donderdag 23 april 2015

Heb lief!

‘Wij hebben ons prachtige geloof gereduceerd tot rituelen. Het gaat alleen nog maar om wat wel mag en wat niet mag. Dat is onze religie geworden. Maar dat is niet het doel van onze reis in dit leven. Het is juist de bedoeling dat wij transformeren, dat wij ons ontwikkelen als mens van overgave, naar geloof en dienstbaarheid, naar verwezenlijking.’

De Amerikaans-Syrische Sheikh Muhammad bin Yahiya al-Ninowy hield in februari 2014 een lezing tijdens de conferentie ‘The art of balance’ in Nederland op uitnodiging van de jongerencommisie Ettaouhid. In deze lezing komt hij tot de kern van het geloof; uiteindelijk begint en eindigt alles met liefde. Heb lief, is zijn boodschap.

Sheikh Muhammad bin Yahiya al-Ninowy
'Deze tijd’ zo legt de geleerde uit ‘is het tijdperk van informatie. Je zou ook misinformatie kunnen zeggen. In elk geval staat het internet vol met informatie die we kunnen lezen en onthouden. Maar het gaat niet om leren en onthouden. Informatie leidt niet automatisch tot transformatie. Tijdens de reis die we tijdens ons leven maken gaat het erom dat we van informatie transformeren naar verwezenlijking. En dat kunnen we alleen maar bereiken als de Qur’an, het Woord van Allah, tot leven komt. Als je het Boek alleen maar leest en het niet tot leven brengt, dan transformeer je niet. Besef dat het vers “O jullie die geloven... doe goed opdat jullie mogen slagen.” (22:77) tegen je praat. De Qur’an praat tegen je. Als je je hart niet opent of de oren in je hart niet opent, als je niet geraakt wordt en je voelt je niet aangemoedigd om goed te doen, dan heb je een probleem!’


Huidige crisis is crisis van het geloof
Volgens Al-Ninowy is de huidige crisis is een crisis van imaan, van geloof. Hij illustreert dat met de bekende overlevering uit de verzameling van Al-Bukhari van Abu Huraira waarin de profeet, vrede zij met hem, zegt: “Je zult geen gelovige zijn, als je niet voor je broeder wenst wat je voor jezelf wenst.” ‘Daarmee bedoelt de profeet’, zo legt Al-Ninowy uit, ‘dat je geloof niet compleet zal zijn als je voor een ander niet hetzelfde wenst als je voor jezelf wenst. Het gaat volgens hem nog verder. ‘Het gaat niet alleen om je broeder, maar om je medemens.’ We kennen de overleveringen allemaal. Maar passen we ook toe, wat we horen? vraag hij zich af. ‘Raakt het ons en verandert het ons? Het gevaar ligt niet in de wijsheid van de woorden; want begrijpen doen we het allemaal. Maar als je het niet toepast, zal je geloof in gevaar zijn, omdat je hart in onrust en verwarring zal verkeren.’

Het gaat er in het leven volgens de sheikh om hoe onze relatie met Allah is. In de Qur’an staat (3: 32): “Zeg Mohammed, indien je Allah liefhebt, volg mij dan. Allah zal dan van jullie houden en jullie zonden vergeven. Allah is Vergevingsgezind, Genadevol. Volgens An-Ninowy is de uitleg van dit vers heel simpel: ‘Als je van Allah houdt, zal Hij van jou houden. Ons geloof is gebaseerd op liefde: het begint en eindigt met liefde. De Geliefde zendt Zijn geliefde profeet uit liefde met een boodschap van liefde in het belang van de liefde. En de profeet, vrede zij met hem, heeft ons geleerd dat we meer van hem moeten houden dan van onze eigen vader en moeder, opdat ons geloof compleet wordt.´



Het hart
‘De profeet, vrede zij met hem, was heel duidelijk toen hij zei: “In het lichaam bevindt zich een vleesklomp; als dit goed is, is het hele lichaam goed en als dit verdorven is, dan is het hele lichaam verdorven.” De metgezellen vroegen: “Wat is dat dan?” En de profeet, vrede zij met hem, antwoordde: “Dat is het hart.” Waarom het hart? Omdat dit plek is waar je liefde kunt vinden. Dat liefde belangrijk is, blijkt ook uit de authentieke overlevering waarin de profeet vrede zij met hem uitlegt dat Allah op de Dag des Oordeels Zijn schaduw schenkt aan zeven soorten mensen. En een van de soort mensen zijn de mensen die van elkaar houden in het belang van de islam,’ aldus Al-Ninowy.

Hij vervolgt: ‘Grote voorbeelden voor ons zijn de profeten, zoals Musa - vrede zij met hem - zei: “Ik haast me naar U Allah, zodat U tevreden over mij zult zijn.” (20:84). En waarom denk je dat Allah in de Qu’ran zegt: “... haast je naar Allah!” (51:50) Hij is liefdevoller en barmhartiger dan de moeder die haar baby borstvoeding geeft. Allah is Latief, Lutf, Zachtaardig en Zorgzaam, Hij geeft om ons. Dus waarom zou je weg van Hem rennen. Ren naar Hem toe!’ raadt de sheikh aan.

Op zoek naar Allah
Hij vraagt ons ook een voorbeeld te nemen aan Salman al Farsi, een van de metgezellen van de profeet, vrede zij met hem, die in Perzië opgroeide en vuuraanbidder was. Maar daarna kwam hij in aanraking met mensen van het Boek en ging hij in de leer bij verschillende geleerden. Hij reisde van Perzië naar Syrië en Irak en kwam zelfs in Europa terecht, omdat hij op zoek was gegaan naar Allah. Toen hij bij de profeet, vrede zij met hem, aankwam, realiseerde hij zich dat hij zijn eindbestemming had gevonden. Hij begreep dat de profeet, vrede zij met hem, hem naar Allah zou leiden.

Wij moeten volgens de geleerde net als Salman Al Farsi op zoek gaan naar Allah: ‘Maar hoe kan je Hem vinden? Dat is door in het gebed op zoek te gaan naar Hem, door alleen Hem centraal te stellen in je gebed, en al je aandacht op Hem te richten.’ En hij benadrukt: ‘En op niets en niemand anders dan Hem’. Wat de beste manier is om het gebed te verrichten, legt hij ook uit: ‘Gedenk de overlevering dat de Aartsengel Djibriel naar Mohammed, vrede zij met hem, en de metgezellen kwam en hem vragen stelde, waaronder de vraag wat ihsan is. En de profeet, vrede zij met hem, zei: “Dat je Hem aanbidt, alsof je Hem ziet. En als je Hem niet ziet, besef dan dat Hij jou zeker wel ziet.” Als je aandacht besteedt aan je gebed, zoals alles aandacht verdient, zal het gebed leiden tot transformatie, zodat je transformeert van overgave naar geloof en dienstbaarheid naar verwezenlijking.’

Maak van je hart geen vuilnisbak
Al-Ninowy hamert steeds op het belang van transformatie: ‘Je leeft het leven van een lichaam en verwaarloost je ziel, maar de tijd dringt. Je lichaam is geschapen voor de dood. Je bent een mens met een ziel. De islam zou je moeten veranderen. Er gaat een overlevering over die in Al-Bukhari staat van Anas en Abbas over de zoetheid van het geloof. Het geloof smaakt alleen maar zoet, als het hart schoon is, niet als het hart ziek is. Je moet eerst je hart zuiveren en de enige manier om je hart te zuiveren is om van Allah het meest te houden. Zuiver je hart van haat, jaloezie, gierigheid. Maak van je hart geen vuilnisbak. Als je de negativiteit en de liefde voor de wereld uit je hart haalt, zal Allah je hart vullen met Zijn liefde.´

Volgens de sheikh smeken we niet genoeg, maken we te weinig contact met God: ‘Veel mensen praten over Hem, weinigen richten zich tot Hem. Maar waar is het nachtelijk gebed dan voor? Waar is het smeekgebed dan voor? Waarom zou de profeet, vrede zij met hem, gezegd hebben: “Het smeekgebed is een vorm van aanbidding.” Zorg er voor dat je religie niet louter uit rituelen bestaat en waak ervoor dat je niet in een groep met een bepaalde groepsmentaliteit verstrikt raakt.’


Genade voor de werelden
Al-Ninowy onderstreept nogmaals het feit dat wij een voorbeeld moeten nemen aan de profeet, vrede zij met hem: ‘Een goede moslim is een goed mens in de eerste plaats. Dat is wat de profeet, vrede zij met hem, ons gebracht heeft: hoop, ontwikkeling en kansen voor iedereen. Niet alleen voor degenen die in hem geloofden. Hij toonde zijn genade aan iedereen, zonder voorwaarden! Herinner je de overlevering uit de verzameling van Muslim, waarin de profeet, vrede zij met hem, gevraagd werd om de ongelovigen te vervloeken. Maar hij zegt: “Ik ben niet gekomen om mensen te vervloeken, ik ben gezonden als een onvoorwaardelijke genade voor de werelden.” Toen zeiden de metgezellen: “Maar, ze aanbidden meerdere goden?” En Mohammed, vrede zij met hem, gaf aan dat dit niet hun zaak was, dat niemand het kan tegenhouden dat Allah zijn Genade over Zijn Schepping uitstort.’ Daarom zouden wij volgens hem als moslims en als volgelingen van de profeet Mohammed, vrede zij met hem, ook de liefde en compassie moeten uitstralen naar iedereen, wat hun achtergrond, geloof, etniciteit ook maar is. Met de boodschap 'Hoop, ontwikkeling en kansen voor iedereen! Als we dat niet naleven, hebben we de boodschap niet begrepen.’

Een flyer uitdelen en vragen of de mensen het willen lezen, is niet voldoende, legt hij uit. ‘Mensen willen geen flyer over de islam lezen, ze willen islam in actie zien. Ze willen de genade van Mohammed in jou zien. Ze willen niet dat je over liefde en compassie spreekt, ze willen het in jou zien. In jou!

Omdat je het waard bent
Tot slot richt hij zich tot de moslimgemeenschap in Nederland. Hij noemt het een privilege voor moslims om hier in Nederland te mogen leven. ‘Het is niet ideaal, maar mocht je dat zoeken, dan zul je naar het paradijs moeten vertrekken,’ grapt hij om de draad weer op serieuze toon op te pakken. ‘Maar met het voorrecht hier te mogen leven, komt de verantwoordelijkheid. Vraag je niet af wat jouw land voor jou moet doen, maar vraag je af wat jij voor jouw land kan betekenen. Wat is jouw positieve bijdrage aan dit land? Hou op met het beschuldigen van de media of van de niet-moslims; toon verantwoordelijkheid. We weten dat veel mensen bang voor de moslims, doodsbang zelfs. Dan kan je zeggen: “Ze lezen niets over de islam, ze kennen de islam niet.” Maar het is jouw taak om ze kennis te laten maken met de islam door jouw gedrag. Extremisme ontstaat op plekken waar de liefde fundamenteel ontbreekt. Wees daarom genadevol. Heb je buren lief en wees goed voor de buren. Of ze het waard zijn of niet. Of ze van de islam houden of niet. Als ze zich tegen je keren of niet. Jij zou goed moeten doen, omdat jij het waard bent om goed te doen, ongeacht hun reactie daarop.’





woensdag 22 april 2015

De verpleegster en de moslimpatiënt

Een waargebeurd verhaal uit Groot-Brittanniё
Mijn naam is Cassie, ik ben 23 jaar oud. Ik ben afgestudeerd als een gekwalificeerd verpleegster en ik kreeg mijn eerste klus als verpleegster in de thuiszorg.
(de personen in dit verhaal worden hier niet afgebeeld)
Mijn patiёnt was een Engelse heer van in de begin 80 die leed aan Alzheimer. Tijdens de eerste ontmoeting kon ik uit zijn dossier opmaken dat hij een islamitische bekeerling was; hij was dus een moslim. Ik begreep hieruit dat ik rekening moest houden met bepaalde gebruiken die mogelijk tegen zijn geloof zouden indruisen, en dat ik mij aan zou moeten passen aan zijn behoeften. Ik kocht wat halalvlees in en ik lette goed op dat er nergens varkensvlees of alcohol in zat nadat ik een klein onderzoek had gedaan naar wat verboden was in de islam.
Aangezien mijn patiёnt al in een ver stadium van zijn ziekte was, begrepen veel collega’s niet waarom ik zoveel moeite voor de man deed. Maar ik was de mening toegedaan dat iemand die toegewijd is aan zijn geloof respect verdient, ook al zit hij of zij in een positie dat dit niet meer begrepen wordt.
In elk geval ontdekte ik na een paar weken een patroon in bepaalde handelingen bij mijn patiёnt. Eerst dacht ik dat hij bewegingen nadeed die hij van iemand had gezien, maar ik zag hem de handelingen telkens op bepaalde, vaste tijden maken; in de ochtend, in de middag en in de avond. Hij bracht zijn handen omhoog, boog en legde zijn hoofd op de grond. Ik begreep het niet. Hij herhaalde ook een paar zinnen in een andere taal. Ik herkende de taal niet, omdat zijn spraak wat gebrekkig was, maar ik hoorde wel dagelijks dezelfde klanken. En er was nog iets vreemds: ik mocht hem niet voeden met mijn linkerhand, terwijl ik linkshandig ben. Ik voelde aan dat dit te maken had met zijn godsdienst.
Het gebed
Een van mijn collega’s vertelde mij over paltalk als een plaats voor debatten en discussies en aangezien ik geen andere moslims kende behalve mijn patiёnt, leek het mij goed om iemand live te spreken en vragen te stellen. Ik ging naar de ‘afdeling’ islam en kwam uit in de kamer ‘ware boodschap’. Hier kon ik terecht met mijn vragen over de zich herhalende bewegingen en men vertelde mij dat deze handelingen onderdeel uitmaken van het gebed. Ik geloofde het eerst eerlijk gezegd niet, totdat men mij een link mailde van het islamitisch gebed op You Tube.
Ik was geschokt. Een man die zijn kinderen niet meer kende; die niet meer wist wat voor beroep hij had gehad; die nauwelijks nog kon eten en drinken, kon zich wel de handelingen van het gebed herinneren. En dat niet alleen; hij bleek ook in staat te zijn de verzen op te zeggen in een andere taal. Dit was ongelooflijk. Ik was er nu van overtuigd dat deze man toegewijd was aan zijn geloof. Ik wilde hier meer van weten, zodat ik hem nog beter kon helpen.
Ik kwam zo vaak als mogelijk in de paltalk-kamer en ontving een link met de vertaling van de Quran, waar ik naar luisterde. Het hoofdstuk ‘De Bij’ gaf mij de rillingen en ik luisterde er meerdere malen per dag naar. Ik sloeg een recitatie uit de Quran op op mijn iPod en liet het door mijn patiёnt beluisteren. Hij glimlachte en begon te huilen. En toen ik de vertaling las, begreep ik waarom.
In principe was het mijn intentie om kennis op te doen om voor mijn patiёnt te kunnen zorgen, maar zo langzamerhand begaf ik mezelf steeds vaker in de kamer om antwoorden op vragen te vinden voor mij zelf. Ik had nooit de tijd genomen om mijn leven te overdenken. Mijn vader kende ik nauwelijks; mijn moeder was gestorven toen ik 3 jaar oud was. Mijn broer en ik werden opgevoed door onze grootouders die vier jaar geleden overleden waren. Wij bleven over met zijn tweeёn. Ondanks al deze verliezen dacht ik gelukkig te zijn, tevreden.
Ik wilde voelen wat hij voelde
Het was dat ik tijd doorbracht met mijn patiёnt, dat ik voelde dat ik iets miste. Ik miste het gevoel van vrede en rust die mijn patiёnt ondanks zijn lijden ervoer. Ik wilde dat gevoel ergens bij te horen; ik wilde wat hij voelde ondanks het feit dat hij alleen was.
Van een dame op paltalk ontving ik een adressenlijst met moskeeёn en ik bracht een bezoek aan een van de moskeeёn. Ik keek naar het gebed en ik kon mijn tranen niet bedwingen. Vervolgens werd ik elke dag naar de moskee toegetrokken en de imam en zijn vrouw gaven mij boeken en bandjes en beantwoorden graag alle vragen die ik had.
Elke vraag die ik stelde in de moskee of op paltalk werd met zo’n duidelijkheid en diepgaandheid beantwoord dat ik het wel accepteren moest. Ik had nooit een godsdienst aangehangen, maar ik geloofde wel in God; ik wist alleen niet hoe ik Hem aanbidden moest.
Op een avond kwam ik weer op paltalk en stelde een van de sprekers mij een vraag via de microfoon. Hij vroeg me of ik nog vragen had, maar die had ik niet. Hij vroeg me of ik tevreden was met de gegeven antwoorden en ik bevestigde dit. Toen vroeg hij waarom ik de islam niet wilde accepteren, maar ik kon hem geen antwoord geven. De volgende ochtend ging ik naar de moskee om het ochtendgebed te zien. De imam stelde mij dezelfde vraag, maar opnieuw zat ik met mijn mond vol tanden.
Vrede
Daarna toog ik naar mijn patiёnt. En pas toen ik tijdens het voeden in zijn ogen keek, realiseerde ik mij dat hij op mijn pad gekomen was met een reden en dat de enige reden om de islam niet te accepteren angst was. Niet bang in de zin van dat het niet goed voor mij zou zijn, maar ik was bang dat ik de islam niet waardig zou zijn, niet zoals deze man.
Die middag ging ik naar de moskee en vroeg de imam of ik mijn getuigenis af kon leggen, de Shahada: "Ashadoe an la ilaha ilallah wa ashadoe anna Mohammadan rasoeloellah". Er is geen god behalve Allah en Mohammed is Zijn Boodschapper. Hij begeleidde mij bij het opzeggen en gaf uitleg over wat er van mij verwacht werd nu.
Ik kan het gevoel dat ik op dat moment had niet onder woorden brengen. Het was alsof ik wakker werd en alles heel helder zag. Het was een gevoel van overweldigende vreugde, van helderheid en vooral van….vrede.
De eerste persoon aan wie ik het vertelde was niet mijn broer, maar mijn patiёnt. Ik ging naar hem toe en zelfs voordat ik mijn mond opende om het te vertellen huilde hij en glimlachte naar mij. Ik brak op dat moment in zijn bijzijn; ik was hem zoveel dank verschuldigd.
Bij thuiskomst herhaalde ik mijn Shahada in de paltalk-kamer. Ze hebben me vervolgens allemaal geholpen en ook al had ik nog nooit een van hen gezien, ze waren mij nader dan mijn eigen broer. Uiteindelijk belde ik mijn broer op om het te vertellen. Hij was er niet blij mee maar steunde me en zei dat hij er voor me zou zijn. Dat was meer dan ik kon wensen.
In de eerste week als moslim overleed mijn patiёnt in zijn slaap terwijl ik voor hem zorgde. Inna lillahi wa inna ilaihi radjioen. Hij stierf een vreedzame dood en ik was de enige persoon die bij hem in de buurt was. Hij was als de vader die ik nooit heb gehad, en hij was mijn poort naar de islam. Vanaf de dag dat ik mijn Shahada deed en zolang als ik leef, zal ik bidden dat Allah hem genadig zal zijn en dat hij van elke daad die ik verricht de tienvoudige beloning ontvangt. Ik houd van hem in naam van Allah en ik bid iedere avond dat ik ook maar een fractie mag worden van de moslim die hij was.
Islam is een geloof met een open poort; het is toegankelijk voor degenen die er naar binnen willen. Allah is werkelijk de Meest Barmhartige, De Meest Genadevolle.
(Onze zuster Carrie stierf in 2010 – Inna lillahi wa inna ilaihi radjioen – nadat ze haar broer had uitgenodigd om moslim te worden en hij de uitnodiging accepteerde, alhamdoelillah)

dinsdag 14 april 2015

"Wees jij nou maar de verstandigste"

Ik vond het aan de ene kant best wel grappig, dat mijn moeder tegen mij als 12-jarige zei, als mijn vader en ik woorden hadden:  "Wees jij nou maar de verstandigste".  Zolang ik weet moest ik altijd de verstandigste zijn. In mijn puberteit was ik vreselijk jaloers op de opstandige kinderen in de klas, die bij de directeur langs moesten komen voor een gesprek. Ik was namelijk te verstandig om opstandig te zijn.

Ook in deze tijd overkomt het me dat ik zin heb om onredelijk te zijn, zoals elk mens dat zo nu en dan is. Maar iets in mij houdt me tegen. Is het mijn geweten of is het de echo van mijn moeders woorden die ik na al die jaren nog steeds hoor?

Ik heb vandaag wel even heel hard het bestek in de bestekla gegooid, zodat het flink lawaai ging maken. Het luchtte nauwelijks op. Het leek alsof ik naar mezelf zat te kijken in een lachfilm. Ik kon mezelf niet serieus nemen. Al heel gauw zakte de woede en maakte plaats voor verontwaardiging. En misschien is dat maar goed ook.

Het grootste probleem dat ik heb is dat ik er niet tegen kan dat mij onrecht wordt aan gedaan. Dan word ik erg verontwaardigd, net zoals Calimero in de gelijknamige tekenfilm Calimero: "Zij zijn groot, en ik ben klein en dat is niet eerlijk!" Het is iets dat een psycholoog al jaren geleden constateerde: "Je bent erg verontwaardigd." Niet dat ik daarmee geholpen was, maar het was wel interessant om gespiegeld te worden.


Vroeger stampte ik op de grond, klapte ik de deur hard dicht, smeet ik met alle objecten die maar in mijn buurt waren, als ik woedend was. Ik was niet zo snel boos, maar als ik dan boos was, was ik als een dolle stier die op de rode lap afstormde. Ik was als meisje ook niet bang voor grote jongens die klierden; mijn woede gaf mij de kracht die ik nodig had om ze te bevechten. Het was mijn manier om tegen onrecht te strijden.

Het vuur is inmiddels behoorlijk geblust. Wat is gebleven is een gevoel van verontwaardiging op zijn tijd. Het is een gevoel waar ik geen raad mee weet.

Vandaag voelde ik al tijdens het afwassen dat mijn boosheid afnam. En na een douche ebde het gevoel helemaal weg. Ik voel nu nog slechts teleurstelling. Teleurstelling over het feit dat anderen wel onredelijk mogen zijn en ik niet. Altijd ben ik degene die het weer goed wil maken. Altijd zet ik de eerste stap.

Waarschijnlijk moet ik er gewoon blij en dankbaar om zijn, dat ik de verstandigste ben. Maar wat zou het fijn zijn, als het eens andersom was. Dat iemand tegen me zou zeggen: "Sorry voor wat ik je heb aangedaan," zodat ik kon zeggen: "Ik heb je al lang vergeven."