dinsdag 14 april 2015

"Wees jij nou maar de verstandigste"

Ik vond het aan de ene kant best wel grappig, dat mijn moeder tegen mij als 12-jarige zei, als mijn vader en ik woorden hadden:  "Wees jij nou maar de verstandigste".  Zolang ik weet moest ik altijd de verstandigste zijn. In mijn puberteit was ik vreselijk jaloers op de opstandige kinderen in de klas, die bij de directeur langs moesten komen voor een gesprek. Ik was namelijk te verstandig om opstandig te zijn.

Ook in deze tijd overkomt het me dat ik zin heb om onredelijk te zijn, zoals elk mens dat zo nu en dan is. Maar iets in mij houdt me tegen. Is het mijn geweten of is het de echo van mijn moeders woorden die ik na al die jaren nog steeds hoor?

Ik heb vandaag wel even heel hard het bestek in de bestekla gegooid, zodat het flink lawaai ging maken. Het luchtte nauwelijks op. Het leek alsof ik naar mezelf zat te kijken in een lachfilm. Ik kon mezelf niet serieus nemen. Al heel gauw zakte de woede en maakte plaats voor verontwaardiging. En misschien is dat maar goed ook.

Het grootste probleem dat ik heb is dat ik er niet tegen kan dat mij onrecht wordt aan gedaan. Dan word ik erg verontwaardigd, net zoals Calimero in de gelijknamige tekenfilm Calimero: "Zij zijn groot, en ik ben klein en dat is niet eerlijk!" Het is iets dat een psycholoog al jaren geleden constateerde: "Je bent erg verontwaardigd." Niet dat ik daarmee geholpen was, maar het was wel interessant om gespiegeld te worden.


Vroeger stampte ik op de grond, klapte ik de deur hard dicht, smeet ik met alle objecten die maar in mijn buurt waren, als ik woedend was. Ik was niet zo snel boos, maar als ik dan boos was, was ik als een dolle stier die op de rode lap afstormde. Ik was als meisje ook niet bang voor grote jongens die klierden; mijn woede gaf mij de kracht die ik nodig had om ze te bevechten. Het was mijn manier om tegen onrecht te strijden.

Het vuur is inmiddels behoorlijk geblust. Wat is gebleven is een gevoel van verontwaardiging op zijn tijd. Het is een gevoel waar ik geen raad mee weet.

Vandaag voelde ik al tijdens het afwassen dat mijn boosheid afnam. En na een douche ebde het gevoel helemaal weg. Ik voel nu nog slechts teleurstelling. Teleurstelling over het feit dat anderen wel onredelijk mogen zijn en ik niet. Altijd ben ik degene die het weer goed wil maken. Altijd zet ik de eerste stap.

Waarschijnlijk moet ik er gewoon blij en dankbaar om zijn, dat ik de verstandigste ben. Maar wat zou het fijn zijn, als het eens andersom was. Dat iemand tegen me zou zeggen: "Sorry voor wat ik je heb aangedaan," zodat ik kon zeggen: "Ik heb je al lang vergeven."


Geen opmerkingen: