zondag 28 december 2014

De grote intelligentie

Het boeit mij hoe onze gedachten ons leven kunnen beïnvloeden en soms zelfs vergallen. In deze tijd zitten wij hier in het Westen veel te veel in ons hoofd. Het zijn onze gedachten die ons kluisteren, die ons tegenhouden om te doen waar onze ziel naar verlangt. Biochemicus, neuroloog en chiropractor Joe Dispenza schrijft en spreekt hierover. Hij schreef o.a. de boeken 'Evolve your brain' en 'Breaking the habit of being yourself'. Het laatste boek is in het Nederlands verschenen als 'Overstijg jezelf'.

Joe Dispenza

Dispenza weet, dat de wetenschap inmiddels de kracht van het denken ontdekt en bewezen: “Elke keer als wij denken, maken we een chemische stof aan. Als we ons goed voelen, nobele of gelukkige gedachten koesteren, maken we chemische stoffen aan waardoor we ons goed voelen. Als we negatieve gedachten of slechte gedachten hebben, of als we onzeker zijn, maken we chemische stoffen aan waardoor we ons daadwerkelijk zo gaan voelen. Vandaar dat elke chemische stof die in de brein vrijkomt een boodschap is die het fysieke lichaam voorziet of voedt. Aldus voelt het lichaam zich zoals wij denken”. 

Nieuwe kennis en vaardigheden
Met de titel van zijn laatste boek ‘Overstijg jezelf’ bedoelt Dispenza, dat we moeten ophouden om gewoontes en gedachten die ons belemmeren te herkauwen. Onze externe omgeving moet niet langer onze gedachten en ons gedrag bepalen. Als we op school of op het werk constant tegen dezelfde problemen aanlopen, wordt het tijd voor iets anders. Het wordt tijd voor nieuwe kennis en nieuwe vaardigheden die we ons eigen moet maken. Oefening baart kunst: op het moment dat we geneigd zijn weer terug te vallen in oude patronen, worden we ons bewust van de andere mogelijkheden en zullen hierdoor nieuwe deuren opengaan.

Verander je gedachten, verander je geest, verander je wereld


Dat het niet eenvoudig is onze gedachten te veranderen, komt doordat we zo ongelooflijk geconditioneerd zijn. We leven min of meer op de automatische piloot. Onze persoonlijkheid heeft zich door de jaren heen gevormd. Je kan wel positief willen denken, maar als je dagelijks gevoed wordt door je eigen negativiteit of die van anderen, valt het niet mee om dit aan je voorbij te laten gaan. Schuld, schaamte en spijt houden ons vaak tegen. Onderzoek heeft echter uitgewezen, dat wij in staat zijn om met onze gedachten nieuwe verbindingen te maken in onze hersenen, waaruit nieuw gedrag uit voortvloeit. We moeten dus beseffen dat onze geest groter is dan de externe wereld, door middel van het uiten van een positieve intentie. Als moslim weten we hoe belangrijk de intentie is.

‘Kwantumveld’
Wat de neuroloog in feite voorstaat is dat wij als mens elke dag onze dag moeten ‘scheppen’ door contact te maken met ‘de grote intelligentie’. We zouden ons elke dag moeten voorstellen, alsof onze verlangens al verwezenlijkt zijn. Als wij ons voorstellen dat we ons gelukkig voelen (met een intentie die we geuit hebben), dan maken onze hersenen stofjes aan die ervoor zorgen dat we ons daadwerkelijk gelukkig gaan voelen. Maar er gebeurt nog meer: als wij de intentie of wens ‘het universum insturen’ zoals Dispenza het zegt, zal ervoor gezorgd worden dat de wens uitkomt. We bemoeien ons niet met het proces. Dat laten we over aan ‘de grote intelligentie’. Het belangrijkste is dat wij ons zelf ervan overtuigen dat het mogelijk is.  

Dispenza gelooft, dat elk mens over een kracht beschikt die in ons aanwezig is en waar we allemaal mee verbonden zijn. Dit onzichtbare bewustzijn is volgens hem het kwantumveld. Het is persoonlijk en tegelijkertijd universeel. Het is degene die leven geeft, meent de neuroloog. En deze schepper is energie die zo verfijnd en aandachtig is, dat hij in staat is om ons te steunen, onderhouden, beschermen en genezen op elk moment van de dag. Het zorgt ervoor dat ons hart honderdduizenden keer per dag slaat; het schept meer dan 60 miljoen cellen elke minuut en organiseert honderdduizenden chemische reacties in één cel elke seconde. Het is dezelfde intelligentie die de planeten rond de zon laat draaien en die ervoor zorgt dat de lelie in bloei staat. Joe Dispenza noemt deze schepper de intelligentie, de energie, het onzichtbare bewustzijn, het kwantumveld.

Wetenschappelijke bewijzen
Ik herken in deze omschrijving Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde en van alle wezens. Het doet me goed dat er steeds meer wetenschappelijke bewijzen zijn van het bestaan en de kracht van Allah. Wat ik jammer vind, is dat het woord God of Allah in zijn boeken niet genoemd wordt. Begrijpen doe ik het wel, want wetenschappers zijn vaak wars van religie. Ik hoop daarom dat hij nog vele zaken ontdekt die bewijzen dat er maar Een is waarvan wij allemaal afhankelijk zijn en die onze aanbidding verdient.  

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het digitale magazine 'De Stem van de Ummah'

donderdag 4 december 2014

Vrijwillig, zonder stress en vol zelfvertrouwen gooi ik mijn eigen glazen in

Sinds de dag dat ik thuis zit, verricht ik vrijwilligerswerk. Ik ben nu eenmaal een bezige bij en ik wil me graag nuttig maken. Of dat goed is of juist niet goed, daarover zijn de meningen verdeeld. In elk geval is het mogelijk dat gemeenten bijstandsgerechtigden vanaf januari 2015 verplichten om vrijwillig aan de slag te gaan. Hoe de overheid het ook noemt 'vrijwillig verplicht of verplicht vrijwillig'; het gaat om een contradictio in terminis: uit de verbinding van de woorden kan je al afleiden dat dit gewoon onmogelijk is. 



Er wordt nogal wat kritiek geuit op vrijwilligers de afgelopen maanden. Zo zouden vrijwilligers betaalde krachten of professionals van de arbeidsmarkt verdringen. Daar zit wel wat in. Want terwijl er aan de ene kant bezuinigd wordt, worden er aan de andere kant voor dezelfde functie of voor een versnipperde functie vrijwilligers aangetrokken. Kijk maar naar de veelal gepensioneerde buschauffeurs, of de vrijwilligers in de (thuis)zorg en de welzijnssector. De vakbonden zijn er niet blij mee. Ik zou me dus eigenlijk schuldig moeten voelen dat door mijn toedoen misschien mensen werkloos thuis zitten. Aan de andere kant zullen die lege plekken toch vervuld moeten worden. Want anders worden vele mensen gewoon niet geholpen en/of niet verzorgd.

Verfoeide geraniums
Ik zit zelf ook al twee jaar thuis, waarvan anderhalf jaar werkloos. Moet ik dan op mijn leeftijd al achter de geraniums gaan zitten? Liever hield ik mijn hand niet op en had ik een betaalde baan. Al twee jaar lang solliciteer ik minstens één maal per week op allerlei vacatures. Tot nu toe ben ik niet eens één keer uitgenodigd voor een gesprek, terwijl ik minstens tien keer ervan overtuigd was dat ik geknipt was voor de baan en dat ze niet om mij heen konden. Maar er zijn nog 300 wachtenden voor u. En die zijn ook nog eens jonger en veel goedkoper. Daar kan de werkgever toch echt niet om heen in deze crisistijd.

Als dit afwijzingsproces nog langer duurt - volgens mijn voormalige reïntegratiecoach kan het nog enkele jaren duren - kom ik in de bijstand terecht. En dan zal ik verplicht vrijwilligerswerk moeten verrichten als het aan de overheid ligt. De reden dat ik dat zal moeten doen, is omdat de overheid wil, dat ik een tegenprestatie lever voor het ontvangen van een uitkering. De overheid gaat er vanuit, dat een bijstandsgerechtigde niet gemotiveerd is om te werken. Dus helpen ze maar even een handje. In totaal gaat het nu om 400.000 bijstandsgerechtigden en dat aantal zal de komende tijd alleen maar groeien, zo zijn de vooruitzichten. Als ik de woorden verplicht vrijwillig hoor, rijzen mij de haren ten berge. Ik verstop me spontaan achter de voorheen verfoeide geraniums.

Zinvol
Gelukkig ben ik niet de enige die het plan plus de bedenker ervan, staatssecretaris Klijnsma, naar de vuilnisbak verwens. Uit een promotie-onderzoek van Thomas Kampen van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat de afstand tot de arbeidsmarkt niet verkleind wordt door vrijwilligerswerk te verrichten, maar juist vergroot. Vrijwilligers vinden hun vrijwilligerswerk namelijk zo zinvol, dat ze eigenlijk stiekem een beetje hopen dat de functie op den duur betaald gaat worden. Ook hopen de vrijwilligers over het algemeen dat hen een opleiding wordt aangeboden, als opstapje naar een betaalde baan. Vrijwilligers vinden het verder heel fijn, dat er niet zo veel druk op hen ligt. Ze ervaren veel minder stress dan een werknemer die betaald wordt.

Dit wordt weer bevestigd door een onderzoek van de UnitedHealth Group en Optum Institute onder meer dan 3300 Amerikaanse volwassenen.  Vrijwilligers zouden fysiek, mentaal en emotioneel gezonder zijn dan niet-vrijwilligers. Zo geeft 76 % van de vrijwilligers aan. dat zij fysiek gezonder is en claimt 78 % dat zij minder stress ervaart. Ik kan het ook beamen. In mijn laatste baan had ik zo veel stress, dat ik allerlei lichamelijke kwaaltjes ontwikkelde. Daar heb ik nu helemaal geen last meer van.

Goed voor het zelfvertrouwen
Maar er is meer positiefs aan het vrijwilligerswerk. Kampen concludeerde namelijk ook dat het vrijwilligerswerk wel goed is voor het zelfvertrouwen en dat mensen in de bijstand hoopvoller naar de toekomst kijken. De vrijwilligers voelen zich in hun  kracht gezet en hebben het gevoel meer controle te hebben over hun leven. Daarnaast vinden de vrijwilligers het fijn, dat ze nieuwe mensen leren kennen en nieuwe vaardigheden aanleren.

Samengevat kunnen we zeggen dat vrijwilligerswerk gezonder en minder stressvol is dan een betaalde baan; dat het zinvol is; ons zelfvertrouwen vergroot; hoop op baan en een betere toekomst biedt; ons netwerk uitbreidt en ons nieuwe vaardigheden aanleert. Maar dat het aan de andere kant niet leidt naar een betaalde baan en dat betaalde krachten mogelijk van de arbeidsmarkt verdrongen worden door onze vrijwillige inzet.

In wezen verdring ik mezelf dus van de arbeidsmarkt. In feite gooi ik vrijwillig, zonder stress en vol zelfvertrouwen mijn eigen glazen in.

Bron: PenOactueel.nl, nos.nl, NRC, vngmagazine

maandag 17 november 2014

Geen rotzooi op mijn bord

De afgelopen heeft mijn echtgenoot heel wat te verstouwen gehad. Het valt ook niet mee als je een vrouw in huis hebt die je tot drie keer toe bewust maakt van alle rotzooi die aan het voedsel wordt toegevoegd of van het dierenleed dat de dieren ondergaan die uiteindelijk op ons bordje terecht komen.


Ik kan me er zo druk om maken.
Bijvoorbeeld om de koe van wie ik de melk drink en die compleet uitgemolken al na zo'n vijf à zes jaar sterft, zo maakte het televisieprogramma Radar de afgelopen week bekend. Ook zien vele koeien nauwelijks het daglicht gedurende hun leven. Haar kalfjes worden na de geboorte gelijk weg gehaald bij de moeder en in een klein hokje gestopt met nauwelijks enige ruimte om te bewegen, laat staan om te spelen, om uiteindelijk binnen een jaar geslacht te worden. Arme beesten.


Ook maak ik me druk om de gekweekte vis, of liever de bacteriën op de vis die ervoor zorgen dat een eventuele antibioticakuur niet meer werkt, zo lazen we deze week op verschillende websites. Behalve die bacteriën zijn er wel meer zaken waar we ons zorgen over moeten maken. Want de gekweekte vis krijgt vismeel als voeding, waarin een giftige stoffen zitten, zoals dioxines en PCB's. De vissen worden bovendien vaak gekweekt in vakken in de oceaan, waarvan het nabijgelegen water vaak verontreinigd is met afvalstoffen, voedsel en antibiotica. De vissen die in de grote oceaan zwemmen, vergaat het ook al niet beter. Die zitten vol met plastic afval dat door de mens gedumpt is. Eet smakelijk.


Behalve via de media vang je ook van alles op in je kennissenkring. Ik was uitgenodigd voor een Turks ontbijt en kreeg allerlei heerlijke kaassoorten aangeboden van eigen makelij. Er lagen ook plakjes Goudse kaas, waarvan ik er ook eentje nam. Maar toen hoorde ik dat er op elk plakje iets gespoten wordt, zodat het langer goed blijft. Thuis ging het gelijk opzoeken: E 251 natriumnitraat, mogelijk kankerverwekkend. Ik dacht: alles, maar niet de Goudse kaas!


Tot slot schrok ik me rot toen ik hoorde dat het maandverband ook al niet veilig is. Vrouwen met baarmoederhalskanker werden door hun specialist aangeraden om per direct te stoppen met het gebruik van maandverband en al helemaal met tampons. Er zijn namelijk schadelijke stoffen aan toegevoegd, zoals dioxine, dat mogelijk kanker veroorzaakt. Het is in elk geval slecht voor het immuunsysteem van zowel man als vrouw. Het is namelijk ook in verband gebracht met de verminderde spermaproductie van de man. Waarom luiden deze specialisten dan niet de noodklok? Ik wist al dat het met de papieren luiers van onze baby’s slecht gesteld is. Wijs mij de moeder van wie het kind geen luieruitslag heeft gehad door de luiers? Volgens mijn schoonmoeder hadden de baby’s vroeger, met de wasbare katoenen luiers, nooit last van luieruitslag.


Deze brokken met schokkende informatie kwamen deze week mijn brein binnen. En ik vroeg me af of ik ooit nog onbekommerd zou kunnen genieten van eten met al die rotzooi die er in zit?


Maar eigenlijk weet ik het antwoord ook al. Ja hoor, ik blijf genieten van lekker eten. Op het moment van koken en eten denk ik niet aan alle gevaren waar ik aan bloot wordt gesteld, maar geniet ik van de smaak en de gezelligheid van het gezin.


Ik denk dat ik meer te stellen zal hebben met mijn man die in de stress schiet doordat hij nu meer geld moet gaan uitgeven, want gezond en puur eten kost wat.Toch zal ik hem onder lichte druk blijven zetten, omdat het voor de gezondheid en veiligheid van zijn eigen gezin is. Want het is natuurlijk van den gekke dat we wel bereid zijn om medicijnen en allerlei behandelingen te betalen die we nodig hebben voor onze welvaartsziekten, maar dat we op het preventieve vlak onze best niet willen doen vanwege het geld.  




Heeft de duivel niet beloofd om ons van alle kanten te belagen, van onderen, van boven, van links en van rechts? Ik besefte de afgelopen week ineens dat het daarbij niet alleen om het influisteren van woorden gaat, maar dat het veel verder reikt. Van alle kanten valt hij ons aan. Is het niet via door middel van de media, dan is het wel in ons eten, of in ons maandverband of in de luiers van onze kwetsbare baby’s.


Maar gelukkig zijn er verschillende wegen die wij kunnen bewandelen om ‘de duivel’ te vermijden. We kunnen besluiten, dat we geen rotzooi meer op ons bord willen. We kopen geen producten met E-nummers meer. Die zijn vaak toch niet halal, dus dat moet geen probleem voor ons zijn. We kunnen er voor kiezen te koken met verse producten van de markt of uit eigen tuin. En er zijn verschillende alternatieven voor ‘chemisch’ maandverband, zoals biologisch maandverband of wasbaar maandverband. Datzelfde geldt voor de luiers. Het scheelt ook nog eens handenvol geld als je wasbare luiers koopt. We laten onze hoofden niet hangen, maar blijven zoeken naar een gezondere leefstijl, zodat we niet alleen onszelf maar ook onze kinderen beschermen. We mogen niet vergeten,  dat we hier op aarde zijn gezet als rentmeester. We zijn verantwoordelijk voor het welzijn van mens, dier en de natuur. We moeten beseffen dat we onderdeel zijn van de kringloop en dat als wij slecht zorgen voor dier en natuur wij in feite onze eigen gezondheid verkwanselen.
www.optimalegezondheid.com, www.voedingscentrum.nl

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het digitale magazine De Stem van de Ummah


donderdag 13 november 2014

25 jaar moslim

25 jaar geleden heb ik voor de islam gekozen. En ik heb er nog geen moment spijt van gehad. Integendeel: ik ben steeds dankbaarder dat ik deel uitmaak van een gemeenschap die streeft naar een vreedzaam leven,  rechtvaardigheid, gelijkheid, broederschap.


Soms schrik ik van wat sommige moslims aanrichten in de wereld, maar dan besef ik dat deze mede-moslims 'net mensen zijn' en dat ik niet verantwoordelijk ben voor het kwaad dat zij verspreiden. Ze zijn niet mijn vrienden, maar ik zie ze wel als verdwaalde broeders en zusters die ik toewens dat ze weer op het rechte pad terugkeren. Ik ben me er ook van bewust dat al het negatiefs dat één criminele moslim waar ook ter wereld uitstort over de aarde, 100 x uitvergroot wordt in de media. En ik snap, dat er ook veel nieuws verzonnen wordt, omdat iemand beroemd hoopt te worden met zijn snelle leugens over de rug van een zondebok.

Soms laat God dingen gebeuren in mijn leven die ik in eerste instantie niet bepaald waarderen kan, maar nooit zal ik getergd "waarom?" de hemel in schreeuwen. Dat heb ik vroeger niet gedaan, toen ik nog geen moslim was, en dat doe ik nog steeds niet. Behalve dat dit niet in mijn aard ligt, weet ik ook, dat de problemen die op mijn pad komen ofwel door mij zelf zijn veroorzaakt ofwel een beproeving zijn, voor mijn eigen bestwil en voor mijn spirituele groei. En altijd als ik er later op terug kijk, besef ik: weer een les geleerd, weer wat wijzer geworden. Alhoewel ik me soms als een ezel gedraag die zich zelfs meer dan twee keer aan dezelfde steen stoot. Meestal heeft dat te maken met een overdreven vertrouwen in de mensheid. Toch stoot ik me liever nog een keer, dan dat ik me helemaal terugtrek in mijn huisje. Liever naïef dan verbitterd en verzuurd.

Geen zeepbel, geen bevlieging
25 jaar geleden koos ik voor de islam. Het was november 1989 en ik was net terug gekeerd vanuit Parijs, waar ik werkte als au pair. Ik was in Parijs eigenlijk al overtuigd dat de islam het ware geloof voor mij was, maar ik wilde zeker weten of ik in Nederland nog steeds overtuigd zou zijn, of dat ik wakker zou worden uit een mooie droom. Maar het was geen zeepbel, noch een bevlieging; de liefde voor God had zich in mijn hart gevestigd en zou nooit meer bekoelen. Soms staat mijn hart in vuur en vlam, soms ben ik zo mak als een lammetje.

En daar zat ik dan, helemaal alleen in een vakantiehuisje in Egmond aan Zee. Ik had een briefje in mijn handen waar op stond wat ik moest doen en wat ik moest zeggen om als moslim door het leven te gaan. Ik verrichtte de grote wassing door middel van een douche en sprak de volgende woorden uit: "Ik getuig dat er geen god is behalve Allah en dat Mohammed zijn dienaar en boodschapper is."

Jubelstemming
De weken er na was ik in jubelstemming. De hele dag door liep ik 'met God'. Ik verwachtte ook, dat dat gevoel niet meer weg zou gaan. Viel dat even tegen! Na de eerste beproevingen begreep ik waarom de profeet Mohammed had gezegd dat het leven als een gevangenis is voor de moslims. Het leven is immers niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Ik kreeg 'de volle laag' toen ik vertelde dat ik moslim was geworden. Bij de krant keken ze mij aan alsof ik een aliën was, vrienden belden niet meer terug; mijn ouders voelden zich in eerste instantie verraden. Ik begreep hun pijn. Voor hen was het alsof ik alles wat zij mij geleerd hadden overboord had gegooid. Daarnaast kwamen er ook in huis de eerste echtelijke scheurtjes. Mijn man had bijvoorbeeld eerst best wel moeite met alle blikken die hij kreeg toe geworpen, toen ik een hoofddoek ging dragen en vroeg zich af of ik niet wat langzamer aan kon doen. Niet dus. Ik vond het ook vervelend dat ik een hoofddoek droeg en hij niet eens een baard wilde dragen. Alsof ik er alleen voor stond.  

Maar de tijd heelt alle wonden. Ik heb jarenlang met veel plezier in een moslimomgeving gewerkt. Het contact met de familie was al heel gauw weer hersteld en via facebook heb ik weer contact met een oude vriendin. Ook heb ik er vrede mee dat mijn man nog steeds geen baard draagt. Ik ervaar regelmatig momenten van plezier en soms ook puur geluk. Het zit in de kleine dingen: bij het zien van een bloemetje; de geur van de regen; de gezelligheid met de kinderen en ook in mijn gebeden, mits ik de rust in mezelf kan vinden.

Stop met willen en denken
Het heeft even geduurd dat ik in de gaten had, dat ik zelf in staat ben om dit geluksmoment te creëren door mijzelf volledig over te geven aan God op het moment dat ik voor Hem sta en voor Hem kniel in het besef, dat Hij de Enige is die het waard is om voor te buigen. Het zijn de momenten dat ik stop met willen en daardoor stop met denken en dat ik alleen nog maar dankbaarheid voel.

25 jaar lang is meer dan de helft van mijn leven. En na al die jaren ben ik nog even blij met Allah als mijn Heer, met Islam als mijn geloof en met Mohammed, vrede zij met hem, als mijn boodschapper.

maandag 29 september 2014

De eigen identiteit, deel II: de generatieklik

Is er sprake van een generatiekloof tussen de eerste, tweede en derde generatie
moslims in Nederland of hebben de jongere generaties van de verschillende puzzelstukjes een nieuwe mooie puzzel samengesteld? Is er sprake van een brei, of een fusie? Van een generatiekloof of een -klik? In dit deel aandacht voor de grote uitdaging die er voor onze jeugd ligt om de wijsheid van hun voorouders te benutten en om de problemen die generaties lang zijn doorgegeven op te lossen.

Zou het niet geweldig zijn als wij als mens in staat zouden zijn om ons te bevrijden van de gruwelen van het verleden? Dat wij geen oorlogen meer voeren, omdat wij hebben gezien dat oorlogen alleen maar voordeel opleveren voor de wapenhandelaren en de grote machthebbers in de wereld, die het gewone volk bespelen? Dat wij inzien dat sommige eeuwenoude tradities zoals bloedwraak en eerwraak alleen maar meer ellende opleveren en dat wij besluiten te breken met deze tradities? Ik noem nu zeer zware problemen, maar het kan ook om allerlei tradities, normen en waarden gaan die binnen een bepaald gezin heersen.  


Fouten uit het verleden
Het is geen illusie om te breken met tradities, groot of klein, het is mogelijk. Elk mens is in staat om de fouten uit het verleden te corrigeren en om aan zijn eigen kinderen andere, bevrijdende waarden en normen door te geven. In deze tijd van bewustwording moeten wij ons realiseren dat wij onze kinderen kunnen behoeden voor de fouten die wij hebben gemaakt. Niet door hen te beschermen of te beperken, maar door hen de begeleiding en vervolgens de ruimte en het vertrouwen te geven om zich te kunnen ontwikkelen naar eigen mogelijkheden.


Als ik binnen mijn eigen biculturele gezin kijk, zie ik dat onze kinderen ondanks de soms bijna onoverbrugbare tegenstellingen tussen mijn man en ik een eigen weg hebben gekozen om hiermee om te gaan. Ze neigen soms naar het een, soms naar het andere, maar nog vaker gaan ze er heel anders en met een grote souplesse mee om. Zo heb ik van huis uit, vermoed ik, de graag aan de verwachtingen willen voldoen-factor mee gekregen. Ik wil graag aardig gevonden worden. Ik voel mij enorm verantwoordelijk voor het wel en wee van andere mensen. Ik draag soms de last van de hele wereld op mijn schouders. De vader van mijn kinderen heeft echter ‘lak’ aan anderen. Het interesseert hem echt niet wat anderen van hem denken. Hij voelt zich in hoge mate verantwoordelijk voor zijn eigen gezin en zijn familie, maar voelt zich niet geroepen de wereld te redden.  




Blending
Onze kinderen hebben dat relaxte van hun vader, de een wat meer dan de ander. Ze hebben een zelfvertrouwen dat hen door de puberteit heeft geloodst zonder grote noemenswaardige problemen, Godzijdank. Wat ze van mijn genen hebben overgenomen is dat ze stuk voor stuk sociaal en inschikkelijk zijn en zich makkelijk aanpassen in verschillende situaties. Ze hebben onze beide beste kanten door elkaar gemixt en hebben er een smakelijke milkshake van gemaakt.


Bij zo’n blending gaat er ook wel eens wat mis overigens. Als dat niet zo was, viel er niets meer te leren. Zo komen alle vier de kinderen bijna dagelijks net niet te laat, net als hun vader. Zo hebben drie van de vier best wel eens last van faalangst, terwijl dit helemaal niet nodig is, net als hun moeder. Daarnaast zijn er ook nog zaken die nog niet uitgekristalliseerd zijn. Mijn man heeft bijvoorbeeld de concurrentie-factor mee gekregen. De broers in het gezin hebben lang geprobeerd elkaar te overtroeven, om in de gunst bij de ouders te komen. De ouders hebben duidelijk hun voorkeur laten blijken voor de een of de ander, wat tot jaloezie en soms zelfs wrok heeft geleid. Bij ons thuis was er sprake van volledige gelijkwaardigheid. Mijn ouders hebben nooit een van de kinderen voorgetrokken. Ikzelf heb dit overgenomen van mijn ouders: ik heb gewoon geen voorkeur. Mijn man steekt zijn voorkeur niet onder stoelen of banken, alhoewel hij veel minder uitgesproken is dan zijn ouders en hij zijn lieveling niet voortrekt. De grap is dat de andere kinderen die voorkeur zelfs benutten door hun zusje in te zetten om dingen gedaan te krijgen. In elk geval hoop ik dat mijn kinderen dit ‘voorkeursgedrag’ niet zullen kopiëren en plakken. Dat ze de andere kant hebben gezien, zou hun hierbij ‘over de drempel’ kunnen helpen. De keus is echter aan hen.

Een generatie helen
Ik denk dat elk mens elke dag weer de mogelijkheid heeft om te breken met belemmerende tradities of belemmerend gedrag. De kunst is dat de mens dit doet zonder de anderen in de familie voor het hoofd te stoten. Hij moet ervoor zorgen dat oude puzzelstukjes die niet meer passen, vernieuwd worden, zodat de puzzel weer héél wordt. Verder moet de mens de woorden van de wijzen onder zijn voorouders herinneren waar hij ook is, omdat hij is wie hij is mede dankzij hen en hun genen. Als de mens deze klik kan maken, heelt hij zichzelf en zijn generatie en maakt hij de wereld weer een stukje beter en beschaafder.

Lees ook deel I de generatiekloof

vrijdag 19 september 2014

Ik doe de gordijnen dicht

Het is inderdaad een groot probleem als je graag alles wil begrijpen wat er om je heen gebeurt en wat er met jou gebeurt. Het is namelijk onmogelijk. 


Het is lang niet altijd te bevatten waarom mensen je onrecht aan doen. Is het jaloezie? Is het omdat ze op je neerkijken? Je kan je afvragen hoe ze hun snode plannen smeedden, alleen of samen met anderen. Je kan je erover verbazen waarom mensen kwaad willen doen. Je kan er jaren over nadenken, zoals ik heb gedaan.

Maar wat een verspilde moeite. Die mensen worden er niets beter van. Die mensen hebben door mijn gepieker hun lesje niet geleerd. Ik zelf word er ook niets beter van - alleen maar grijzer - en heb er klaarblijkelijk ook maar weinig van opgestoken.

Ik bleef maar op zoek naar antwoorden. Waarom is het gebeurd? Waarom had ik nog pijn? Ik heb cursus zus en cursus zo gevolgd en verschillende boeken en artikelen gelezen, waarop mijn man wel eens zei: "Hou toch eens op met je psychologische onzin." Mannen zijn soms zo heerlijk simpel wat dat betreft.

Vandaag echter liet een dierbare vriendin mij de navelstreng doorknippen die mij met deze mensen verbond. Ze zei: "Stel je voor, dat deze mensen voor je deur komen staan met spandoeken met erop geschreven: Sorry, we hadden het verkeerd, terwijl jij binnen zit met je man en kinderen. Wat zou je dan doen?" Ik zei met volle overtuiging: "Ik doe de gordijnen dicht."


woensdag 17 september 2014

De eigen identiteit: de generatiekloof (deel I)

Is er sprake van een generatiekloof tussen de eerste, tweede en derde generatie moslims in Nederland of hebben de jongere generaties van de verschillende puzzelstukjes een nieuwe mooie puzzel gemaakt? Is er sprake van een brei, of een fusie? Van een generatiekloof of een -klik? In dit deel aandacht voor de veranderende samenleving en de eigen identiteit.


Jongeren die opgroeien tussen twee culturen. Jaren geleden waren er tig discussieprogramma’s op radio en tv over jongeren die op straat en op school heel ander gedrag vertoonden dan thuis. De Nederlanders gingen er terecht van uit dat de meeste moslimpubers er eigenlijk graag bij wilden horen. Ze wilden net zo vrij zijn als de Nederlandse jeugd. Zij wilden het liefst ook muziek luisteren, zij wilden ook verkering, zij wilden ook uitgaan. Een aantal jongens wilden nog meer. Zij droomden van het grote geld dat zij op een makkelijke, snelle manier konden verdienen. Ze kwamen vaker in aanraking met de politie dan de gemiddelde Nederlander. De ouders keken machteloos toe. Het was de schuld van de school, de schuld van de maatschappij, de schuld van de politie, etc. De meisjes droomden waarschijnlijk van dezelfde dingen, maar hun grootste droom was die van onafhankelijkheid. De makkelijkste weg om die te bereiken was door te studeren.



Tijden veranderen
Maar tijden zijn veranderd. Vooral na 11 september. Doordat de ‘verkaasde’ jongeren in de gaten hadden, dat ze ondanks hun aanpassing, er eigenlijk nog steeds niet ècht bij hoorden, verlangden ze naar een eigen identiteit. Ze beseften dat ze nooit maar dan ook nooit hun eigen afkomst konden verloochenen. Hun roots waren belangrijk. Er was echter nog iets anders wat daar nog bovenuit stak. De verdwaalde jongeren en zij die hun afkomst trouw waren gebleven, realiseerden zich, dat zij bovenal moslim waren. Het werd een houvast voor veel jongeren. Sommigen zagen de religie als de manier om zich af te zetten tegen de samenleving, anderen vonden een ongelooflijke rust in het geloof zoals ze niet eerder hadden ervaren. Eenmaal gekozen voor de moslimidentiteit verdwenen de hormonale verlangens naar de achtergrond.


De samenleving maakt zich zorgen over de verschillende groepen jongeren. Zij die criminele activiteiten ontplooien, aangezien zij vaker in aanraking komen met de politie dan de gemiddelde Nederlandse autochtoon.  En zij die zijn doorgeschoten in de naleving van de regels van de islam. Regels die in feite slechts 10 procent van het geloof uitmaken, maar voor deze jongeren eerder 90 procent beslaan. Eigenlijk kunnen we daarmee stellen dat ook deze jongeren zijn ontspoord. En opnieuw kijken de ouders toe en doen alsof hun neus bloedt, alsof zij deze kinderen niet eigenhandig hebben opgevoed.




Krampachtig
Toch denk ik dat we als samenleving niet al te krampachtig tegenover deze jongeren moeten staan. Als ik denk aan mijn eigen jeugd, woonden er een paar flinke deugnieten in de buurt. Deugnieten is zwak uitgedrukt, het waren gewoon rotjongens, die bushokjes kapot maakten, brievenbussen vernielden, in de struiken van voortuinen sprongen totdat de takken afbraken, cocaïne snuifden, met hun brommers rondscheurden, brutaal en grof waren en vaak op het hoekje van de straat stonden. Maar uiteindelijk zijn die jongens stuk voor stuk getrouwd en werden het allemaal keurige burgers, uitzonderingen daargelaten. Welnu, ik ga er vanuit dat de meeste moslimjongeren die nu op het verkeerde pad zijn of juist zijn doorgeschoten op het ‘goede pad’ uiteindelijk ook allemaal tot bezinning zullen komen. Ze zijn pubers die nog te veel bezig zijn met overleven en die hun weg nog moeten vinden, zowel in de samenleving als wel in de wereld. Het zijn wel jongeren die begeleiding behoeven van de juiste personen. Het zijn jongeren die voorbeeldfiguren nodig hebben, vanuit hun eigen gemeenschap en op scholen.


Ik denk dat de samenleving te ver is doorgeschoten met het feminisering. Als twee jongens nu op de vuist gaan, kan je er van uitgaan dat één van hen aangifte zal doen bij de politie. Als het ene kind het andere kind bij de kruis vat - zoals jongens uit baldadigheid soms doen - dan volgt er heden ten dage een heel traject waarbij jeugdhulpverlening wordt ingeschakeld. Vroeger gaf je zo’n ventje een schop onder zijn achterste of een dreun in zijn gezicht en dan was de affaire geregeld. Op school wordt het personeel op het hart gedrukt om elke misstap van elk kind te noteren in een aparte map. Als een personeelslid iets vermoedt van mishandeling of misbruik moet dit meteen gemeld worden bij de juiste instantie. Nu is zo’n melding in sommige gevallen zeker een noodzaak, maar een misverstand, miscommunicatie of misgunnen kunnen heel grote en onwenselijke gevolgen hebben, zoals een uithuisplaatsing.


Ruimte nodig
Elke jongere bevindt zich in zijn puberteit tussen twee culturen, de cultuur op straat en de cultuur thuis. Voor de moslimjongere houdt dat een dubbele moeilijkheid in. Ik pleit daarom voor ruimte voor elke jongere om ‘zijn eigen spel’ te ontwikkelen op het voetbalveld van het leven, met aan de zijlijn zijn ouders als  trainer en coach. In het volgende deel ga ik in op de uitdaging van het leven met en tussen verschillende culturen.

Lees ook deel II de generatieklik

maandag 1 september 2014

De grootste illusionist

De mens is de grootste illusionist in zijn eigen leven. We laten aan de buitenwereld niet zien wat ons bezig houdt. We zijn lang niet altijd waarachtig. Zelfs als er iets mis gaat, doen we of het een onderdeel van de show is. We laten niets merken, want the show must go on! Wie houden we eigenlijk voor de gek?



Ik heb zo juist een cursus afgerond met betrekking tot het helen van de fitra. Niet dat de cursusleider bekend is met het begrip fitra - zij is geen moslim - maar in principe komt wat zij bedoelt op hetzelfde neer. De fitra gaat over onze authenticiteit, onze pure oorspronkelijke staat als mens met de neiging tot het goede en, zoals door God bedoeld. De cursus is afgerond, maar ik heb nog veel te leren. God stuurt ons die lastposten op ons pad die de beste leermeesters zijn die je maar kan bedenken. En Hij zal ze blijven sturen, totdat het kwartje valt, want Hij is o zo geduldig. In de cursus zijn er vele ingrediënten aangereikt, maar zoals met alles wat onderwezen wordt: de mens moet zich de stof wel eigen maken. Nu wil ik dat heel graag, maar ik moet nog veel oefenen. Maar het zal me lukken, inchAllah, want waar een wil is, is een weg, en oefening baart kunst.

Ruimte
Wat voor mij geldt, geldt in principe voor alle mensen, aangezien we op de wereld zijn gezet om  te vallen en weer opstaan. Als kind worden we geboren met bepaalde talenten. Als er opvoeders in de buurt zijn - ouders en leerkrachten - die deze talenten ontdekken en ons de ruimte geven, kunnen wij ze volop ontwikkelen en kunnen wij daarmee andere mensen van dienst zijn. Maar talenten worden niet altijd gezien. Het kind wordt in een keurslijf gepropt van normen en waarden. We leren als kind hoe we ons moeten gedragen en hoe we moeten voldoen aan verwachtingen en wensen van de volwassenen in onze omgeving. Zo gaan niet alleen talenten verloren, maar raakt een kind ook in verwarring en kan hij ontevreden of ongelukkig worden, wat uiteindelijk op volwassen leeftijd kan uitmonden in een ziekte of een kwaal. Gelukkig hebben wij in deze tijd zo veel kennis voorhanden - zowel wereldse kennis als wel kennis uit de Qur’an en Sunna -, waardoor wij in staat zijn om onszelf te bevrijden van de lasten van het verleden en waardoor wij kunnen herstellen wat 'kapot' is.  

Nu kan je het geven van ruimte ook in een bredere, maatschappelijk context plaatsen. Nederland is een multiculturele samenleving waar universele normen en waarden gelden, maar waar ook verschillende culturen met verschillende normen en waarden naast elkaar leven. Als mensen uit deze verschillende culturen elkaar ontmoeten, kunnen hun normen en waarden met elkaar botsen als ze elkaar de ruimte niet geven. Over en weer kunnen we elkaar als een bedreiging zien in plaats van dat we de andere cultuur als verrijking ervaren. Onze eigen normen en waarden zijn zo zo logisch voor ons, dat we niet open staan voor andermans normen en waarden. We zullen elkaar dan ook nooit kunnen overtuigen van ons ‘gelijk’, als de ander er niet open voor staat. God zegt in de Qur’an, dat er geen dwang is in de religie, en dat geldt ook voor normen en waarden waarvan wij overtuigd zijn. Pas als iemand de moeite neemt werkelijk te luisteren naar een ander, zal er een vruchtbare ontmoeting plaats vinden van mens tot mens. Ruimte geven in een land als Nederland is daarom van groot belang. Dat dienen de kinderen al te leren op de basisschool en van hun ouders.

Geen erkenning
Maar goed, wat als je die ruimte niet krijgt? Wat als je wordt gediscrimineerd in de winkel door een winkelbediende. Helpt het dan dat je door de winkel gaat roepen dat je het recht hebt om ‘hier’ te zijn en dat je een klant bent als alle anderen? En wat als je leidinggevende je geen erkenning geeft voor het werk dat je deed, terwijl je het werk met hart en ziel deed? Zal het dan helpen dat je gaat zitten mokken, dat je in de weerstand gaat zitten, of dat je jezelf ziek meldt? Zal de leidinggevende jouw vlijt dan wel erkennen? Kan je de winkelbediende dwingen om jou te respecteren of te accepteren? We weten, dat dit niet zo werkt. Toch is dat wat we vaak doen als mens, want we weten niet beter. We herhalen wat we hebben geleerd, wat we al kennen, of het nu effectief is of niet. Meestal gaan de emoties met ons aan de haal of liever gezegd laten wij toe dat we door emoties overmand worden. Wij worden dan de emoties, in plaats van dat wij de regie voeren over de emoties. We vinden de ander achterlijk, egoïstisch of ondankbaar, maar in feite houden we onszelf gewoon voor de gek. We zijn onze eigen grootste illusionist. De werkelijkheid is immers de waarheid, ook al is die onrechtvaardig en snoeihard. Je wordt namelijk niet erkend; je wordt niet gerespecteerd.

In plaats van dat we boos zijn dat de ander ons niet erkent, kunnen we deze erkenning beter aan onszelf schenken. Verbeter de wereld, begin bij jezelf zijn geen loze woorden, als je daadwerkelijk aan jezelf gaat werken. Je bent niet de zon, waar de aarde om heen draait. Je bent het stof dat makkelijk weg geblazen kan worden. Op jouw werk betekent dat: voor jou tien anderen. In je huwelijk betekent dat: je kan worden ingeruild voor een ander. In je familie betekent dat: als je binnenkomt, valt het gesprek stil. En als je kinderen het huis uit zijn, komen ze nauwelijks meer bij je langs. Dat is de ene, bittere kant van het scenario van levensverhaal. De andere, zoete kant is dat je beseft dat God speciale aandacht aan jou heeft geschonken toen Hij je schiep. Jij bent uniek en je hoeft niemand na te doen. Je hoeft niemand te overtuigen, behalve je zelf. Als jij in je oerkracht, in je fitra gaat staan, door gewoon je ding te doen, dan trek je mensen naar je toe in plaats van dat je ze afstoot. Niet dat jouw doel is dat de mensen naar jou toe komen, maar het gaat vanzelf, want de mensen willen van jou leren en van jou genieten, omdat jij zo authentiek, zo waarachtig bent.

Opnieuw beginnen
Zou dat niet geweldig zijn? Aan ons is de keuze. Het is geen illusie. Niets is onmogelijk. We kunnen elke dag opnieuw beginnen. We kunnen elk moment het scenario van ons verhaal herschrijven, als we tot (nieuwe of oude) inzichten komen. Als we leven in het verleden en daar last van hebben, gaan we in de pijn staan en helen we onszelf door anderen en onszelf te vergeven. We blijven niet in de pijn hangen, door te blijven doen wat we altijd al deden, maar we pakken het anders aan. We nemen de verantwoordelijkheid over ons leven door niemand, maar dan ook niemand iets kwalijk te nemen. We worden volwassen, als we ophouden met anderen de schuld te geven van onze ellende. We worden wijs, als we geen verwachtingen meer hebben ten aanzien van anderen en als we de baas worden over onze emoties.

Pas als wij onze plek innemen, als kind van onze ouders, als vrouw, man, als moeder, vader zullen we anderen van dienst zijn en kunnen we de wereld een beetje helpen verbeteren. Alles begint bij onze intentie.

zaterdag 2 augustus 2014

‘Ontwortelde’ kinderen

Johny doet een oproep in het tv-programma ‘Vermist’. Hij zoekt zijn vader. 22 jaar geleden is hij uit huis geplaatst en kwam hij in een pleeggezin terecht. De laatste woorden van zijn vader waren: “Op een dag zoek je mij weer op.” En die dag was aangebroken.


De vader was een woonwagenkampbewoner. De moeder bleek een alcoholist die haar kind verwaarloosde. Toen vader ook nog in de gevangenis belandde,  greep jeugdzorg in en haalde het kind weg. Vader heeft zijn kind nog één keer mogen zien en was het daarna voorgoed kwijt. Vader heeft uiteindelijk een nieuw gezin gesticht in de buurt van zijn zussen in het woonwagenkamp. Wat is de reden dat het kind weg gerukt is uit zijn eigen omgeving? Waarom werd het kind niet bij een van de tantes ondergebracht? Waarom mocht het kind zijn vader niet meer zien? Ik vind het echt een schande, wat de vader en het kind is aangedaan. “Ik heb mijn vader nodig,” gaf de nu 26-jarige Johny aan. Gelukkig konden ze elkaar vervolgens in de armen sluiten.

Spoorloos
Het programma ‘Spoorloos’ toonde twee Koreaanse geadopteerde jonge mensen, Jiska en Melchior, die op zoek zijn naar hun vader in Korea. Ze vertelden elk, los van elkaar, hun verhaal. Namelijk dat zij beiden aan de drugs geweest zijn. De oudste, Melchior, was vier jaar oud toen hij in Nederland terecht kwam en wist zich nog een aantal zaken te herinneren. Zoals dat hij in het kindertehuis op de vloer sliep. In elk geval voelden beiden zich ‘ontworteld’, uit hun eigen omgeving weg gerukt. Ook deze moeder bleek na de geboorte van de tweede de kinderen flink te verwaarlozen. Achteraf vermoedt vader een postnatale depressie en heeft hij spijt van alles wat er gebeurd is, maar toen vond hij haar een slechte moeder en zij werd weg gestuurd. Omdat hij werkte, werden de kinderen  eerst ondergebracht bij zijn ouders,  maar hij wilde hen niet tot last zijn en stond zijn kinderen af, zonder dat zijn ouders dat wisten. Terugblikkend zegt hij dat ook hij een slechte vader was geweest.

Schreeuw om hulp
Het gaat er mij niet om wie wel of niet schuldig was en of de kinderen terecht of niet uit huis werden geplaatst of ter adoptie werden afgestaan. Gedane zaken nemen geen keer. Het gaat mij erom, dat instanties er zoveel mogelijk voor dienen te zorgen dat een kind binnen het eigen gezin kan opgroeien. Lukt dat niet, dan bij een familielid. Lukt dat niet, dan bij een kennis. Alles moet op alles gezet worden, dat het kind in zijn of haar eigen omgeving, dorp, stad, land kan blijven. Het is niet voor niets dat zo veel jongeren trachten weg te lopen uit de (gesloten) instellingen. Dat is een schreeuw om hulp, om aandacht, om liefde en geborgenheid. De geborgenheid van de eigen omgeving.

Iemand die ontworteld is, heeft namelijk geen ‘vaste grond onder de voeten’, die zal ongelukkig zijn en waarschijnlijk zonder enige vorm van therapie of andere ondersteuning ook blijven als die wortels te abrupt zijn afgehakt. Programma’s als ‘Vermist’ en ‘Spoorloos’ maken dit op pijnlijke wijze duidelijk als kind en ouder elkaar weer in de armen sluiten.

Kind straffen alsof het fout is geweest
Als ik dit soort programma’s zie, besef ik des te meer dat elk mens zijn of haar geschiedenis moet kennen en dat elk kind het beste gedijt in zijn of haar eigen natuurlijke omgeving. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, waarin een kind wel gered moet worden,  en waarin een kind zo ver mogelijk uit het zicht moet blijven van een vader of moeder. Maar zelfs dan zou ik zeggen, dat degene die het kind heeft mishandelt, verwaarloost of iets dergelijks, weg gerukt moet worden uit de omgeving, maar niet het kind zelf. Dat is het kind straffen alsof het schuldig is geweest.

Veiligheid en geborgenheid
Uithuisplaatsingen vinden nog steeds plaats. En nog steeds raken kinderen ‘ontworteld’. De Raad voor de Kinderbescherming, die tot taak heeft kinderen te beschermen, zou niet alleen gericht moeten zijn op korte-termijn-oplossingen, wat over het algemeen het bieden van veiligheid voor het kind behelst. Men zou veel meer gericht moeten zijn op de lange termijn, waarbij naast veiligheid ook gekeken wordt naar geborgenheid:  de eigen familie, de tradities, normen en waarden en de vertrouwde omgeving. De wortels moeten niet afgehakt, maar gevoed worden.  

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het digitale magazine van De Stem van de Ummah

zaterdag 26 juli 2014

Wonderen

Wonderen gebeuren elke dag om ons heen. 
Misschien zien we ze of horen we ze niet, omdat we zo worden meegezogen door de verwarring die doenja, het wereldse leven, heet. Maar dat komt omdat we onszelf geen halt toeroepen en dat we niet eens eventjes stil blijven staan.
Stil, om ons te verwonderen over kleine dingen die onbelangrijk lijken.
Terwijl ondertussen de bloemknop aan het ontluiken is, de vogel zingt, een vreemde buiten naar ons glimlach en het weinige eten in de pan iedereen voedt.

God is altijd Genadig met ons. We realiseren ons niet eens dat wij Hem vaak de rug toekeren. Wij realiseren ons niet eens dat Hem de rug toekeren betekent dat wij onszelf ook de rug toekeren. Wij laten onszelf in de steek. 

Maar het is nooit te laat. God wacht geduldig tot wij voor onze eigen ziel gaan zorgen. En dan zullen wonderen geschieden.



woensdag 23 juli 2014

Zeg mens

Zeg mens

Kijk mij eens aan
Kijk mij in de ogen
Kijk niet weg

Voel je je ongemakkelijk
als je me ziet met al mijn verdriet?

Het is mijn ziel
die huilt

Het is mijn ziel
die brandt

Het is de pijn
en de woede
om Gaza
die je leest 

Wie wegkijkt
Wil niet weten
Wil niet zien
Wil niet lezen

Over dood en verderf

Wie wegkijkt
heeft geen gezicht meer

is geen mens


dinsdag 15 juli 2014

Van pestkop naar leider

Brutale Mohamed, hondsbrutale Mohamed moest weer eens bij de directeur verschijnen. Zodra hij binnenkwam, na keurig aangeklopt te hebben, smolt ik al voor zijn beleefdheid. Die was van een bescheidenheid die niets met schijnheiligheid van doen had. Die beleefde, heel ingetogen kant had hij namelijk ook. Maar nu was het zaak dat hij ook voor mijn beleefdheid zou smelten. Hij was zeker gevoelig voor de wijze waarop ik op hem inpraatte. Ik maakte hem duidelijk dat hij als populaire jongen in de groep, de groep kon optillen of neerhalen. Ik vroeg hem of hij wel besefte dat hij leiderskwaliteiten had. 

Hij zat in groep 6 toen hij begon te puberen en nog regelmatiger bij mij op de stoep stond. De ene keer was hij grof geweest tegen de juf, de andere keer had hij Nordien weer eens gepest. Volgens mij kon hij de gesprekken met mij wel waarderen, want de paar keer dat ik vervolgens moest invallen in geval van ziekte, had ik van Mohamed geen last, in tegenstelling tot een paar andere kinderen, die mij gewoon niet moesten. Ik was immers hun eigen juf niet, en dan moest je weg gewerkt worden.

"Minder lief, minder jonge, minder mooi"
Ik heb ooit een voor een groep 4 gestaan halverwege het schooljaar die mij in het begin duidelijk maakten dat ik "minder lief, minder jong en minder mooi" was dan hun eigen juf. Compliment voor de juf, zullen we maar zeggen, die overigens ook menig lente jonger en - eerlijk is eerlijk - ook mooier was. Verder moest ik met hen vooral leuke dingen doen. "Zoals wat?" vroeg ik ze. "Zoals met ons naar Walibi gaan," was het antwoord. "En wie gaat dat betalen?" vroeg ik naïef. Hun antwoord was glashard: "Jij moet dat betalen." Ik lachte, maar dat verging me, want zij waren bloedserieus. Het duurde een paar maanden voordat ze mij accepteerden. Zure maanden voor de verwende juf die ik jarenlang was geweest, toen ik nog een vaste groep had.

De trouw aan de leerkracht van die kinderen is ongelooflijk. Er waren natuurtalenten van onderwijzers bij op de laatste school waar ik werkte, waarbij de kinderen zo zoet als lammetjes door de klas dartelden. Maar zodra de juf er een dag niet was, waren de rapen gaar. Dan waren niet zij, maar was de invaller het lam dat naar de slachtbank geleid moest en zou worden. En ik overdrijf niet. 

'Leuk doen' of 'leuk zijn'
De kinderen voelen vaak haarfijn aan als iemand 'leuk wil doen' of gewoon 'leuk is'. Kinderen weten prima of je authentiek of nep bent. Minder goed kunnen ze aanvoelen dat je misschien een beetje aan het zoeken bent naar de juiste toon, omdat je de groep niet kent. En dat is wel eens jammer geweest voor menig gekwalificeerd didacticus met goede intentie die in tranen het klaslokaal verliet. Dan kon de directeur, de intern begeleider of een leerkracht van het lokaal ernaast de kinderen wel streng toespreken, waardoor ze even helemaal onder de indruk, en vol begrip en medeleven waren, maar die had zijn of haar hielen nog niet gelicht, of de pruillipjes verdwenen en de kinderen gingen alweer op in het spannende spel van 'kijken hoe ver we kunnen gaan'. 

We hebben geprobeerd het te verklaren. Waar komt dat gedrag vandaan? Waarom is het moeilijk om orde te houden bij de kinderen? Ligt het aan de opvoeding? Ja, deels. Het kan om verwaarlozing gaan of juist overdreven prinsjesverheerlijking. Het kan om tuchtiging gaan of om doodknuffelgedrag. Bij dat laatste gedrag - van die ouders die slecht gedrag van hun kinderen altijd goedpraten of ontkennen "mijn kind doet zoiets niet"-  moet ik altijd denken aan het lugubere verhaal van de jongeman die de doodstraf kreeg met als laatste wens was om zijn moeder nog iets in te fluisteren Zij boog zich naar hem toe en hij beet vervolgens haar oor af. Zij had hem namelijk altijd de hand boven het hoofd gehouden.

Wie is de baas?
Volgens psycholoog Gerard Weijde van de Kanjertraining veroorzaken moslimkinderen geen grotere ordeproblemen dan andere kinderen, in antwoord op de vraag die weleens stiekem door mijn hoofd speelde. "Kinderen in het algemeen willen gewoon graag dat de leerkracht de leidersrol op zich neemt, ze willen weten wie de baas is," legde hij uit tijdens de training. "Als de leerkracht die rol niet op zich neemt, zal er wel een kind in de groep opstaan. En dan lopen kinderen achter hem of haar aan."  Volgens Gerard gaat het er om dat het kind, pester of gepeste, moet leren op zichzelf te vertrouwen. Daar zijn oefeningen voor. Ik geloofde in zijn pedagogische aanpak, vooral omdat ook het gepeste kind leerde uit zijn slachtofferrol te komen. Niemand speelt de baas en niemand doet zielig, zegt de Kanjertraining. Daarom nodigde ik hem uit op onze school.




Ik was er getuige van dat het bij Mohamed én bij Nordien tot een doorbraak kwam. De ouders waren ook uitgenodigd. Dat was bedoeld zodat ze met eigen ogen konden zien hoe hard of zielig hun kinderen konden zijn, maar ook hoe zelfverzekerd hun kinderen konden worden. Tevens werden de ouders betrokken bij de groepssessie, omdat ze hun eigen kind moesten complimenteren en soms ook omdat ze goed gedrag moesten voordoen. 

Wie heeft wel eens gepest?
Er werd in de groep gevraagd welke kinderen wel eens pestten. Kinderen zijn heel eerlijk en staken braaf - of juist heel stoer met veel bravoure - hun handen in de lucht. Toen er gevraagd werd, wie er gepest werd, werd er inderdaad naar Nordien gewezen. Daarna wilde Gerard weten of er iemand was die Nordien wilde helpen om niet meer gepest te worden. Dat wilde Mohamed wel doen, precies zoals wij hadden gehoopt.

Hij moest Nordien eerst de huid vol schelden, net zoals hij anders deed. Dat lukte aardig. Eerst was hij nog voorzichtig, maar daarna brak de spreekwoordelijke hel los. Ohhhh, zag je de moeders denken. Nordien kromp ineen. Toen greep Gerard in. Hij vertelde Nordien hoe hij nu beter kon reageren als er zo gescholden werd. Hij nam de tips aan en deed moedige pogingen om rechtop te blijven staan, maar Mohamed liet niet los. De mama van Nordien werd er bij gehaald. Zij moest het nu voordoen. Gerard schold de moeder uit, en moeder gaf hem duidelijk te kennen dat zij hier niet van gediend was. Daarna was Nordien aan de beurt. Hij stond daar, fier, rechtop, helemaal in zichzelf gelovend. Zijn ogen blonken. Mohamed had geen schijn van kans. De aanwezige vrouwen in het lokaal, inclusief ikzelf, pinkten allemaal een traantje weg. Dit was zo ongelooflijk mooi, beter dan Spoorloos, omdat het live was.
En werkelijk waar, nadien liep Nordien met opgeheven hoofd door de school en steeds vaker mocht hij mee spelen als hij daarom vroeg.

Gewoon stoer
De geboren leider Mohamed gedroeg zich steeds verantwoordelijker. Hij gooide zijn masker af. Want in feite moest ook Mohamed leren om in zichzelf te geloven. Hij had de groep niet langer nodig om stoer gevonden te worden. Hij was gewoon stoer.

De namen zijn gefingeerd.

zondag 13 juli 2014

Moederschap: "Alsof ik opnieuw mijn kinderen in de steek liet"

Hoe kan God naar je luisteren, als je niet eens naar jezelf luistert

Tot vier keer toe ben ik bevallen van een mooi, gezond kind en tot vier keer toe besloot ik om na het verlof weer aan de slag te gaan. Weliswaar werkte ik wel minder uren, maar toch was ik de helft van de werkweek niet thuis. Ik bracht mijn kinderen naar de oppas of naar de opvang. Ik kan mijzelf nu zoveel jaren later van alles kwalijk nemen, maar dat zal niets aan het verleden kunnen veranderen. Wel kan ik proberen terug te keren naar die pijn van toen, met als doel deze eindelijk eens te kunnen verwerken. Want pijn had ik, en geen klein beetje ook. Ik stopte het alleen heel diep weg, om te kunnen overleven. Wat ik niet besefte is dat die pijn mij jaren later nog zou achtervolgen.


Elke samenleving is in principe opgebouwd uit gezinnen, uit een gezinseenheid van man, vrouw en hun kinderen. Hoe sterker deze eenheid is, hoe sterker de structuur van de samenleving is. Gezinnen vormen daarom het fundament waarop de maatschappij wordt gebouwd. Voor de ontwikkeling van sterke gezinnen, hebben we sterke vaders en sterke moeders nodig. Vooral de moeder speelt een sleutelrol binnen elk gezin. Zij is de spil waar het allemaal om draait. Zonder de moeder - ik ben me ervan bewust dat ik veralgemeniseer - is er geen opvoeding, geen verzorging, geen maaltijd, geen liefde, aandacht, veiligheid, stabiliteit en rust in huis.

Wij vrouwen houden werkelijk alle ballen in de lucht

Maar op de een of andere manier is de rol van de moeder in grote delen van de wereld veranderd. Dit heeft te maken met het onderwijsprogramma, dit heeft te maken met beeldvorming. Wij vrouwen leren dat het belangrijk is om onafhankelijk te zijn, om op eigen benen te kunnen staan. Wij vrouwen leren dat de combinatie van gezin en werk heel goed mogelijk is. Dus als we zwanger raken en we bevallen, dan gaan we na twee, drie maanden alweer aan het werk. Het kind wordt achtergelaten bij familie, de oppas of bij de opvang. Wij vrouwen worden aangemoedigd carrière te maken. Wij hebben de neiging om ons extra in te zetten op het werk op de dagen dat we werken. Wij vrouwen houden werkelijk alle ballen in de lucht: kinderen verzorgen, kinderen naar school brengen, met de auto op naar ons werk, alles geven op het werk, weer in de auto stappen, kinderen ophalen, eten koken, huishouden doen en 's avonds het manlief naar de zin maken. We hebben zo'n enorme oerkracht en overlevingsdrang dat we de wereld aan kunnen.

Wat had ik het zwaar, als ik mijn kinderen naar de oppas of opvang bracht

Ik ben zelf ook zo gebrainwasht. Ik ben zelf ook zo'n moeder geweest die maar van geen ophouden wist. Ook al nam ik een half jaar ouderschapsverlof op, ook al waren het maar twee of drie dagen dat ik werkte, ik ging gewoon vrolijk weer aan de bak en deed mijn stinkende best op het werk. Wacht, als ik de film terug speel kan ik het woord vrolijk maar beter schrappen. Want wat had ik het zwaar als ik mijn kinderen naar de oppas of opvang bracht. Zij waren in tranen, ik verbeet mijn tranen en wachtte tot ik in de auto zat. Maar als ik dan in mijn eentje weg reed, weg van mijn kind, brak mijn hart en kwamen de waterlanders alsnog. Het verdriet kwam vanuit mijn tenen, of beter gezegd vanuit mijn baarmoeder. 

En wat had ik het zwaar als de oudere kinderen niet op tijd klaar stonden om naar school te gaan, zodat ik op tijd op mijn werk kon zijn. Ik heb zitten schreeuwen tegen ze in de auto, als we weer eens laat waren, totdat ze een keer tegen me zeiden, dat ze liever hadden dat ik ze sloeg dan dat ik zo schreeuwde. Toen heb ik mezelf tot de orde geroepen. 

Ik heb er niet naar geluisterd, naar dat moederinstinct. Ondanks het feit, dat ik mijzelf wel schuldig voelde, begroef ik dat schuldgevoel eerst in mijn kussen tezamen met de tranen en vervolgens diep onder de grond en bedacht ik allerlei verontschuldigingen voor mezelf. Ik kon toch niet anders? Ik moest toch werken? Ik moest toch mijn man ondersteunen? Waar moesten we anders van leven? Alle werkende moeders moesten toch door deze fase heen vroeger of later? Zo is het leven, toch? 

Die kleine littekens op het hart doen iets met een mens

Wat ik mij niet realiseerde is, dat ik door het ontkennen van mijn tranen, het ontkennen van mijn fitra - mijn intuïtie en instinct - kleine littekens op mijn hart heb gecreëerd. Ik luisterde niet naar mezelf, naar mijn diepste wensen. Ik deed slechts wat er van mij verwacht werd. En dat terwijl ik als kind zo eigenwijs was. "Jij gaat toch altijd je eigen gang," placht mijn vader dan te zeggen. En hij had gelijk. Toen wel.

Die kleine littekens op het hart doen iets met een mens. Want vanuit het hart wordt het bloed het lichaam ingepompt. What comes around goes around. Het negeren van mijn gevoelens ging door de jaren heen zijn tol eisen, op de werkvloer, maar ook lichamelijk. Ik raakte bijvoorbeeld mijn vrouwelijke vormen kwijt, doordat ik zo hard werkte. De kilo's vlogen eraf. Anderen zouden er blij mee zijn, maar ik ben liever volslank dan mager. 

Die vermagering begon na de geboorte van mijn oudste zoon. Na het zwangerschapsverlof zocht ik een oppas voor hem, maar er was geen klik met de eerste. Hij huilde er alleen maar. De tweede oppas vond het niet leuk dat mijn zoontje nog niet kon lopen en dat hij een beetje bang was voor haar zoontje. De derde oppas raakte zwanger. De vierde oppas liep weg bij haar man. Moet ik nog doorgaan? 

Ik kon gewoon geen orde meer houden. Ik was hèt kwijt

Op de werkvloer ging het ook mis, maar dat was pas na de geboorte van de jongste. Was ik als leerkracht altijd zelfverzekerd geweest, na het ouderschapsverlof van mijn jongste raakte ik dat gevoel kwijt. De kinderen in de klas voelden het haarfijn aan. Ik kon gewoon geen orde meer houden. Wat ervoor een vanzelfsprekendheid was, was dat niet meer. Ik was hèt kwijt. Op mijn verzoek kwam de intern begeleider observeren bij het lesgeven, maar die zei dat er niks mis was met mij. Ik deed het goed. Maar het bleef bij mij knagen, dat de kinderen steeds weer de grenzen opzochten. Ik leed eronder. 

Totdat ik besloot dat het anders moest. Aangezien anderen wel tevreden waren over mijn werk, besloot ik op zoek te gaan naar een andere baan. Gelukkig heb ik toen wel naar mezelf geluisterd. Maar dat was meer omdat ik vond dat kinderen recht hadden op een juf die orde, gezag en liefde uitstraalde.

Ik raakte oververmoeid van de slapeloze nachten, omdat mijn gedachten maar door bleven malen

Ik had geluk, dat ik binnen twee jaar een andere baan vond. Ik kon aan de slag als directeur van een basisschool. Vol ambitie, goede moed en nieuwe energie ging ik aan de slag. Ik was vast van plan om de kinderen, die soms uit achterstandsbuurten kwamen, een plek te bieden waar zij vol zelfvertrouwen aan hun talenten konden werken. Ik was en ben er van overtuigd dat kinderen pas goede resultaten leveren als zij zichzelf kunnen zijn. Hiertoe waren sociale vaardigheden en inzicht in zichzelf en hun gedrag ten opzichte mens, dier, natuur, materie en omgeving van groot belang. 

Maar het bovenschools management dacht er anders over. De resultaten kregen alle prioriteit. Alles moest en zou daarvoor wijken. Toen ik mij realiseerde dat er niet naar mij geluisterd werd, is er iets in mij geknakt. De teamleden leken ook niet meer naar mij te willen luisteren. Ik kreeg allerlei lichamelijke klachten en raakte oververmoeid van de slapeloze nachten omdat mijn gedachten maar door bleven malen.

De oude wonden in mijn hart werden weer open gereten

Pas nu begrijp ik dat destijds de oude wonden in mijn hart weer werden open gereten. Alsof ik opnieuw geen 'moeder' kon en mocht zijn. Alsof ik opnieuw mijn kinderen in de steek liet. Pas nu, anderhalf jaar na mijn afscheid, begrijp ik waar de pijn die ik voelde toen 'men' niet naar mij wilde luisteren, vandaan kwam. Ik hoefde verder niemand de schuld te geven. Ik was mijn eigen vijand. Als je niet luistert naar je eigen gevoel, naar je eigen instinct, zullen de mensen ook niet naar je luisteren en zal God ook niet naar je luisteren.

Alhoewel ik mij verantwoordelijk voelde voor de school, de kinderen, de ouders en het team, leek het mij beter om mij aan de belofte te houden die ik aan mezelf gedaan had, toen ik met het werk begon, namelijk dat mijn gezondheid er niet onder mocht gaan lijden. Ik trad in overleg met het bovenschools management en wat bleek: ze wilden graag van me af. We kwamen tot een regeling. 

Jarenlang heb ik geroepen dat ik eigenlijk niet zo'n moeder-moeder ben

Jarenlang heb ik geroepen dat ik eigenlijk niet zo'n moeder-moeder ben. Dat ik niet geschapen ben om thuis te blijven voor het huishouden en de kinderen. Gelukkig nemen mijn kinderen mij niets kwalijk. Los van elkaar hebben ze gezegd, dat ze tevreden zijn met mij als moeder en dat ze niets aan me wilden veranderen, behalve dat ik soms wat minder gestoord mag doen ;)  God weet hoe dankbaar ik hiervoor ben. 

Mijn verstand zegt, dat ik het mezelf niet kwalijk moet nemen dat ik destijds voor de combinatie gezin-werk koos. Het is gegaan zoals het is gegaan. Het is verspilde energie om mijzelf verwijten te maken. Het verleden kunnen we niet veranderen. Ik kan nu alleen maar zeggen, dat ik mijn instinct als vrouw en moeder niet opnieuw zal negeren, inchAllah. 

Tot zover de ratio. Maar mijn gevoel beweert iets anders vrees ik. Ik denk dat ik het mezelf nog steeds niet vergeven heb. Want waarom voel ik anders de tranen opborrelen bij het opschrijven, lezen of uitspreken van het woord vergeven?   

De aandacht van de zorgzame en liefdevolle moeder die ik ben 

Lichaam en ziel hebben veel tijd nodig om te helen. Het is grotendeels gelukt, maar ik heb nog een paar littekens te gaan, die meer tijd, liefde en aandacht nodig hebben. De aandacht van de zorgzame en liefdevolle moeder die ik ben.