dinsdag 26 april 2016

Symbolen op mijn levenspad

Als je ervan overtuigd bent geraakt, dat alles wat op je pad komt, je iets te zeggen heeft, dan ga je heel anders naar het leven kijken. Wat betekent dan een poging tot inbraak in je woning terwijl je in je woonkamer staat? Wat betekent het dan dat je van je fiets valt omdat je de controle over je stuur kwijtraakt? Wat wil de merel die op slechts één meter afstand van je komt zitten in onze tuin en me recht aankijkt, je zeggen? Alles en iedereen als symbool op mijn levenspad.





De afgelopen weken leef ik bewuster dan ooit tevoren. Eigenlijk vind ik het nog lang niet bewust genoeg, maar dat komt omdat ik hoge eisen stel aan mezelf. En met bewust bedoel ik dan eigenlijk meer gedisciplineerd, want het ontbreekt me aan discipline. Dan zit ik bijvoorbeeld vier weken lang in een vast ritme, en dan gebeurt er iets, waardoor ik volledig de kluts kwijt raak.

Keizersboom
Maar als je op weg naar de supermarkt je bewust wordt van de grote schoonheid van de Keizersboom, die met haar prachtige roze bloesem slechts enkele weken per jaar in bloei staat, besef je weer dat alles betrekkelijk is. Het leven dat je zelf leeft met jouzelf als belangrijk middelpunt van het heelal stelt in wezen maar weinig voor en duurt maar een moment in de eeuwigheid. Toch vertelt de Keizersboom ook, dat je maar beter volop kunt bloeien als de tijd rijp is. En als je bent uitgebloeid, kun je altijd nog met je schaduw bescherming bieden aan je omgeving en een huis zijn voor de vogels in de rest van de tijd die je gegund is.

De merel
Dan die merel. Terwijl ik bezig was om de perkplantjes een plekje in mijn tuin te geven, daalde de merel af naar beneden, naarstig op zoek naar regenwormen die bloot aan de oppervlakte lagen doordat ik de aarde had omgespit. Eerst dacht ik dat de merel mij niet had opgemerkt en ik bleef heel stil zitten. De avond tevoren was ik onder de indruk van een scène uit Karate Kid met Jackie Chan en Jaden Smith, waarbij de jongen na een lange klim bovenop de berg een vrouw spot die door een cobra lijkt te zijn gehypnotiseerd. Achteraf vertelt zijn kungfu-meester hem, dat het andersom was: de vrouw hypnotiseerde de cobra. Niet door stil te blijven zitten, maar door van binnen stil te worden.
Dus besloot ik van binnen stil te worden. Het was heel wonderlijk hoe de merel steeds dichterbij kwam en mij aan leek te kijken. Hij vloog een paar keer weg om gelijk weer terug te komen, zelfs nadat ik tegen hem begon te praten. Was ons beider nieuwsgierigheid naar elkaar te groot, dat hij maar terug bleef komen, of was het slechts de verleiding van de wormpjes? Ik realiseerde mij, dat ik te weinig in de natuur verblijf, terwijl ik het zintuiglijke contact met water, aarde, bomen en planten zo hard nodig heb om tot innerlijke rust te komen.    

De val van de fiets
En de val van de fiets. We zouden naar de braderie gaan, mijn oudste dochter en ik. Op de fiets gezeten, fietste ik automatisch het pad dat ik altijd fiets in de richting van de stad, totdat mijn dochter zei: “Mama, we moesten hier eigenlijk naar links.” Ik besefte, dat er fietsers en een bromfiets achter ons reden en dat ik even naar de kant moest. Daarbij kon ik niet goed inschatten wat mijn dochter van plan was. Voor ik het wist zat mijn stuur in haar vleermuismouw en daar ging ik. In alle snelheid besloot ik mee te bewegen ‘go with the flow’ en door te rollen op de stoep. Een korte hevige pijn in mijn kuit, van waarschijnlijk het stuur, maar verder voelde ik me vooral erg ‘voor schut’. De dame op de bromfiets hield halt en vroeg of het ging en ook twee meisjes op skeelers toonden lieve belangstelling. Nou, het ging goed met mij en ik liep heen en weer over de braderie alsof er niets aan de hand was. Pas ‘s avonds begon het pijn te doen. Maar nadat ik er kamferolie op had gesmeerd, werd ik de volgende dag nagenoeg pijnvrij wakker. Ik had er alleen een diepe blauw-paarse plek aan over gehouden. Toch was ik benieuwd wat dit ongeval zou kunnen betekenen. Ik kom uit bij het handboek psychosomatiek ‘Ziekte als symbool’ van arts, natuurarts en psychotherapeut Ruediger Dahlke en zoek naar de beschrijving die bij het ongeval past. Hij raadt aan om wat er gebeurde spreekwoordelijk en naar de huidige levenssituatie te vertalen. Het gaat volgens hem om een karikatuur van de eigen problematiek. Ik raakte de controle over mijn stuur volledig kwijt. Het klopt, dat ik nieuwe wegen insla, maar dat sommige dingen me vooral overkomen. Ik laat het gebeuren, maar vind het ook wel weer spannend. Klaarblijkelijk moet ik “alerter deelnemen aan het leven”, zoals Dahlke adviseert, want ik moet de val als “een inbreuk in het leven doorzien en deze plotselinge krachtsontplooiing op een meer geëmancipeerde manier tot uiting brengen; in plaats van afwisseling door ongeval liever bewust uit het gareel lopen, uit de band springen, nieuwe creatieve impulsen in het leven laten binnendringen”.


Poging tot inbraak
Het is het woord inbreuk, waardoor mijn lippen omkrullen. Want dit is een perfecte brug naar de poging tot inbraak die twee weken geleden plaats vond in onze woning. Ik was op weg naar de woonkamer toen ik plotseling twee paar benen onder het rolgordijn zag uitsteken. Eerst dacht ik nog dat het mijn man was met zijn vriend, maar toen ze aan het raamkozijn begonnen te wrikken, begreep ik dat ik met inbrekers te maken had. Ik zocht mijn telefoon om de politie te waarschuwen, maar de paniek verblindde mij en ik zag mijn telefoon niet. Toen besloot ik naar buiten te gaan en ze te verjagen. Dat lukte, ze schrokken enorm en gingen er vandoor. Daarbij heb ik één van de inbrekers recht in de ogen gekeken, nog een jonge jongen. Juist omdat hij zo jong was, en omdat ik ze beiden verjoeg, voelde ik nadien totaal geen angst. Ook voel ik me niet onveilig in mijn eigen woning. Ik voel me hooguit alert. Wat heeft deze poging tot inbraak mij te vertellen? Als kindertolk in opleiding heb ik geleerd dat je huis voor je persoonlijkheid staat. Wat ik zelf vermoed is dat ik niet langer bang moet zijn, dat men mijn persoonlijkheid wil beïnvloeden. Ik sta ‘mijn mannetje’; ik ben in staat deze (on)gevaarlijke invloeden weg te jagen. Ik ben veilig in mijn eigen persoonlijkheid.  


Al met al kan ik dus mijn levenslessen uit mijn directe omgeving halen. Het is slechts een kwestie van bewustzijn. De directe omgeving en ik reageren op elkaar zonder dat ik bang hoef te zijn dat ik mijn persoonlijkheid kwijt raak, zoals dat in het verleden wel eens gebeurd is. Deze autonomie, die mij door Allah gegeven is, maakt mij tot de mens die ik ben. “Volg de natuurlijke aanleg, die Allah in de mens geschapen heeft, "  zegt Allah in soera ar-Roem 30:30. Zolang ik hiervan doordrongen ben en erop vertrouw dat Allah mij leidt, kan ik met alles mee resoneren en hoef ik niet bang te zijn dat ik in ‘gevaar’ ben.  

zondag 10 april 2016

Poging tot inbraak

Er wordt aangebeld. Mijn jongste zoon en ik zijn alleen thuis. We kijken televisie. We gaan er vanuit dat mijn oudste zoon thuis komt. "Als hij het is, doe ik open," roept hij. Ze doen altijd een schietspelletje. Wie de ander als eerst 'neerschiet' heeft gewonnen. Hij gluurt door het keukenraam. "Er is niemand. Zeker kwajongens die belletje lellen," zegt hij nog. Ik loop nog naar buiten om een glimp op te vangen van de kwajongens, maar ze zijn in geen velden en wegen te bekennen. We grinniken wat over zijn belletje-lellen-avonturen en daarna over de mijne, terwijl hij boven achter de pc een spelletje speelt. Daarna ga ik weer naar de woonkamer.


Dan hoor ik een geluid bij het tuinraam in de woonkamer. Ik zie vanonder het rolgordijn twee broeken vlak voor het raam staan. Een spijkerbroek en een trainingsbroek. Ik ga er vanuit dat mijn man het is met zijn vriend. Wat raar eigenlijk dat ze zo dichtbij het raam staan. Maar dat is mijn man helemaal niet. Als ik ook nog eens hoor dat er aan het kozijn gewrikt wordt, realiseer ik mij met wie ik te maken heb: inbrekers! Het is nog licht, ik sta in de woonkamer en in mijn tuin voor het raam staan inbrekers. Zien ze dan niet dat ik rondloop en dat de televisie aan staat?! Nee, ze gaan onverschrokken door.

Mijn brein functioneert nu razendsnel. Mijn hart gaat tekeer. Denk, denk, denk. Ik kijk om me heen op zoek naar mijn telefoon. Ik zal de politie inlichten, want dan kunnen de inbrekers van achteren worden ingesloten. Ik zal ook foto's maken, misschien van bovenaf uit ons slaapkamerraam. Maar ik kan mijn mobieltje niet vinden. Ook de huistelefoon is in geen velden en wegen te bekennen.
Het gewrik gaat door en er lijkt wat beweging te komen in het raam. Ik moet iets doen! Ik kan ze toch niet binnen laten komen. Bovendien moeten ze mijn raam niet stuk maken!

Dan besluit ik om naar buiten te stormen. De één kijkt op en we kijken elkaar recht in de ogen. De ander draait de andere kant op, ik zie zijn gezicht niet. Beiden dragen een capuchon. Ik zie meteen dat de jongen die opkeek, een jonge jongen is, waarschijnlijk nog geen 17 jaar oud, gaaf gezicht. What a shame, zo'n mooie jongen. Waarom vergooi jij je leven op deze manier? Je had mijn kind kunnen wezen, denk ik nog. Ze rennen op de tuindeur af, ik ren ze achterna en scheld ze de huid vol en schreeuw nog dat ze een schande voor de gemeenschap zijn.

De een verdwijnt naar links, de ander naar rechts. Ik loop ze nog een stukje achterna, maar realiseer mij dat mijn jongste alleen thuis is en zich vast rot geschrokken is. Dus ga ik weer naar binnen. Zoonlief blijkt echter niets gehoord noch gezien te hebben.  Ik zeg nog: "Als het aan jou had gelegen, hadden ze het hele huis leeg geroofd." Beneden zie ik alsnog de telefoon liggen, hij ligt gewoon in het zicht. Ik bel gelijk 112, wordt doorverbonden met de politie en doe mijn verhaal.

Binnen een paar minuten staat de politie voor de deur. Ze zullen eerst in de wijk op zoek gaan naar de verdachten, daarna komen ze terug. Binnen tien minuten staan ze opnieuw voor de deur. Ze hebben warempel een verdachte staande gehouden. Ik ben onder de indruk. Ze vragen mij naar details over de broek. Het lijkt niet helemaal overeen te komen wat de kleur van de broek betreft, maar ik kan me dat eerlijk gezegd ook niet herinneren of de broek lichtblauw, felblauw of donkerblauw was. "Als jullie hem hebben staande gehouden, wil ik best kijken of het hem is," geef ik aan. De politie-agent vertelt dat dat dus niet mag. "Geen Amerikaanse toestanden dus, jammer," zeg ik. Hij moet erom lachen. Later zal blijken dat er misschien toch nog een fotoconfrontatie zal volgen. Insha Allah, dat zou ik graag willen, vooral omdat ik niet wil dat een onschuldige wordt veroordeeld voor iets wat hij niet gedaan heeft en ook al is de aangehouden jongen geen frisse jongen, zoals de politie dat verwoordt.

De hele verdere avond sta ik stijf van de adrenaline. Het is net of ik naar een spannende film heb zitten kijken. Een leuke spannende film wel te verstaan, ook al klinkt dat misschien gek. De leukste scène is van mezelf die de jongens weg jaagt. Die wordt die avond tig keer herhaald, als de rest van het gezin binnenkomt.

De volgende dag komt een forensisch onderzoeker langs om sporenonderzoek te doen en word ik gebeld door Slachtofferhulp Nederland. De laatste vraagt hoe het gaat en of ik psychologische ondersteuning nodig heb. Nou eigenlijk ben ik vooral blij, dat ik de boeven heb weg gejaagd, dus vooralsnog heb ik geen hulp nodig. De mevrouw vraagt ook of ik de schade wil verhalen op de verdachte. Jazeker wil ik dat. Ook word ik nog gebeld of ik langs kan komen op het politiebureau om mijn aangifte te ondertekenen. Dan kunnen ze de jongen meteen maandag voorleiden voor de rechter-commissaris. Als blijkt dat er nog een fout in staat, komen ze weer een dag later bij ons thuis langs voor de handtekening. Daarnaast zie ik ook nog via hotmail een bericht voorbij komen dat gedeeld kan worden op Facebook om getuigen te vinden die misschien meer gezien hebben.

Wat een zorgvuldigheid!

En wat een avontuur!