zaterdag 12 maart 2016



Onlangs las ik een artikel over het bedriegerssyndroom in het NRC. Dat komt er op neer dat je als hoogopgeleide vrouw tot veel in staat bent, maar constant denkt dat je door de mand valt. Ik wist meteen: OMG, dit gaat over mij. Jaren geleden heb ik er nog enkele gedichten aan gewijd, waaronder ‘Ik ben zo simpel’. Ik meen dat het naar aanleiding van een opmerking was van mijn werkgever uit die tijd. Hij had me, voordat ik voor hem werkte, een intelligente vrouw genoemd en ik weet nog dat ik toen dacht: “Je zou eens moeten weten.” En dat terwijl ik mijn VWO-diploma heb gehaald en journalistiek had gestudeerd. Jaren later ging ik voor hem werken en toen hij op een dag zei: “Je kan wel merken dat je uit Drenthe komt”, voelde ik me enerzijds beledigd en gekwetst, maar aan de andere kant voelde ik me enorm “betrapt”. Eigenlijk heb ik hem nooit gevraagd wat hij met die opmerking bedoelde, maar dat komt omdat mijn gedachten er meteen mee aan de haal gingen. De opmerking was als een messteek in mijn hart.

Ik ben zo simpel
Altijd al bang geweest
dat ze het door zouden hebben
ik ben
in wezen
zo simpel
mijn geheugen werkt als een zeef
mijn harde schijf
binnen een week
alweer gewist
ik ben
in wezen
zo simpel
mijn taal is van Jip en Janneke
ik kan niet doen alsof
zo ben ik eenvoudigweg opgegroeid
ik ben
in wezen
zo simpel
laatst deed ik een test
IQ wel te verstaan
maar de uitslag was onmogelijk
want ik ben
in wezen
te simpel
ik val vast door de mand
ik rijd vast eens een scheve schaats
ik trap nog wel een keer in mijn eigen valkuil
ik loop zeker nog wel een keer tegen de lamp
ik tuin er in met open ogen
ik pep mezelf op met de boodschap:
eenvoud siert de mens
ik geloof het wel
maar mijn onderbewuste niet
en dat onderbewuste
is helemaal niet zo simpel
eerder erg gecompliceerd
maar vooral ook bijzonder geleerd
eigenlijk
ben ik
best slim

Destijds was ik programmamaker bij de televisie. Daarna werkte ik als leerkracht en vervolgens als schoolleider. De faalangst werd eigenlijk alleen maar erger, naarmate ik verder van mijn fitra, mijn natuurlijke aanleg, afdreef. Was ik eerst bang dat men erachter zou komen dat ik niet intelligent genoeg was, vanwege mijn gebrekkige geheugen, daarna vreesde ik dat ze zouden inzien dat ik niet authentiek genoeg was, vervolgens vond ik mezelf weer niet capabel genoeg, etc. Op het ene moment  klampte ik me vast aan elke geslaagde actie van mijn kant: zie je wel, ik kan het wel, om het moment daarop in grote vertwijfeling en onzekerheid te verkeren. Waarom wilde niemand naar mij luisteren? Wat deed ik nou verkeerd? Elke keer vond ik wel een nieuwe reden om mezelf in de hoek te zetten.
Elke keer vond ik wel een nieuwe reden om mezelf in de hoek te zetten
En als ik het niet zelf deed, zorgde ik er op de een of andere manier wel voor, dat iemand anders mij bekritiseerde. Ik gaf ze volop de kans. Als een tijger stortten ze zich op de prooi die ik was. In die zin hebben ze hun taak goed verricht. Ik vroeg me ook niet af, of de kritiek volledig terecht was, of dat de wijze waarop de kritiek geuit werd eigenlijk wel professioneel was. Ik voelde alleen dat ik gefaald had. Pas veel later heb ik mij gerealiseerd dat ik medeverantwoordelijk was voor de wijze waarop ik kritiek kreeg. Ik legde mijn hoofd te graag op het hakblok. Als er iemands hoofd afgehakt diende te worden, dan maar bij mij. Toe maar, hak maar.  
Het bedriegerssyndroom is daarom ook een slachtoffersyndroom. En wel een dubbele. Want aan de ene kant vond ik dat mij groot onrecht aan werd gedaan, want ik had toch maar mooi bewezen dat ik tot veel in staat was en ik werkte ook nog eens keihard. Aan de andere kant nam ik,  ook al droeg ik een hele klas of zelfs een hele school op mijn schouders, geen verantwoordelijkheid voor mijn eigen innerlijk leven. Ik deed wat van mij verwacht werd, in volle dienstbaarheid. Ik ontkende daarmee mijn eigen diepste verlangens. Verlangens naar innerlijke rust, naar geborgenheid, naar onafhankelijkheid, naar creativiteit.
Er is geen weg meer terug, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan
Inmiddels heb ik de stap genomen om voor mezelf te beginnen als redacteur/schrijver. Ik werk o.a. samen met twee prachtvrouwen aan mooie projecten voor het onderwijs. Daarnaast ben ik samen met een enthousiaste groep schrijvers aan een nieuw avontuur begonnen met deze website Qantara. Maar mijn bloempje is nog teer. Ik ben nog breekbaar. Ik steek net mijn hoofd boven het maaiveld uit. En dat is heel spannend. Maar er is geen weg meer terug, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Het is mogelijk dat ik er altijd last van zal blijven houden. Er zijn voorbeelden van vrouwen die enorm succesvol zijn, zoals Maya Angelou, maar die er nog steeds onnodig onder lijden. Ik benadruk onnodig, want in feite bedrieg je de anderen niet, maar slechts jezelf. En met die wetenschap zou je jezelf er toch los van kunnen maken, zou je jezelf er toch van moeten kunnen bevrijden?
Ik weet in in elk geval, dat ik hiervoor heb gebeden en dat mijn gebeden worden verhoord, alhamdoelillah, alle Lof aan Allah. Mijn Schepper heeft mij gehoord en Hij heeft mij de toestemming gegeven om te bloeien. Dat Hij mij Water en Licht moge blijven geven.