ouder is in verwarring over wat er met hun kinderen gebeurt. Ze zullen er daarom niet veel over praten en zich eenzaam voelen. Alsof niemand ze kan begrijpen. Als jij je zo voelt, bekijk dan onderstaande lijst. Het gaat om de meest voorkomende irriterende gedragingen van de tiener waar vele ouders mee worstelen.



Onze tieners bezorgen ons kopzorgen, omdat ze.....

- niet naar huis komen volgens de afspraak
- 's avonds laat thuis komen
- liever niet thuis zijn
- nooit naar buiten willen gaan
- stelen
- liegen
- roken
- schelden, straat- en schuttingtaal bezigen
- een grote mond hebben en altijd een weerwoord hebben
- weigeren te accepteren wat jij hen opdraagt
- ruzie met je maken
- spijbelen van school
- hun best niet doen op school
- weigeren te eten wat je hen voorschotelt
- de voorraadkast plunderen
- te veel snacks op een dag eten
- naar muziek luisteren (met de volumeknop op de hoogste stand)
- zich niet goed verzorgen, niet douchen
- veel te lang in de badkamer blijven
- hun spullen overal laten rondslingeren
- weigeren om een handje te helpen in de huishouding
- veel te veel televisie kijken of achter de PC zitten
- te veel horrorfilms bekijken
- te veel films en t.v.-series bekijken waarin verkering en seks voor komt
- zich hullen in stilzwijgen
- onbeleefd zijn tegenover buren, oma of wie dan ook
- een gebrek aan respect tonen
- niet willen werken
- lui zijn
- kleding dragen die jij afkeurt
- kapsels kiezen die jij afkeurt
- met vrienden omgaan die jij afkeurt
- weigeren om de hijaab te dragen
- weigeren om te bidden
- niet op de goede tijden bidden (alles in een keer bijvoorbeeld)
- weigeren om te vasten
- moeite hebben met de islamles/islamstudie of met het lezen van de Quran

Gaat er een belletje rinkelen? Als je deze lijst goed doorneemt en je herkent je eigen tiener in een aantal opgenoemde aspecten in de lijst, troost je dan met de gedachte, dat je helemaal niet alleen staat. Je zult merken, dat de meeste dingen niet alleen een probleem zijn voor moslimgezinnen. Het gaat om doorsnee-tiener-gedragingen. Het gaat niet om wat jij verkeerd gedaan hebt. Het gaat om de huidige tijdsgeest en de toestand in de wereld en hoe wij daar als moslims mee om moeten gaan.

In mijn volgende blog gaat het over onze veranderende rol als ouder

bron: vertaling en bewerking van 'living with teenagers; a guide for muslim parents' van Ruqaiyyah Waris Maqsood (Ta-Ha publishers)

Wat is er in hemelsnaam mis gegaan met de opvoeding?

Met tieners leven deel I

"Roepen jullie de mensen op om het goede te doen en vergeten jullie daarbij jullie zelf, hoewel jullie het Boek lezen? Denken jullie dan niet na? Zoek hulp door middel van geduld en het gebed. Dit is inderdaad zwaar, behalve voor de nederigen. Die er zeker van zijn dat zij hun Heer zullen ontmoeten en dat zij tot Hem zullen terugkeren." (2:44-46)

Het is zeker dat je, toen je je nieuwe babydochter of -zoon de allereerste keer vol trots in je armen hield, je gevuld was met hoop en optimisme. Je zou een prachtige toekomst tegemoet gaan met zoons en dochters waar je trots op zou zijn. Jouw kinderen zouden jonge mensen worden die geliefd en gerespecteerd zouden worden en met wie je een goede band zou opbouwen.
Maar dan, BAM! Je vraagt je af, wat er in hemelsnaam mis is gegaan. Je hebt alles gedaan wat jij dacht dat goed was. Je hebt jezelf dusdanig vermoeid op zo veel verschillende manieren om je kind op te voeden met discipline en geloof, maar je kind is niet alleen tiener geworden, maar een Monster, met de hoofdletter M.

Wat is er in hemelsnaam mis gegaan? 

Lieve ouders, het eerste dat er nu moet gebeuren is dat je jezelf geruststelt. Er is in feite niets mis gegaan. Het gaat in ieder geval niet om een fout die je bewust hebt gemaakt. Al wat er gebeurd is, is dat je zoon of dochter aan het veranderen is. Van een kind verandert hij of zij in een volwassene op zijn of haar eigen wijze, en dat veroorzaakt frictie.

Maak je geen zorgen, elke ouder maakt dit mee. Voel je daarom getroost met de gedachte dat je niet de enige bent die hier mee worstelt.

Je tiener is ineens een vreemdeling geworden. Erger dan dat. Je tiener is van de een op de andere dag in een vreemdeling veranderd die je niet zo graag mag. Als je deze persoon op straat was tegengekomen, dan zouden het uiterlijk en zijn of haar manieren je niet bevallen en zou je deze persoon niet uitnodigen voor een kopje koffie bij je thuis. Je zou uit de buurt blijven van zo'n persoon en je zou Allah dankbaar zijn dat je er niet mee te maken hebt en er niet mee hoeft samen te leven. Maar - of je het leuk vindt of niet - nu gaat het om je eigen tiener en je hebt wel met hem of haar te maken, en je leeft samen onder een dak.

Hoe meer je probeert verdraagzaam met hen om te gaan, en hoe meer je tracht begrip te tonen, hoe meer je toe geeft aan hun wensen in een poging hen terug te brengen in hun oude sympathieke staat, hoe erger ze worden! Behalve dat je hen niet zo graag om je heen hebt en je hen niet meer mag, ga je het jezelf ook nog eens kwalijk nemen, dat hij of zij zo veranderd is. Het lijkt er namelijk op, dat je niets meer onder controle hebt. Het lukt je niet meer om van je huis een gelukkig thuis te maken. Je bent boos om je eigen falen en zwakte.

Als je dan ook nog eens diepgelovig bent, wordt het nog ingewikkelder. Want dan komen er schuldgevoelens om de hoek kijken. Waarom lukt het je niet om een model jongvolwassene te 'produceren' zoals deze hoort te zijn. Zal er in de moskee schande gesproken worden van jouw nakomelingen? Zal de imam slecht over hen spreken? Als je zoon of dochter fouten maken, zullen andere moslims dan met hun vinger wijzen, en zeggen dat je gefaald hebt?



Het is een doemscenario, vooral als het er naar uitziet dat jouw jongvolwassene van plan is om overal tegen aan te schoppen. Hij of zij lijkt aan alles de brui te willen geven, wat jij belangrijk vindt en liefhebt. Je wil dat ze het gebed verrichten en de hele maand Ramadan vasten. Je wil dat ze de goedkeuring wegdragen van de gemeenschap, zodat je trotst kunt zijn. Maar plotseling willen ze naar de disco, of hebben ze verkering en/of luisteren ze niet meer naar je als je een opdracht geeft.

Het hoort tot de basis van de islam dat een jongere persoon de oudere respecteert en dat een jongvolwassene zijn of haar ouders gehoorzaamt. Mogelijk ben je zelf van de generatie waarin gehoorzaamheid en respect nog vanzelfsprekend was. Daarom lijkt het zo onrechtvaardig dat de jongere generatie 'het spel' niet mee speelt.

Het is daarom logisch dat als jouw tiener veranderd is in een monster, je gemengde gevoelens hebt. Gevoelens van boosheid, hulpeloosheid, depressie en mogelijk zelfs haat.

Haat je je eigen kind? Natuurlijk niet! Dat is onmogelijk. Als je er goed over nadenkt, wat er in je eigen leven gebeurd is, wat er in je eigen leven allemaal mis ging en waar jij zelf niet de oorzaak van was, dan besef je dat het geen haat is wat je voelt.

Maar je houdt er echt niet van wat je tiener doet of probeert te doen. Je hebt het altijd verboden en je hebt geprobeerd het goede voorbeeld te geven. Het feit dat zij nu expres jouw regels overtreden en je gevoel van veiligheid weg nemen, maakt je haatdragend en stemt je bitter. Hoe meer ze dit gedrag vertonen, hoe minder je hen mag. Als ze hun gedrag niet veranderen en de tijd is gekomen dat ze het huis verlaten, slaak je een grote zucht van opluchting.

Het gebeurt zo vaak. Het voelt als een tragedie en het is een tragedie. Maar het is niet zoals Allah dit bedoeld heeft.

De volgende blog gaat over wat er allemaal mis kan gaan. Daarna zullen er adviezen volgen.

bron: vertaling en bewerking van 'living with teenagers; a guide for muslim parents' van Ruqaiyyah Waris Maqsood (Ta-Ha publishers)




dinsdag 9 april 2013

Slachtoffers Jeugdzorg die publiciteit zoeken bestraft

Dankbaarheid voor de moed van degenen die hun kinderen zijn kwijt geraakt aan jeugdzorg

Daarnet bekeek ik een filmpje van de demonstratie tegen Jeugdzorg van 31 maart j.l. Op het ene filmpje komt Sheikh Elias samen met zijn vrouw in beeld, de Irakese asielzoeker die zes van zijn zeven kinderen is kwijt geraakt aan jeugdzorg. Twee kinderen zijn al bekeerd en met een derde worden pogingen ondernomen. Zijn twee zonen zitten in gesloten inrichtingen na de zoveelste poging om terug naar huis te vluchten. Toen ik hem en zijn vrouw in beeld zag, barstte ik in tranen uit. Want ben ik niet medeverantwoordelijk voor het feit dat zij sinds kort de voogdij zijn kwijt geraakt over hun kinderen? De publicatie in Moslim Vandaag en bij De Vijfde Dag van de EO heeft hen geen goed gedaan. Ook niet nadat duidelijk bleek uit de feiten, uit het dossier, dat de kinderen destijds onterecht uit huis waren geplaatst. Was het eerst agressie waarvan vader werd beschuldigd, laten hadden de ouders gebrekkige pedagogische kwaliteiten.

Dezelfde ellende en hetzelfde lot lijkt ook andere slachtoffers van Jeugdzorg ten deel te vallen die contact met de pers hebben gezocht. Als straf wordt het contact met de kinderen voor langere tijd verbroken. Niet dat het ene uur of anderhalve uur in de maand of in de zes weken ‘contact’ kan worden genoemd. Het is onmogelijk een band op te bouwen met een kind tijdens een bezoekuur waarbij er begeleiders aanwezig zijn. Sommige ouders mogen hun kinderen tijdens dat uur geen (dure) cadeaus geven, geen kleding uittrekken om nieuwe kleding aan te doen, niet naar de wc brengen als het kind dat vraagt, niet in de eigen taal met het kind spreken, soms zelfs niet eens knuffelen. Als ouders vragen waarom dat niet mag, krijgen ze als antwoord: “Omdat ik dat zeg.” Ze zijn overgeleverd aan de kuren van de gezinsvoogd. Heb je een goede, dan heb je geluk. Heb je een wraakzuchtige machtswellusteling als gezinsvoogd, dan is er stront aan de knikker.

Er zullen ook genoeg gezinsvoogden naar eer en geweten hun werk doen en die ook moeite hebben met de bureaucratie van hun werk, waardoor ze onmogelijk het belang van het kind kunnen dienen. Over hen heb ik het niet. Ik heb het over de arrogante medewerkers van Bureau Jeugdzorg, van de William Schrikker Groep en van het Leger des Heils, die de ouders een lesje willen leren, omdat ze neerkijken op de ouders en/of omdat ze kicken op hun machtspositie. Zij voelen zich boven de wet verheven. Ze kunnen immers gewoon hun gang gaan. Meerdere instellingen hebben al onder toezicht gestaan van de Inspectie voor de Jeugdzorg, maar als ze beterschap beloven op papier en vervolgens na een paar maanden bewijzen op papier, komen ze er gewoon mee weg.

De ouders die de openbaarheid zoeken, krijgen ook andere strafregels opgelegd door de gezinsvoogd. Zo kan je als ouder gedwongen worden een bepaalde cursus te volgen of psychologische hulp te zoeken. Nu is dat niet zo verkeerd, zou je denken. Je kinderen worden toch niets voor niets uit huis geplaatst? Of die uithuisplaatsing al dan niet terecht is, daar gaat het hier niet om. Het gaat er hier om, dat deze maatregelen worden opgelegd als straf. Gij zult naar de pijpen van de gezinsvoogd dansen om in elk geval uw kind dat ene uur te mogen zien. Dat ouders daarvoor soms ver moet reizen en dus geld moeten betalen voor vervoer, dat ze niet hebben, maakt Jeugdzorg niets uit. Ook niet als deze ouders voor verschillende kinderen naar verschillende plaatsen door heel Nederland moeten reizen.

Het grootste probleem is dus de macht van de gezinsvoogd. Als de gezinsvoogd uithuisplaatsing adviseert en de Raad voor de Kinderbescherming neemt dit – zonder zelf onderzoek te doen – over, dan zal de Rechter het advies ook overnemen. Als de gezinsvoogd van alles bij elkaar liegt – en dat gebeurt – om ervoor te zorgen dat de ouders de voogdij kwijt raken, en de Raad voor de Kinderbescherming neemt het advies over zonder andere deskundigen te raadplegen, zal de Rechter het dossier van de ouders, zonder dit te hebben ingekeken, aan de kant schuiven. Ook de advocaten staan machteloos in deze. Soms negeert Jeugdzorg zelfs het besluit van de Rechter, zoals in het geval van Yunus die terug geplaatst moest worden bij de ouders omdat de rechter de moeite had genomen het dossier wel in te kijken. De conclusie is dus dat de Wil van de gezinsvoogd Wet is.



En dat het alleen maar erger kan worden is een nachtmerrie die realiteit lijkt te worden. In 2015 is namelijk de transitie Jeugdzorg. De jeugdzorg wordt dan overgedragen aan de gemeenten, die daar eigenlijk slecht op voorbereid worden en het met minder geld moeten doen. Dit zal betekenen dat de gezinsvoogden nog minder tijd te besteden hebben om de 15 kinderen die ze nu onder hun hoede hebben, te begeleiden binnen de gezinnen. En als gezinsvoogden onder druk staan, zullen ze minder goed kunnen oordelen over de vaardigheden van de ouders, met als gevolg: nog meer ondertoezichtstellingen en nog meer uithuisplaatsingen. Het is totaal onlogisch dat de overheid bezuinigen wil op jeugdzorg, terwijl het aantal uithuisplaatsingen toeneemt. En uithuisplaatsingen kosten overheid (lees de samenleving) ontzettend veel geld. Vier miljard kost Jeugdzorg op jaarbasis. Dat de gezinsvoogden zelf niet protesteren tegen de bureaucratie van dit systeem, begrijp ik. Zij willen toch ook graag hun baan behouden. Maar waarom de politici doof, stom en blind voor de wanhoopskreten van de ouders, daar kan ik met mijn verstand niet bij.

Ik ben verdrietig.

Ik voel me meegesleurd door de machteloosheid tegenover de jeugdhulpverlening die onze kinderen eigenlijk zou moeten beschermen en begeleiden, maar dit niet waar kan maken. Het voelt alsof ik daadwerkelijk in de schoenen sta van de ouders. Ik voel hun pijn, hun wanhoop en ik begrijp dat ze van radeloosheid niet meer helder kunnen denken.

Ik voel me schuldig.

Ik ben er medeverantwoordelijk voor dat ouders hun kinderen minder mogen zien. Ik ben er schuldig aan dat ouders de voogdij kwijt raken, omdat ik hun verhaal heb opgetekend. Het is nooit mijn bedoeling geweest dat deze ouders hierdoor bestraft zouden worden. De uithuisplaatsing was al een straf die veel ouders niet verdiend hebben.

Ik ben dankbaar.

Toch denk ik dat juist door het naar buiten treden van al deze slachtoffers, de druk wordt opgevoerd op Jeugdzorg. Het angstzweet breekt ze uit. Dat zij nu hun heil zoeken in het nemen van strafmaatregelen, betekent niet alleen hun macht, maar ook hun angst om die macht kwijt te raken. Daarom beginnen ze maar wild om zich heen te slaan. Ook wordt de druk opgevoerd op de overheid om nu eindelijk eens iets te veranderen aan een systeem dat de ontwikkeling van de kinderen verslechterd in plaats van verbeterd. Dat is immers uit meerdere rapporten en onderzoeken gebleken.



Hierbij wil ik dan ook alle slachtoffers van Jeugdzorg die hun verhaal open en eerlijk vertellen, bedanken voor hun moed. Door jullie zijn er ook andere slachtoffers die op staan en hun mond open doen. Ook wil ik ze bedanken voor hun doorzettingsvermogen, want van opgeven willen zij niet weten. Tot slot wil ik ze bedanken voor de hoop dat ze hun kind ooit toch nog terug krijgen. Hun hoop is mijn hoop. Hun protest is mijn protest.

BEDANKT


© Moslim Vandaag

maandag 8 april 2013

Tijd voor een beeldenstorm

Ze worden steeds groter en het worden er ook steeds meer. We worden er bijna mee doodgegooid. Er moet en zal een Boeddha-beeld uw koninkrijk binnenkomen, want zo word je zogenaamd bevrijd uit de kringloop van wedergeboorte en zal je nooit meer lijden. Niet dat de Nederlanders dit doel kennen die zo'n beeld in huis nemen. Het is gewoon leuk zo'n beeld, want we leren dat boeddhisten aardig zijn, dus dan zal hun levenswijze ook wel aardig zijn. Dat het imago verstoord wordt door de terroristische boeddhisten die moslims levend verbranden, martelen en verkrachten in Myanmar, mag de Boeddha-pret niet drukken. Er zijn zelfs Boeddha-knuffels te koop. 

Bij mijn weten heb ik nooit beelden in mijn kamer gehad als kind. Ik was namelijk bang voor beelden. Vooral omdat ik er 's nachts spoken van maakte in mijn fantasie. Zelfs de patronen op de gordijnen werden heksen. Het was ook zo pikkedonker in m'n kamer.

Vroeger in de kerk waren er ook geen beelden. Ik ben namelijk 'opgegroeid' in de Vrijzinnig Hervormde gemeenschap - meer vrijzinnig dan hervormd zeg ik maar altijd, want zodra de kerk verkocht en afgebroken werd, hield de gemeenschap min of meer op te bestaan. In die kerk waren er geen beelden. Wel harde houten banken, pepermuntjes en een groot kerkorgel, waar Wiebert op speelde, die aan de overkant van de straat woonde. Ik vond de beelden in de katholieke kerk van Jezus, vrede zij met hem, waar hij aan het kruis hing, maar eng. Nooit kwam het in mij op zo'n beeld te aanbidden.

Ik vond de verhalen over de twee beeldenstormen die Nederland gekend heeft machtig . In de zestiende eeuw en in de negentiende eeuw vonden er beeldenstormen plaats. Zowel figuurlijk - het ging om een vernieuwing en versobering in de kerk - maar ook letterlijk - vele beelden, knielbanken van houtsnijwerk en allerlei andere relikwieën werden vernield.

Ook toen de profeet Mohammed, vrede zij met hem, terugkeerde van Medina naar Mekka en geaccepteerd werd door de bevolking, sloeg hij de beelden in en rondom de Ka'aba - het kubusvormige 'huis van Allah - kapot.

Zo ver wil ik niet gaan, alhoewel mijn handen jeuken. Het moge duidelijk zijn dat ik de beelden nooit heb gemist. Maar de beelden in de Blokkers, de Intratuins en de Actions kan ik missen als kiespijn. Hoe ik me echter ook wend of keer; ze zijn zelfs binnengedrongen in de woonkamers of in de tuinen van mensen die ik hoog en liefheb.

Ik hoop uit de grond van mijn hart, dat deze mensen bewust worden van waar ze mee bezig zijn. Deze beelden brengen hen geen goeds, kunnen niets voor hen doen en leiden alleen maar af van de weg die zij zouden moeten gaan, namelijk de weg van de aanbidding van de Ene God. Er is niets onschuldigs aan zo'n beeld. Er gaat een levensovertuiging achter schuil, die wordt opgedrongen door de commercie.

Ik hoop dat Nederlanders binnenkort ophouden met het verzamelen van die Boeddha-beelden. Het is tijd voor een nieuwe beeldenstorm.

Ik ben een eigenwijze moslim



De mens gedraagt zich als een kuddedier. Als er één schaap over de dam is volgen er meer. Zo is het met mensen ook. Als een vooraanstaand lid van de gemeenschap een stap zet, voelen anderen de vrijheid om ook een stap te zetten. Ik behoor nu zelf ook al meer dan 20 jaar tot ‘de kudde van moslims’, al hoewel ik soms het liefst net doe of ik er niet bij hoor, omdat ik me – geheel onterecht - schaam voor het asociale gedrag van sommigen van mijn broeders en zusters. Maar waar ik al die jaren moeite mee blijf houden is dat er binnen de gemeenschap ook nog weer allerlei onderverdelingen worden gemaakt in subgroepen en binnen die subgroepen weer andere subgroepen. Voor geen goud behoor ik tot een subgroep van een subgroep. 

Al van jongs af aan heb ik grote moeite met de hokjesgeest. Op de openbare lagere school duwden we elkaar niet in hokjes, voor zover ik me kan herinneren. Ik was altijd aan het ravotten in de grote tuin van onze boerderij, klom in de appelbomen, sprong vanaf de zolder in de schuur op de hooimijt en vocht met jongens die groter waren dan ik. Ik had kortom een prachtjeugd.

Op de middelbare school kwam het besef dat ik uit een dorp kwam en zij uit een groter dorp. Ik werd door een paar rotjochies uitgelachen vanwege mijn dialect. Mijn vriendin van de lagere school kwam in een andere klas terecht en ging om met moederlijke meisjes, waar ik niet tussen paste. Er waren meisjes die alleen maar giechelden, de giecheltrientjes, waar ik niet tussen paste. En er waren de zwartjakkers die dansten op U2 in de disco alsof ze hun contactlenzen zochten en in het zwart gekleed waren, waar ik niet tussen paste. Ik wilde namelijk moederen, giechelen, dansen en zwarte kleding dragen wanneer ik dat wou en niet om ergens bij te horen. Waardoor ik dus eigenlijk nergens bij hoorde.

Na deze ‘verloren’ periode – waarvan ik wel veel geleerd heb door alle traumatische ervaringen - kwam ik terecht op de school voor journalistiek. Daar had ik een vriendengroepje waar ik veel lol mee trapte. Toen ik echter in een geloofscrisis terecht kwam, was er niemand die voor me klaar stond, zoals ik hen wel opving als ze zich niet lekker voelden. Weer had ik het gevoel er alleen voor te staan. Moslims kende ik toen nog niet. We hadden welgeteld één Turk op de hele opleiding zitten, maar hij was communist en we lagen elkaar gewoon niet. In mijn zoektocht naar zingeving bezocht ik verschillende kerken, maar ik wist niet hoe gauw ik er weer vandaan moest vluchten. Ik voelde me er niet thuis.

Pas toen ik mijn huidige moslimman ontmoette en hij mij vragen over God stelde en aangaf dat mijn antwoorden zijn antwoorden waren, kwam ik langzamerhand tot het inzicht, dat ik moslim was. Vooral na een briefwisseling met een studente theologie waarmee ik in hetzelfde studentenhuis had gewoond, was ik overtuigd. Ik vroeg haar namelijk: hoe denken jullie op de opleiding over Mohammed? En zij antwoordde mij: wij geloven niet dat hij een profeet is, maar wij geloven wel dat het Licht van God door hem scheen. Zij heeft het nooit geweten, dat haar antwoord tot het keerpunt in mijn leven leidde. Eindelijk hoorde ik ergens bij. Ik was een moslim. Ik aanvaardde alle consequenties die daarbij hoorden. Ik zette mijn ‘wagen’ in de eerste versnelling en ging op weg om de auto nooit meer in zijn achteruit te zetten.

Maar er zit me iets dwars. Ik kan het tot vandaag de dag niet verkroppen als mensen met trots op sociale media roepen dat ze salafist zijn en aannemen dat zij tot een groep van uitverkorenen behoren. Als zij jou een vraag stellen, willen ze alles met daliel –met bewijs - terwijl ik geen wandelend boek ben. Ik vind het ook moeilijk te verdragen dat er soefi’s blindelings hun sheiks volgen in de veronderstelling dat hij het bij het juiste eind heeft, en zij dus ook. Ik begrijp de verleiding om iemand te volgen, om het gevoel te hebben van saamhorigheid, van zorgzaamheid. Maar daar zit vaak ook sociale controle aan vast, waardoor leden van zo’n subgroep zich geroepen en soms zelfs dwongen voelen tot het verrichten van bepaalde handelingen die eigenlijk tegen hun gevoel indruisen. Zoals bijvoorbeeld het buitensluiten van leden die een keer een afwijkende mening er op na houden of die kritische vragen stellen.

Ik ga ervanuit dat elke groepering wel weer ingrediënten heeft die correct en nastrevenswaardig zijn, maar dat de ingrediënten samen de beste salade maken. Ik luister naar elke geleerde die mij weet te raken met zijn of haar woorden, waarvan de waarheid tot mij doordringt, maar ik zal nooit blind volgen. Ik lees boeken en struin het internet af om te onderzoeken hoe iets werkelijk in elkaar zit. Ik weiger daarom ook om in een hokje gestopt te worden.

Soms ben ik streng voor mezelf en zou je mij salafist kunnen noemen, soms lukt het mij om ergens tussen hemel en aarde te zweven in mijn gebed en lijk ik wel een soefi. Soms kan ik me moeilijk neerleggen bij een statement en zou je mij als een kritische vrijdenker kunnen betitelen. Soms ben ik diep verontwaardigd als er ergens onrecht op de wereld geschiedt en zou je mij als extremist kunnen typeren. Maar al deze ingrediënten heb ik in mij zitten en maken mij de mens die ik ben, met al mijn talenten en met al mijn tekortkomingen. En ik ga er tevens van uit dat ook alle andere mensen een allegaartje van ingrediënten zijn. Daarom geef ik mijzelf altijd en immer de opdracht om niet in hokjes te denken, niet te oordelen en al helemaal niet te veroordelen.

Daar staat echter wel iets tegenover: ik verwacht zelf ook in mijn waarde te worden gelaten. Het enige hokje waar je mij in mag stoppen is het hokje van de islam. Ik ben een mens die in alle vrijheid ervoor gekozen heeft om zich over te geven aan Allah. Ik ben een eigenwijze moslim.

Dit artikel is eerder verschenen in de eerste editie van Moslim Vandaag Exclusief



Word lid van MoslimVandaag en ontvang elke twee weken de MoslimVandaag Exclusief in je e-mailbox voor slechts € 20,- per jaar.

© Moslim Vandaag

vrijdag 5 april 2013

Ware liefde

Ik had het niet in de gaten, toen ik jong was. Ik wenste dat mijn moeder meer voor zichzelf zou opkomen. Haar eigen mening zou geven. De feminist in haar moest wakker worden. Maar nu besef ik dat ik het eigenlijk meer over mezelf had. Mijn vader en moeder waren namelijk gelukkig samen. En dat zijn ze na meer dan 50 jaar nog steeds. Is het geen ware liefde dat mijn vader als eerst de kruiswoordpuzzel helemaal oplost om hem uit te gummen en vervolgens mijn moeder de zelfde kruiswoordpuzzel laat invullen? 

Mijn moeder is altijd op de achtergrond geweest. Zij was de ondersteuning die mijn vader nodig had. Ze deed het huishouden, ze verzorgde de tuin en zij hielp hem op het land. Haar vriendinnen uit Sleen zeiden,  toen mijn vader haar hand kwam vragen: "Je hebt geluk meid. Boeren uit Nieuw-Weerdinge zijn rijk. Je zult een mooi leven leiden." Een mooi leven werd het. Maar niet zoals mijn moeder zich dat had voorgesteld. Er moest gewerkt worden. De dag na de bruiloft al. Mijn opa en oma waren echte calvinisten wat werk betreft. Mijn moeder was hard werken wel gewend, aangezien zij haar eigen vader ook al altijd geholpen had op het land. Eigenlijk heb ik haar nooit horen klagen, over dat harde werk, realiseer ik mij nu. Voor mij was ze, ook toen al, een fantastische moeder. Elke middag zat ze klaar met de theepot als ik thuis kwam van school. Als ik ergens verdrietig over was en mij de hele 10 kilometer afstand naar huis fietsen groot hield, huilde ik alsnog tranen met tuiten als ik thuis kwam. Ze hoefde me alleen maar aan te kijken. Niets kon ik voor haar verbergen. Liegen ging ook niet. Ze ontdekte altijd waar ik de droge worst uit de koelkast nu weer had verstopt, zelfs toen ik hem een keer achter in de paardenstal bovenop de balken had gelegd.



Mijn vader - die naast zijn werk op het land en rondom de boerderij ook nog in de politiek zat en actief was als voorzitter van Veilig Verkeer Nederland en binnen allerlei andere clubs en organisaties in het dorp  - trad in tegenstelling tot mijn uitermate bescheiden moeder graag op de voorgrond. Vol bewondering zag ik naar hem op als hij zonder zenuwen een podium opstapte en het woord nam. En ondanks alle drukte nam hij toch nog uitgebreid de tijd om met zijn kinderen te spelen. Dan zaten mijn middelste zus en ik elk op een voet van 'ons pabe' en deden we een wedstrijd wie er als eerst aan de overkant was. Of liepen we marcherend door het hele huis achter mijn vader aan op de accordeonmuziek van Johnny Woodhouse.

In tegenstelling tot andere ouders trof ik mijn ouders nooit elkaar zoenend op de bank aan in huis. Als ik er wat van zei -omdat ik het toch wel leuk had gevonden als ze elkaar eens zouden liefkozen ter bevestiging van mijn twijfel - ging mijn moeder 'heel gemaakt' op zijn schoot zitten, voor heel eventjes dan. We waren ook niet gewend dat er tegen ons werd gezegd: "Ik hou van jou." Ik was elke keer verbaasd en zelfs verontwaardigd als mijn vader zat te snikken voor de televisie als er liefdevolle woorden werden gesproken van moeder of vader tot kind. Nooit had mijn vader gezegd dat hij van me hield. Wat hypocriet vond ik dat als puber.

Maar ondanks het feit dat ik als kind de bovenstaande woorden heb gemist, weet ik dondersgoed dat mijn ouders om ons gaven en geven. En ook dat ze zielsveel van elkaar houden. Toen mijn moeder meer dan 10 jaar geleden een hartaanval kreeg en mijn vader thuis alleen achterbleef, zag hij er verslagen uit. Wat was ik blij en dankbaar, dat ze helemaal weer opknapte.


Mijn ouders geven veel om elkaar. Alles doen ze samen. Opstaan, ontbijten, koffiedrinken, jeu de boule, tientallen kilometers fietsen, bowlen, naar concerten en toneelstukken. Alleen wandelen gaat niet zo best meer met mijn moeders versleten knie. Dagelijks spelen ze na de koffie of thee een spelletje met elkaar: Rummykub, Skib bo of Yathzee. Nooit worden ze elkaar moe. En nooit zal mijn moeder geërgerd tegen mijn vader zeggen, dat hij die zelfde grap al honderden keren herhaald heeft. En dat van die honderden keren is heus niet overdreven.

Van mijn ouders heb ik geleerd wat ware liefde is. Woorden zijn daarvoor vaak niet eens nodig.

donderdag 4 april 2013

Minderwaardigheidscomplex

Hoe is het in hemelsnaam mogelijk? Nog maar een paar jaartjes te gaan en dan ben ik 50 jaar oud. 'k Zou al oma kunnen zijn in principe. Hoe kan het dan dat ik nog steeds last heb van een minderwaardigscomplex? Zielig hoor!

Mijn gedachten maken me gek. Nu is mij door een vriendin aangeraden om minder in mijn hoofd te zitten en meer contact te maken met mijn lichaam en met name de link te leggen tussen hoofd en hart. Het gebed is uitermate geschikt om dit contact te maken. Vijf maal per dag buig ik met mijn hele lichaam voorover, kniel neer waarbij mijn voorhoofd de grond raakt, buig mijn hoofd ten slotte van links naar rechts. Tot zover de lichamelijke oefening, die tijdens de studie fysiotherapie overigens de Mohammedaanse oefening wordt genoemd.


Ik zeg: "Allahoe akbar", waarbij ik de wereld kortstondig vaarwel zeg. Ik zoek mijn toevlucht bij God. Ik zoek Zijn Bescherming tegen alle influisteringen. Ik probeer om de woorden nadrukkelijk uit te spreken in het Arabisch, hardop of in mijn hart afhankelijk van het moment en vervolgens overdenk ik de betekenis in het Nederlands. Sommige verzen voel ik rechtstreeks, daar hoef ik geen moeite meer voor te doen. 'Wa-al-Asr', 'Bij de Tijd, de mens lijdt waarlijk verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten, die elkaar aansporen tot de waarheid en tot geduld.' Maar helaas lukt het mij de meeste tijd niet om mij af te sluiten van de wereld en de link te leggen tussen mijn hart en Mijn liefhebbende Schepper. En daar voel ik me zo schuldig over.

Ik voel me werkelijk overal schuldig over en verantwoordelijk voor. Gisteren kreeg ik het verwijt naar mijn hoofd geslingerd toen er een schaaltje uit de koelkast kapot viel op de grond. "Waarom zet je dat dan ook vooraan?" werd mij verweten. "Maar ik heb dat schaaltje daar niet neer gezet," verdedig ik mijzelf nog. Mijn hart krimpt samen vanwege de onterechte beschuldiging. Vervolgens ruim ik de troep meteen op om te voorkomen dat mijn kind, dat welterusten komt zeggen, met zijn voeten in een glassplinter zal stappen. Wat is er toch aan de hand met mij dat ik mij door zoiets pietluttigs uit het veld laat slaan?

De afgelopen vier jaar heb ik veel ergere en grotere onterechte verwijten naar mijn hoofd geslingerd gekregen. En die heb ik allemaal verdragen. Ik heb belangrijke werkzaamheden verricht, keihard gewerkt, ook veel waardering en begrip geoogst. Wat is dan de reden dat ik nu van een mug een olifant maak? Wat is de reden dat ik mijzelf zo pijnig? Dat ik zo hard ben voor mezelf? Dat ik mijzelf zo onderschat?

Het schijnt dat ik in mijn jeugd iets heb meegemaakt waardoor ik zo hooggevoelig ben geworden en dat ik soms over me heen laat walsen. Ik irriteer me aan me zelf, want ik vind het schromelijk overdreven wat ik ervaar. Ik maan mezelf tot logisch nadenken. Ik waarschuw mezelf dat ik te ver ga met mijn melancholisch gedrag, mijn kattengejank, mijn schapengeblaat. Ik vrees dat ik vriendinnen lastig val en kwijt raak met mijn dramaqueen-gedrag. Wie houdt er nu van om de hele tijd te filosoferen over wat er aan de ander zou kunnen schorten? Ik vind het kortom vreselijk. Shut the fuck up, zeg ik tegen mezelf. Stop met de psychologisering van je leven. Leef nu eindelijk eens het leven dat jij wil! Zing. Vecht. Bid. Huil. Werk. Lach. En bewonder.



Ik dacht al die tijd dat ik eigenwijs was en leefde zoals ik dat wou, maar ik ben bang dat ik tussendoor zand in mijn ogen heb laten strooien. Dat ik toch telkens weer afwijk van de weg die ik moet gaan.

Graag wil ik achterhalen waar dit gevoel vandaan komt. Maar nog veel liever wil ik dit complexe minderwaardigheidscomplex dat me in een wurggreep houdt voor eens en voor altijd achter mij laten. Ik wil mezelf bevrijden. Ik weet dat God op mij wacht, zoals God op elke ziel wacht, heel geduldig. Maar de Barmhartige God verwacht dat ik eerst met mezelf in het reine komt, dat ik zelf de ogen en mijn hart open. Hij heeft mij de natuurlijke aanleg gegeven om naar mijn hart te luisteren. Listen to your heart.

Soms lukt het me en dan voel ik het bloed door mijn lichaam stromen. Ik ben dan helemaal in flow. Ik straal aan alle kanten en ik voel dat ik anderen meeneem in mijn aanstekelijke enthousiasme. Can you feel it? Dan raak ik weer verwikkeld in andermans kluwen en mijn idem dito brein.



Momenteel zit ik al een paar maanden thuis. Het zijn heerlijke maanden geweest waarin ik niets hoefde van mezelf. Ik voel dat ik deze periode van reflectie nodig heb, dat ik op de goede weg zit. Ik voel dat ik moet stoppen met voldoen aan verwachtingen van anderen. Toch word ik soms overvallen door gevoelens van moedeloosheid. Zal het me echt lukken?

Want wat is de reden dat ik op mijn leeftijd nog steeds last heb van de stemmen uit mijn jeugd. 'Wees jij nu maar verstandig. Zo hoort het! Daar ben je te jong voor!' De stemmen uit mijn puberteit: 'Daar heb je geen verstand van! Jij hoort niet bij ons! Ik kan merken dat je uit een dorp komt! Als je het nu niet begrijpt, haal je nooit het VWO-diploma.' En de stemmen later op de werkvloer: 'Ze snapt het echt niet, he?' in het bijzijn van een deskundige.

Nee, ik snap het nog steeds niet. Ik begrijp mijzelf nog steeds niet. Mijn zelfverwijtende ziel. Die zo nu en dan de zoektocht naar bevrijding, naar geluk, naar de zoetheid van goddelijke tevredenheid belemmert. "O Allah, laat me niet over aan mijn ziel, zelfs niet voor het ene moment dat ik met mijn ogen knipper."

InchAllah. I shall overcome, some day.